Slaag je erin vier trappen van gemiddeld 15 treden te beklimmen in minder dan een minuut? Of doe je daar langer dan anderhalve minuut over? In het eerste scenario zit het wel goed met je hart, in het tweede kan je beter een arts raadplegen.
Dat ontdekte cardioloog Jesús Peteiro van het Universitair Ziekenhuis A Coruña in Spanje toen hij op zoek ging naar een eenvoudige en goedkope manier om beter in te schatten welke patiënten in aanmerking komen voor een uitgebreider onderzoek.
Peteiro onderzocht het verband tussen een dagelijkse activiteit en de resultaten van tests in een laboratorium. Hij analyseerde daarvoor de gegevens van 165 patiënten die omwille van symptomen zoals pijn op de borst of kortademigheid tijdens een inspanning werden doorverwezen voor inspanningstests om na gaan of ze leden aan een kransslagaderaandoening of coronaire hartziekte. Dat is een ernstige en mogelijk levensbedreigende aandoening waarbij de bloedtoevoer naar de hartspier belemmerd wordt.
Peteiro gaf de patiënten de opdracht op een loopband te lopen waarvan de intensiteit geleidelijk aan werd verhoogd tot ze uitgeput waren. Peteiro drukte hun inspanningscapaciteit uit in metabolische equivalenten of METs. Vijftien tot twintig minuten later vroeg hij hen vier trappen van gemiddeld 15 treden – of dus 60 treden in totaal – in een snel tempo te beklimmen, zonder te rennen of te stoppen, waarbij hij de tijd die ze daarvoor nodig hadden noteerde. Vervolgens analyseerde hij het verband tussen de metabolische equivalenten die de patiënten hadden bereikt tijdens de inspanningstest en de tijd die ze nodig hadden om de trappen te beklimmen.
Hartfunctie
Uit de resultaten bleek dat patiënten die de trap in minder dan 45 seconden beklommen meer dan 9-10 METs behaalden. Uit eerdere studies was al gebleken dat 10 METs tijdens een inspanningstest overeenkomt met een laag sterftecijfer van 1 procent of minder per jaar en 10 procent of minder in 10 jaar. Patiënten die anderhalve minuut of langer nodig hadden om de trappen te beklimmen, haalden minder dan 8 METs. Dat komt overeen met een sterftecijfer van 2 à 4 procent per jaar of 30 procent in 10 jaar.
Tijdens de loopbandtest nam Peteiro ook beelden van het hart van de patiënten om de functie ervan tijdens de training te beoordelen. Werkt het hart normaal tijdens inspanningen, dan is er weinig risico op coronaire hartziekte. Hij vergeleek deze bevindingen met de resultaten van het trappenlopen. Ongeveer 58 procent van de patiënten die voor de klim meer dan anderhalve minuut nodig hadden, vertoonden een abnormale hartfunctie tijdens het loopbandonderzoek. Daarentegen had maar 32 procent van de patiënten die de trap in minder dan een minuut opklommen een abnormale hartfunctie tijdens het loopbandonderzoek.
Volgens Peteiro betekent dit dat de traptest een gemakkelijke manier is om de gezondheid van je hart in te schatten. Lukt het om vier trappen te beklimmen in minder dan een minuut, dan zit het wel goed met je hartgezondheid. Heb je meer dan anderhalve minuut nodig om vier trappen op te lopen, dan is je gezondheid niet optimaal en is het een goed idee om een dokter te raadplegen.