U merkte het ongetwijfeld zelf al: in de zomer voelen bossen koeler aan dan hun omgeving en in de winter warmer. Maar hoe groot het verschil in elk bos precies bedraagt, was tot nu toe koffiedik kijken.
Daar komt nu verandering in. Een internationaal team van ecologen onder leiding van doctoraatsstudent Stef Haesen en prof. Koenraad Van Meerbeek van de KU Leuven, bracht voor het eerst de temperatuur van alle Europese bossen in kaart. Ze maakten daarvoor gebruik van een netwerk van meer dan 1.200 kleine weerstations, verspreid over alle Europese bossen. ‘Dit netwerk van sensoren in bossen is uniek in zijn soort’, legt Haesen uit. ‘Het liet ons toe om de werkelijke temperatuur te registreren onder het bladerdak van grote én kleine bossen. Die informatie is cruciaal om de impact van klimaatverandering op en in bossen te analyseren.’
Op basis van de gegevens maakten de onderzoekers een gedetailleerde klimaatkaart op die het temperatuurverschil weergeeft tussen bossen en hun directe omgeving. Uit de resultaten blijkt dat de maximale temperaturen in Europese bossen in de zomer gemiddeld 2 graden Celsius kouder zijn dan die in hun directe omgeving en dat het verschil kan oplopen tot 10 graden. In de winter daarentegen zijn bossen gemiddeld 2 graden Celsius warmer met uitschieters tot 12 graden. ‘De bladeren en de takken van de bomen vormen een isolatielaag boven het bos die de opwarmende zonnestraling weerkaatsen’, legt prof. Van Meerbeek uit. ‘Bovendien zorgt de fotosynthese in de bladeren voor de verdamping van water, waardoor warmte wordt onttrokken aan de omgeving, en bossen in de zomer koeler zijn. Dit airco-effect kan hittegolven afzwakken, wat steeds belangrijker wordt in het opwarmende klimaat.’
Het onderzoek bracht grote verschillen binnen en tussen bossen aan het licht. Zo blijkt dat geen twee bossen hetzelfde zijn en dat de verschillen in de dichtheid van het bladerdak, de boomsoortensamenstelling en de topografie een grote invloed hebben op de bostemperatuur. Volgens Haesen is er sprake van een wetenschappelijke en technische doorbraak die er ongetwijfeld voor zal zorgen dat de voorspellingen van de verspreiding van planten en dieren accurater worden.
Er waren ook onderzoekers van de UGent en de UAntwerpen bij het onderzoek betrokken. Volgens prof. Pieter De Frenne van de UGent hebben onderzoekers informatie nodig van binnenin het bos, willen ze weten waarom een type bos op een bepaalde locatie voorkomt. ‘Met deze informatie kunnen we het bosmicroklimaat ook gaan sturen, zodat boomzaailingen de droogte en opwarming kunnen weerstaan en ze kunnen opgroeien tot de bossen van morgen’, vertelt hij.
Ook postdoctoraal onderzoeker Jonas Lembrechts van de Uantwerpen en is enthousiast over de resultaten. ‘Deze unieke database en samenwerking zet Vlaanderen op de kaart als wereldleider in het microklimaatonderzoek, een uitermate belangrijke discipline in het licht van klimaatverandering en de biodiversiteitscrisis.’
Voor het airco-effect van de bossen in jouw buurt kan je terecht op http://www.sglobelab.com/aircobossen/