Column

Zo help je écht je afweersysteem

Op sociale media circuleren talloze middeltjes die je immuunsysteem zouden versterken en het risico op een ernstige covid-19-infectie verkleinen. Maar kan je je immuunsysteem überhaupt een boost geven? Arts en journalist Marleen Finoulst legt het uit.

Een spray met bosbacteriën, groene groenten, roomboter, etherische olie op basis van oregano, hoge doses vitamine C, groene thee, een oplossing met colloïdaal zilver … het zijn maar enkele remedies die de media haalden tijdens de coronapandemie. Allemaal beweren ze het immuunsysteem een boost te geven en daarmee het risico op een ernstige vorm van covid-19 te verlagen. Kan je je immuunsysteem überhaupt een boost geven? Laten we beide begrippen – immuunsysteem en boost – eens onder de loep nemen.  

Zodra we besmet worden met een virus als SARS-CoV-2 treedt het immuunsysteem in actie. Dat bestaat uit verschillende lagen. De huid en de slijmvliezen vormen een eerste barrière. Het virus geraakt via neus of mond in de luchtwegen, waar de slijmvliezen het vangen en naar buiten proberen te borstelen. Daarvoor dient het snotteren en hoesten. 

Slaagt het virus er toch in dieper door te dringen en bindt het zich aan uitsteekseltjes van de longcellen, dan kan het die cellen binnendringen. Besmette longcellen lijven het genetisch materiaal van het virus nietsvermoedend in het eigen DNA in, waardoor ze nu zelf actief virusdeeltjes gaan produceren. Die worden vervolgens geassembleerd tot nieuwe coronavirussen. Deze virusjes breken uit de cel en gaan op zoek naar ‘verse’ cellen om zich verder voort te planten. 

Dat proces triggert de tweede laag van het immuunsysteem: de macrofagen, die overal in het lichaam op de loer liggen. Zij pikken de hulpsignalen op van de besmette longcellen en gaan er als een pacman-figuurtje op af: de geïnfecteerde lichaamscellen worden ‘opgegeten en opgeruimd’. Je kan je voorstellen dat het longweefsel daardoor wel schade oploopt. 

Je immuunsysteem een ‘boost’ geven is geen goed idee

Gealarmeerde macrofagen zenden op hun beurt signaalstoffen uit voor bijkomende hulp. Daarop reageren weer andere immuuncellen. Die migreren vanuit de bloed- en lymfebanen naar de plaats van onheil en zetten een cascade in gang die na één à twee weken moet uitmonden in de productie van antistoffen tegen het virus. De coronaspecifieke antistoffen binden met het virus en helpen het uit te schakelen. Deze immuunrespons gaat gepaard met ontstekingen, wat koorts uitlokt en vocht naar de infectiehaard doet sijpelen. Dat vocht belemmert de uitwisseling van koolstofdioxide en zuurstofgas, wat leidt tot kortademigheid. Bovendien kunnen sommige signaalstoffen die in groten getale vrijkomen tijdens de cascadereactie het longweefsel aanzienlijk beschadigen. Tot zover het gesofisticeerde systeem van onze natuurlijke afweer in een notendop.

Dat immuunsysteem een boost geven, veronderstelt dat je één van de stappen in de natuurlijke afweerreactie versterkt. Geen goed idee. De hinderlijke symptomen die gepaard gaan met een corona-infectie (griepachtige verschijnselen, koorts, hoesten, longaantasting …) zijn het rechtstreekse gevolg van de immuunreactie, en niet van het virus zelf. Je wil niet nog zieker worden. 

Producten die beweren het immuunsysteem te ‘boosten’, vermelden vaak ook het omgekeerde, namelijk dat ze de ontstekingsreactie verminderen. Dat wil je evenmin, want deze ontstekingsreactie is onderdeel van de immuunreactie tegen het virus. Kortom: je immuunsysteem een boost geven, houdt vanuit wetenschappelijk oogpunt geen steek.

Kunnen we dan helemaal niets doen om het afweersysteem optimaal te laten functioneren? Toch wel, namelijk door gezonde eet- en leefgewoontes aan te houden. Rook niet, beweeg voldoende, eet zoals aanbevolen in de omgekeerde voedingsdriehoek, matig je alcoholgebruik, slaap voldoende en beperk stress. Het zijn maatregelen die helaas niet sexy zijn, die moeite kosten en die niet te koop zijn. Het zijn wel de allerbelangrijkste voor een gezond immuunsysteem.