Ze zien er fascinerend uit, houden er een bijzonder intrigerende leefwijze op na maar zijn zeldzaam: we hebben het over de harkwesp. En over bezorgde moeders, over vaders op café en over rebelse persoonlijkheden onder de insecten.
Het gaat razendsnel: op een mum van tijd wordt het nest geopend, wordt de schat gedeponeerd en gaat de nesttoegang terug hermetisch dicht. Enkel de kleine graafspoortjes in het zand verraden waar de dader zonet zijn kostbare schat begroef. Veel kusttoeristen hebben geen weet van de strijd om leven en dood die zich hier afspeelt en van de talloze crime scenes, maar voor mij is dit schouwspel goed voor een boeiend doctoraatsonderzoek.
De dader die ik zonet zag vliegen is een harkwesp, een zeldzame wespensoort met grote gifgroene ogen. De schat is een zweefvlieg die dient als prooi voor de larve van de harkwesp. Die larve ligt begraven in een knus nest onder het zand. En de crime scene, dat zijn de met mos begroeide duinen in het Zwin. Hier speelt zich een fascinerend schouwspel af: de bikkelharde overlevingsstrijd van de harkwesp.
Kusttoeristen hebben geen weet van de strijd om leven en dood die zich hier afspeelt. Voor mij is dit schouwspel goed voor een boeiend doctoraatsonderzoek
Al zes jaar lang bestudeer ik het gedrag, de leefwijze en de verspreiding van deze wesp. En omdat de soort vrij zeldzaam is, geef ik ook adviezen mee aan natuurbeheerders die harkwespen hebben in hun gebied. En ik moet toegeven: na zes jaar weet ik nog lang niet alles. Hoe meer ik over de soort te weten kom, hoe meer nieuwe raadsels zich aandienen.
Harkwespen zijn bijzonder intrigerend. Hun naam danken ze aan de grote stijve haren op de poten waarmee ze in het zand graven en nestgangen tot 20 cm diep maken. Net om die reden worden ze tot de groep van de graafwespen gerekend; wespensoorten die ondergrondse nesten maken voor hun larven en daar prooien achterlaten als voedsel voor de jongen. Broedzorg, zo heet dat in het vakjargon. Niet bijster veel insectensoorten doen dat. De meeste insecten leggen eitjes en kiezen daarna het hazenpad.
Graafwespen vertroetelen hun larven dus door ze regelmatig voedsel aan te brengen. Wat de harkwesp daarbij extra speciaal maakt is dat moeder wesp larve per larve grootbrengt: ze maakt dus één nest per keer, voedt de larve tot die klaar is om te verpoppen in de ondergrondse nestgang, maakt het nest daarna dicht en begint pas dan aan een volgend nest. Al die tijd vliegt moeder wesp heen en weer met prooien. En hoe groter de larve wordt, hoe sneller de prooien (zweefvliegen of andere vliegen) moeten worden aangebracht. En vader wesp? Zijn taak zit erop na de bevruchting. Hij gaat op café, drinkt nog wat nectar en gaat daarna de pijp uit.
Mannetjes van harkwespen zijn trouwens niet vies van een #metoo schandaal: zij komen in mei het eerst uit de nestgangen waarin ze verpopten en beginnen rusteloos rond te vliegen over de nestplaatsen waarin de vrouwtjes rusten. Die komen een paar dagen later uit en worden meteen tot ‘actie’ aangepord door de mannetjes. Er moet worden gezorgd voor nageslacht en daarbij lijkt ‘no time to waste’ nog de beste slagzin. Mannetjes vliegen achter alles wat beweegt en graven zelfs vrouwtjes in hun nestgang ongeduldig tegemoet. En komt een vrouwtje tevoorschijn, dan storten meerdere mannetjes zich op haar en kan er zelfs een heuse ‘harkwespbol’ ontstaan: mannetjes rollebollen dan letterlijk met een vrouwtje op het zand of in de lucht tot er één volhouder als overwinnaar overblijft. Hij zal zorgen voor nageslacht. Missie volbracht voor vader harkwesp.
Harkwespen zijn relatief zeldzaam in Vlaanderen. Ze komen voor in de met mos begroeide duinen aan de kust en op een paar plekken in het binnenland – zoals in De Kempen of het uiterste zuiden van het land - waar ook mosduinen te vinden zijn. Maar zoeken harkwespen ook soms verre en nieuwe horizonten op? Want als ze dat doen, dan kan er genetisch materiaal worden uitgewisseld en wordt de populatie sterker. En voor een soort die vrij zeldzaam is, is dat belangrijk om te weten. Ik knipte daarom een klein stukje van de vleugels af en onderzocht dat in het labo. Geen paniek; de wespen ondervinden daar geen hinder van en kunnen na de staalname gewoon verder vliegen.
Uit het genetisch onderzoek blijkt dat harkwespen van aan de kust hun heil zoeken in het binnenland, tot zelfs 300 kilometer verder, maar dat harkwespen van het binnenland zich niet verplaatsen naar nieuwe horizonten. Zij blijven liever onder de kerktoren. Een en ander heeft te maken met de grotere harkwesppopulaties aan de kust: een aantal kustbewoners trekt zijn avontuurlijke schoenen aan, en besluit de geboorteplaats te verlaten, klaar voor een nieuw avontuur op onbekend terrein. Het genetisch onderzoek toont daarom aan dat het belangrijk is de grote kustpopulaties goed te beschermen: enkele ontdekkingsreizigers van aan de kust zwermen uit en zorgen voor genetische uitwisseling met de populaties in het binnenland. Insecten met een eigen persoonlijkheid of met een ik-doe-mijn-eigen-goesting-houding? Harkwespen lijken aan te tonen dat ze bestaan.
Het gedrag van harkwespen is niet alleen daarom voer voor fascinerend onderzoek: het zijn solitaire wespen die hun jongen alleen opvoeden, maar toch maken de moeders hun nestgangen in de buurt van andere moeders. Dat lijkt inderdaad niet erg logisch, maar harkwespen maken gebruik van de zogenaamde selfish herd of van ‘egoïsme in groep’: door bij elkaar in de buurt nesten te maken, brengen de moeders potentiële parasieten (voornamelijk kleine dambordvliegjes) in de war. Die vliegjes zijn uit op de prooien die moeder wesp zo zorgzaam verzamelde voor haar nageslacht en die bewaard worden in het nest. Door enerzijds de nesten dicht te maken nadat een prooi is afgeleverd, maar door anderzijds de nesten zo dicht bij elkaar te maken in clusters, proberen de moeders de dambordvliegjes te verschalken. Samen sterk is daarbij de leuze. Op dat vlak lijken harkwespen wel wat op een school vissen: vissen in groep worden makkelijker opgemerkt door een haai, maar de kans dat je als individu ontsnapt aan de rijen haaientanden is groter als je je in groep voortbeweegt. Met wat geluk is het niet jij, maar je buurman of buurvrouw die wordt opgevreten.
Het genetisch onderzoek toont daarom aan dat het belangrijk is de grote kustpopulaties goed te beschermen: enkele ontdekkingsreizigers van aan de kust zwermen uit en zorgen voor genetische uitwisseling met de populaties in het binnenland
Harkwespen doen het relatief goed en de populaties gaan erop vooruit. Dat heeft zeker te maken met de droge en warme zomers van de afgelopen jaren, maar er loert helaas een ander gevaar om de hoek: grote grazers die worden ingezet om duingebieden open te houden - zoals paarden en runderen – kunnen door hun gewicht veel nesten en poppen vertrappelen. Begrazing in harkwespgebied is daarom geen eenvoudig verhaal. Samengevat zou je kunnen zeggen dat er een regel van drie is: zijn de duinen open en heeft de wind nog vrij spel, dan zijn grazers niet nodig voor natuurbeheer. Maar beginnen de duinen te begroeien en neemt de winddynamiek af, dan kunnen beheerders beter kijken of begrazing met schapen of handmatige verwijdering van de begroeiing mogelijk zijn. Op die manier is er veel minder kans op vertrapping en worden heel wat harkwespnesten gespaard. En zijn beide voorgaande opties niet meer mogelijk, dan kunnen paarden en runderen worden ingezet. Hoe meer nesten er door dit drietrapssysteem gespaard worden; hoe beter, want elke vertrapping van deze zeldzame soort is er eentje te veel.
Ga je wandelen in het Zwin, kijk dan tussen begin mei en eind augustus goed rond of je geen grote wesp met fel lichtgroene ogen ziet. Misschien zie je wel daders die met schatten komen aanvliegen of vind je crime scenes in het zand. Maar kijk uit waar je je voeten plaatst. Je wil toch geen nesten of poppen vertrappelen van één van Vlaanderens meest fascinerende insectensoorten?
Er loert helaas een ander gevaar om de hoek: grote grazers kunnen veel nesten en poppen vertrappelen
Meer weten?
Wil je meer weten over de harkwesp en het boeiende onderzoek van Femke Batsleer? Beluister dan de podcast die het INBO (Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek) hierover maakte. Je vindt het audioverhaal op Spotify (https://ap.lc/6o3aX) en Google Podcasts (https://ap.lc/MUfm4).