Boekinterview

‘We verwachten dat vrouwen alle symptomen van de menopauze maar aanvaarden. Waarom eigenlijk?’

Over hormonen circuleren gigantisch veel opinies en misvattingen, die patiënten vaak ten onrechte schrik aanjagen. In zijn nieuwe boek maakt endocrinoloog Guy T’Sjoen (UZ Gent) komaf met misleidende informatie. 

Het zou zo maar eens een vraag kunnen zijn in De Slimste Mens ter Wereld: wat weet je over hormonen? Voor wie niet veel verder komt dan testosteron, oestrogenen en schildklierhormonen is er nu Hormonen onder controle. In zijn nieuwe boek legt endocrinoloog Guy T’Sjoen uit wat hormonen zijn, bij welke lichaamsprocessen ze een rol spelen, hoe ze te werk gaan en wat er fout kan lopen.

Tussendoor wijst hij op enkele hardnekkige misverstanden. ‘Toen ik nog patiënten zag zonder verwijsbriefje van de huisarts, hoorde ik vaak dezelfde vage klacht: ‘mijn hormonen zijn uit balans’. Dat bleef me verbazen. Het hele hormonale systeem is er net op gericht om die balans na te streven. Het is dus per definitie altijd een beetje uit balans. Het hart houdt ons in leven, maar hormonen doen ons leven.’

Guy T’Sjoen

Guy T’Sjoen is endocrinoloog en hoogleraar aan UGent. Hij publiceerde meer dan 170 artikels en nam deel aan de tv-reeks Topdokters. In de Jaarprijzen Wetenschapscommunicatie van de KVAB en Jonge Academie werd hij vorig jaar door de Eos-lezer verkozen tot Publieksfavoriet. De vakjury loofde hem voor zijn communicatie over medische taboes.

 

 

 

 

Een transgender vrouw die als man geboren was kon onder invloed van hormonen borstvoeding geven. Tot wat is het lichaam dankzij hormonen nog zoal in staat?

‘Dé exponent van hormonale invloeden is de puberteit. Je wordt bedolven onder een lawine van groei- en sekshormonen en ondergaat ingrijpende veranderingen. Meisjes krijgen borsten, hun regels en schaamhaar, jongens worden wakker met natte vlekken op hun lakens en zien hun aangezichts- en lichaamsbeharing opduiken. Rond dezelfde tijd is er de groeispurt. Veel spectaculairder dan dat kan je niet gaan. Ook zwangerschappen en de menopauze zorgen voor aardverschuivingen in je lijf.’

‘Elke endocrinoloog heeft wel een verhaal van een patiënt die ernstige gedragsstoornissen ontwikkelde onder invloed van hormoonmedicijnen’

Hormonen kan je toedienen als medicijn. Maar het is altijd zoeken naar de juiste hoeveelheid. Een verkeerde dosis heeft soms spectaculaire nevenwerkingen.

‘We weten dat ouderen die behandeld worden voor parkinson soms seksueel ontremd worden. Dat ligt aan de dopamine-agonisten die ze krijgen: medicijnen die de werking van de stof dopamine nabootsen. Vaak verdwijnt het effect als ze ermee stoppen. Diezelfde medicijnen worden gebruikt voor mensen met een prolactinoom, een goedaardig gezwel van de hypofyseklier onder de hersenen, maar in een veel lagere dosis waardoor ze zelden voor problemen zorgen. Toch heeft elke endocrinoloog wel een verhaal van een patiënt die ernstige gedragsstoornissen ontwikkelde onder invloed van de medicijnen.’ 

‘Zelf kreeg ik ooit een patiënt op consultatie die financieel helemaal ten onder is gegaan omdat hij onder invloed van dopamine-agonisten de ene dure auto na de andere kocht. Een andere patiënt met uitval van de bijnierfunctie arriveerde op de spoedafdeling met een fel gezwollen gezicht en enkels. De huisarts had hem hormonen voorgeschreven om de elektrolytenbalans in zijn bloed beter af te stellen, maar had in plaats van microgram (mcg) per ongeluk milligram (mg) genoteerd. Dat ene lettertje verschil op het voorschrift zorgde voor een enorme opstapeling van vocht in zijn lichaam. Wat nog maar eens aantoont hoe krachtig hormonen kunnen zijn.’

‘Als endocrinoloog mag je de mentale gezondheid van je patiënt nooit buiten beschouwing laten’

‘Ooit onderzocht ik een vrouw die alle klachten vertoonde van te veel schildklierhormoon in het bloed: ze was enorm geagiteerd, had een te snel hartritme, transpireerde overmatig en kon niet meer slapen. Wat ik ook probeerde, haar schildklierwaarden bleven de pan uit rijzen. Uiteindelijk bleek dat de vrouw een pijnlijke echtscheiding had doorgemaakt. In een schreeuw om aandacht was ze zelf schildklierhormoon beginnen te slikken, in hoge hoeveelheden. Ook als endocrinoloog mag je de mentale gezondheid van je patiënt nooit buiten beschouwing laten.

Vitamine D vertoont veel gelijkenissen met hormonen. Voor de aanmaak hebben we zonlicht nodig. U pleit voor een halfuurtje per dag onbeschermd in de zon lopen, maar botst op het advies van dermatologen om onmiddellijk te smeren. Is er een gulden middenweg?

‘Sommigen stellen dat iedereen in deze contreien steeds perfect moet worden beschermd tegen de zon. Maar dan krijgen we, door ons soms ellendige weer en de breedtegraad waarop we ons bevinden, te weinig zonlicht op onze huid om vitamine D aan te maken. Die stof hebben we nochtans nodig om calcium uit onze voeding te halen.’ 

‘Natuurlijk wil ik ook dat mensen uit de zon gaan ruim voor de UVB-stralen hun huid verbranden. Uit een Britse studie blijkt dat je tijdens de zomer met 9 minuten onbeschermde blootstelling per dag voldoende vitamine D binnenkrijgt, zonder dat je daarmee je huid beschadigt. Uiteraard moet je rekening houden met vakanties naar het buitenland, je huidtype, je leeftijd enzovoort. Maar het is een goede richtlijn.’

‘Als je naar zonnige oorden trekt, stapel je op korte tijd veel vitamine D op, maar zie je zo’n overdosis ook snel weer verdwijnen. Hier regelmatig kortdurend onbeschermd in de zon lopen is de beste methode.’

Van medicatie tegen botontkalking kijkt niemand raar op. Preventieve middelen, die het samenspel tussen de afbraak en aanmaak van bot bevorderen, zitten dan weer in het verdomhoekje. Waarom is dat? 

‘Osteoporose voorkomen is veel belangrijker dan wachten tot een patiënt problemen krijgt en aan de pillen moet. Meer dan bij andere ziektes is preventie hier cruciaal: je merkt pas dat je botontkalking hebt wanneer je iets breekt. We moeten als maatschappij minderen met cortisone, een middel dat veel te makkelijk wordt voorgeschreven en waarvan botafbraak een duidelijke bijwerking is. Ook de afbouw van slaapmedicatie is belangrijk. Ze maakt ouderen suffer, waardoor ze vaker vallen.’

‘Het risico van de huidige jeugd om osteoporose te ontwikkelen zal voor het eerst in de geschiedenis groter zijn dan voor de vorige generatie’

‘Bij onze levensstijl valt ook nog veel te halen. We nemen de auto naar kantoor, zitten de hele dag aan ons bureau en keren ’s avonds in de omgekeerde richting terug. Zeker in de winter zijn er veel dagen waarop we geen zon zien. En de schermgeneratie komt sowieso minder vaak buiten, terwijl kinderen en jongeren hun botmassa net moeten opbouwen door te bewegen. Het risico van de huidige jeugd om op latere leeftijd osteoporose te ontwikkelen zal daardoor voor het eerst in de geschiedenis groter zijn dan voor de vorige generatie.’

‘Wie osteoporose heeft, kan bisfosfonaten gebruiken om de botten te versterken. Ze halveren het risico op breuken en maken je mobieler en zelfredzamer. Maar ze hebben een slechte reputatie, omdat ze ook enkele bijzonder spectaculaire bijwerkingen hebben. De meest dramatische is wellicht het risico op afstervend kaakbot. Dat is uiteraard een afschuwelijk probleem, maar het komt vrijwel alleen voor bij verzwakte kankerpatiënten. Bij iemand die enkel osteoporose heeft, zie je zulke problemen bijna nooit. Toch worden die extreem zeldzame en ernstige bijwerkingen flink overbelicht. De successen van bisfosfonaten worden onterecht onder de mat geveegd.’

Toen het verzadigingshormoon leptine werd ontdekt, dachten wetenschappers dat ze de basis hadden gevonden voor een pil tegen obesitas. Die vlieger ging niet op. Komt zo’n pil er ooit wel? 

‘De farma-industrie blijft verwoede pogingen ondernemen om zo’n pilletje te ontwikkelen. Er ligt een grote markt voor het rapen en er bestaat nog steeds niets doeltreffends. Bij de middelen die er wel al zijn heb ik dikwijls bedenkingen. Zo kwam onlangs Mysimba op de markt, een pil die je lichaamsgewicht met 5 procent naar beneden haalt, op voorwaarde dat je ze blijft nemen. Niet spectaculair, maar toch mooi meegenomen. Tot je ontdekt dat Mysimba eigenlijk een combinatie is van twee goedkope medicijnen die al sinds de jaren 1960 op de markt zijn. En toch vraagt de firma die Mysimba commercialiseert 100 euro voor een maanddosis. Dat vind ik niet meer eerlijk. Patiënten met een belangrijk gezondheidsprobleem betalen daar een veel te hoge prijs voor. Het motiveert mij niet om dat pilletje voor te schrijven.’

‘Een pilletje tegen obesitas zou het probleem niet oplossen. We moeten ons gewoon meer bewust zijn van wat we doen en eten’

‘Dan nog zou een pilletje het probleem niet oplossen. We leven in een obesogene omgeving, waarin we constant geconfronteerd worden met ongezonde voeding. Je kan meer bereiken door je levensstijl aan te passen. We moeten ons gewoon meer bewust zijn van wat we doen en eten. Waarmee ik niemand wil beschuldigen: sommige individuen zijn opgevoed met verkeerde ideeën rond voeding of hebben overgewicht door antidepressiva, stress, een slechte slaapkwaliteit of een combinatie daarvan.’

Ruim de helft van de vrouwen heeft last van menopauzale kwaaltjes. Toch laat nauwelijks 10 procent zich behandelen met hormonen, de beste manier om ervan af te geraken. De rest heeft onterecht schrik.

‘In de interpretatie van medische literatuur maakt men niet altijd het verschil duidelijk tussen absolute en relatieve gezondheidsrisico’s. Wie de pil neemt, loopt bijvoorbeeld vier keer meer risico op een diepe veneuze trombose (een bloedstolsel in een diepgelegen ader, red.). Dat klinkt schrikwekkend. Maar kijk je naar de absolute cijfers, dan zie je dat het risico toeneemt van een op de tienduizend naar vier op de tienduizend. Het verschil wordt niet altijd voldoende gekaderd, waardoor mensen onterecht schrik wordt aangejaagd. Dat is ook zo bij hormoonsubstitutietherapie in de menopauze.’

‘We verwachten als maatschappij van vrouwen dat ze alle symptomen van de menopauze maar moeten aanvaarden. Het is iets natuurlijks, hoor je dan. Als je anderzijds zou voorstellen om alle mannen rond de vijftig te castreren, zou je waarschijnlijk op niet veel enthousiasme moeten rekenen.’

U gaat ook fel tekeer tegen fake medicine. U beweert onder andere dat bijnieruitputting niet bestaat. 

‘Alle diensthoofden endocrinologie van de Vlaamse universiteiten zijn het erover eens dat bijnieruitputting geen ziekte is. Het is een mythe. Een bijnierschorsinsufficiëntie is wel een erkende endocriene diagnose. Die aandoening heeft een typisch klachtenpatroon en is perfect aan te tonen volgens internationaal erkende criteria. Toch krijgen we geregeld patiënten over de vloer met in het bijzonder vermoeidheidsklachten die er na wat googelen van overtuigd zijn dat hun bijnieren niet meer werken. Ze worden gesteund door artsen met een ongezonde interesse in hormonen.’ 

‘Het probleem is dat patiënten die voor hun vermeende bijnieruitputting – ik heb een hekel aan dat woord – cortisone krijgen voorgeschreven. Ze krijgen dan inderdaad een tijdlang meer energie krijgen en hebben minder pijn. Helaas is dat effect tijdelijk en moet de cortisonedosis weer hoger. Hun eigen bijnierfunctie wordt onderdrukt, en de patiënten worden afhankelijk van hun medicatie. Die artsen zijn op die manier hun eigen patiënten aan het creëren. Wij zien vooral de vele slachtoffers van die hype, wier probleem niet is opgelost, integendeel.’ 

‘Wat mij daarin nog het meeste stoort, is dat als wij de originele labwaarden van die patiënten opvragen, we geen afwijkende hormonen vinden. Dat is toch wel bizar, niet? Toch krijgen die mensen een standaardpakket aan hormonen voorgeschreven die ze dan het best bij die specifieke apotheker moeten halen, en voedingssupplementen die ze via die specifieke link kunnen bestellen, en misschien ook nog een hormonaal supplement dat niet in België verkrijgbaar is. Voor de dure bloedanalyses en urinecollecties werken sommige van die artsen altijd samen met eenzelfde lab.’

Moet de overheid niet optreden tegen dergelijke wanpraktijken? 

‘De FOD Volksgezondheid verschuilt zich achter de diagnostische en therapeutische vrijheid van artsen, die stelt dat de overheid zich niet mag mengen in de keuzes van artsen bij de behandeling van patiënten.’

‘De speler die wel kan ingrijpen, is de Orde der Geneesheren, op voorwaarde dat de klachten van gedupeerde patiënten komen. Ik denk dat ze daar ondertussen wel voldoende op de hoogte zijn. Helaas blijft het daar oorverdovend stil.’

Controleerbare resultaten ontbreken ook over alternatieve behandelingen zoals hormoonyoga, wat je schildklier zou reactiveren. 

‘Ze mogen van mij alles verkondigen, op voorwaarde dat ze ook kunnen aantonen dat het correct en bewezen is. Ze mogen mij zelfs gerust uitnodigen om daar samen onderzoek naar te doen, maar ik wacht nog op het eerste gesprek. Ze trekken daarentegen een goed uitziende al dan niet gewezen mediafiguur aan die zich positief uitspreekt over hun theorieën en lokken zo klanten. Ik hoop dat ik ondertussen ook een goed uitziend mediafiguur ben geworden die hen kan overtuigen van het tegendeel (lacht).’

‘Lifestylecoaches hebben vaak weinig achtergrond en daardoor een tunnelvisie. Ze pikken een aspect uit hun verhaal en overbelichten dat’

‘Ik heb me eerder ook al uitgesproken over het overaanbod van lifestylecoaches allerhande. Dat zijn soms mensen die vanuit hun eigen problematiek zeer geïnteresseerd zijn geraakt in een onderwerp en vanuit hun eigen expertise spreken. Ze hebben vaak weinig achtergrond en daardoor helaas een tunnelvisie, pikken een aspect uit hun verhaal en gaan dat overbelichten. Ze hebben niet de brede achtergrond die artsen, psychologen en diëtisten hebben over gezondheid, psychologie en voeding. Zo’n coachingopleiding vervangt nooit de jaren studies aan een universiteit, de ervaring met patiënten, de nascholingen en het overleg met collega’s.’

‘Ik begrijp niet goed waarom mensen hun vertrouwen leggen bij die groep. Er wordt vaak gelachen met de uitspaak ‘uit wetenschappelijk onderzoek blijkt’. Toch blijf ik ervan overtuigd dat wetenschappelijke onderzoeken en resultaten de enige manier zijn om het onderscheid te maken tussen fantasie of wishful thinking en betrouwbare feiten. Dat moeten we blijven benadrukken. Het is net die pseudowetenschappelijke nonsens die de wetenschap in een slecht daglicht stelt.’ 

‘Ik maak heel weinig gebruik van mijn titels, stel me vaak gewoon voor als Guy T’Sjoen, maar misschien moet ik wat vaker vermelden dat ik als professor, dokter, hoogleraar verbonden ben aan het Universitair Ziekenhuis van de Gentse Universiteit. Hopelijk boezemt dat toch een beetje meer vertrouwen in dan een voormalige presentator of actrice die ineens het licht gezien heeft.’