Darmbacteriën: vriend of vijand?
Wanneer je je in deze tijden van stijgende vereenzaming ooit alleen voelt, besef dan dat je je lichaam deelt met biljoenen bacteriën. De meeste hiervan zijn zeer beschaafd gezelschap die zich netjes aan de regels houden en de huiselijke vrede in ons lichaam trachten te bewaren.
Zoals bijvoorbeeld Escherichia coli, kortweg E. coli, een bacterie die in 1885 door de 27-jarige Duitse pediater Theodor Escherich geïsoleerd werd uit stoelgangstalen van gezonde kinderen. Hij gaf deze destijds de naam Bacterium coli commune, dewelke later omgedoopt werd tot Escherichia coli bij wijze van postuum eerbetoon.
Deze bacterie slaat reeds enkele uren na onze geboorte zijn tent op in onze darmen, waar ze vanaf dan onder andere helpen bij het verteren van voedsel, bepaalde vitaminen aanmaken, en verhinderen dat schadelijke darmbacteriën zich nestelen in onze darmen.
Doorheen de jaren zijn een aantal van deze E. coli echter zodanig geëvolueerd dat hun aanwezigheid in ons lichaam niet meer voordelig voor ons is, maar gevaarlijk voor onze gezondheid. Een voorbeeld hiervan is Shiga toxine-producerende E. coli, kortweg STEC.
To beef or not to beef
Runderen vormen het voornaamste dierlijk reservoir en zijn asymptomatische dragers, wat betekent dat zij geen last hebben van de aanwezigheid van deze bacterie in hun darmen. Zij verspreiden STEC verder in de omgeving via hun mest. De bacteriën dringen ons lichaam dan binnen wanneer we voedsel consumeren dat besmet geraakt is met mest van besmette runderen.
Dit kan bijvoorbeeld gebeuren door het toepassen van een gebrekkige hygiëne in het slachthuis, waardoor een deel van de darminhoud van het besmette rund toch op het vlees terecht komt. Omdat STEC infectie bijgevolg vaak veroorzaakt wordt door consumptie van onvoldoende verhit vlees, wordt deze in de volksmond ook wel de 'hamburgerziekte' genoemd.
Kruisbesmetting van groenten en fruit met mest van besmette dieren (vegetariërs ontsnappen dus helaas ook niet) en rechtstreeks contact met besmette runderen (denk maar aan kinderboerderijen) of besmette personen kan ook zorgen voor verdere verspreiding.
Waarom is STEC zo gevaarlijk voor ons?
Deze gevaarlijke E. coli variant is heel bestand tegen de zure inhoud van onze maag en kan bijgevolg na opname in de mond onze maag moeiteloos passeren. Eenmaal voorbij de maag plakt STEC zich vast aan onze darmwand en begint hij gevaarlijke gifstoffen te produceren (Shiga toxines, zoals zijn naam al insinueert). Deze gifstoffen zijn zo krachtig dat ze zelfs vermeld staan als potentiële biologische wapens. Dit resulteert meestal in ernstige krampen, gevolgd door waterige diarree die snel evolueert tot bloederige diarree.
In zeldzame gevallen (5-10%) beschadigen deze gifstoffen de darmwand op zodanige wijze dat ze hierdoor als het ware een doorgang maken en uit onze darm beginnen lekken. Wanneer deze gifstoffen dan zo in onze bloedbaan terecht komen, kunnen levensbedreigende complicaties ontstaan. De gifstoffen vallen namelijk graag onze nieren aan, wat resulteert in acuut nierfalen. Hierbij kunnen de nieren hun zuiverende werking niet meer uitoefenen, waardoor afvalstoffen zich opstapelen en patiënten dringend dialyse nodig hebben. Vooral jonge kinderen (< 5 jaar) en oudere mensen (> 65 jaar) lopen meer risico op deze gevaarlijke complicaties.
Normaal gezien krijg je bij een bacteriële infectie antibiotica voorgeschreven. Wanneer STEC echter hiermee in aanraking komt, zal het net meer gifstoffen produceren en loop je bijgevolg dus meer risico op deze levensbedreigende complicaties. Tot op heden is er nog steeds geen behandeling gevonden, wat dergelijke infecties zo gevaarlijk maakt.
De koe bij de hoorns vatten
Onder het motto ‘beter voorkomen dan genezen’, is daarom de laatste decennia veel onderzoek verricht naar mogelijke manieren om STEC-dragerschap bij runderen te verminderen. Door rechtstreeks de bron van het probleem aan te pakken, zal de kans dat jij besmet geraakt vele malen kleiner zijn.
De meest voor de hand liggende en veelbelovende optie is om runderen te vaccineren tegen STEC. Door zogenaamde antigenen in te spuiten (bijvoorbeeld kleine onderdelen van hun bacteriële buitenmembraan), kunnen we het immuunsysteem van runderen zodanig manipuleren dat ze beschermende antilichamen aanmaken tegen STEC, wat er in theorie voor kan zorgen dat de bacterie zich niet meer optimaal kan nestelen in hun darmen.
Met andere woorden, het rund zou dus geen ideale gastheer meer zijn voor STEC. Minder bacterie in de koe betekent minder bacterie in de voedselketen, en bijgevolg minder STEC-infecties bij de mens.
Overdracht van dier naar mens: een steeds frequenter fenomeen?
Wanneer ziekteverwekkers overgedragen worden van dieren op mensen, noemen we dit een zoönose. Deze kunnen veroorzaakt worden door bacteriën, virussen, parasieten en schimmels.
Naast STEC zijn er dus nog tal van andere voorbeelden. Denk maar aan malaria (overgedragen via muggen), de ziekte van Lyme (overgedragen via teken), salmonella (overgedragen via pluimvee, varkens en runderen), vogelgriep (overgedragen via pluimvee), slaapziekte (overgedragen door de tseetseevlieg) of het Ebola virus (overgedragen via vleermuizen). Als je een actueler voorbeeld zoekt, denk dan maar aan het alomtegenwoordige coronavirus.
Verschillende ziekteverwekkers kunnen dus zowel dieren als mensen besmetten. Bijgevolg is het maar logisch redeneren dat gezondheidsproblemen bij dieren ook een grote impact zullen hebben op de gezondheid van de mens, na consumptie van of contact met besmette dieren.
Dit principe kreeg de naam ‘One Health’ en erkent dat de gezondheid van mensen, dieren en hun ecosystemen altijd met elkaar in verbinding staat.
Door in de toekomst meer in te zetten op het bestrijden van deze ziekteverwekkers in hun dierlijke reservoir kan hopelijk vermeden worden dat deze vroeg of laat toch bij ons terecht komen.