Bacteriën jagen op extern DNA
12 juni 2018 door SSTMet ultrafijne structuren vangen bacteriën stukjes DNA in hun omgeving, om ze vervolgens naar binnen te sleuren.
Een van de verklaringen waarom resistentie tegen antibiotica zich zo snel kan verspreiden, is dat bacteriën aan horizontale genoverdacht doen. Daarbij wisselen de microben kleine stukjes DNA met elkaar uit, om deze vervolgens in hun eigen broncode in te bouwen – waarna ze de eigenschappen die met de stukjes extern DNA zijn verbonden, overnemen.
Die genoverdacht gebeurt via de poriën in de buitenste celwand van de bacteriën. De openingen zijn zo klein dat de stukjes DNA dubbel moeten worden geplooid om er doorheen te geraken. De kans dat ze dat op eigen houtje doen, is dus zeer klein.
Daarom beschikken cellen – bacteriën zijn ééncelligen – over minuscule, harpoenachtige structuren waarmee ze extern DNA naar binnen kunnen halen. Deze structuren worden pili genoemd (enkelvoud: pilus) en zijn tienduizenden keer dunner dan een menselijke haar.
Amerikaanse biologen hebben nu voor het eerst de manier waarop de pili het externe DNA naar binnen sleurt, in beeld kunnen brengen. Ze deden dat door zowel de cellulaire harpoenen als het DNA te kleuren.
Omdat ze pili zo veelzijdig werken, denken de onderzoekers dat ze ook nog andere functies hebben dan enkel op DNA jagen. Dat willen ze in een vervolgonderzoek nader gaan bestuderen.