Bultrugwalvis kent tradities
25 april 2013 door MAOnderzoekers stelden vast dat er binnen afzonderlijke walvispopulaties tradities ontstaan die sociaal worden aangeleerd en doorgegeven, soms zelfs over populatiegrenzen heen.
De bultrugwalvis heeft cultuur. Onderzoekers stelden vast dat er binnen afzonderlijke walvispopulaties tradities ontstaan die sociaal worden aangeleerd en doorgegeven, soms zelfs over populatiegrenzen heen.
Cultuur wordt gedefinieerd als gedeeld gedrag dat wordt doorgegeven via een sociaal leerproces. Van zeezoogdieren wordt al langer gedacht dat ze een uitgesproken cultuur met tradities kennen, en nu bevestigt een nieuwe studie van het National Marine Sanctuary in de VS dat sociale interactie inderdaad de belangrijkste factor is bij het doorgeven van bepaalde gedragingen.
De biologen volgden een culturele evolutie in het eetgedrag van de bultrugwalvis. Om zich te voeden gebruiken walvissen normaliter een ingenieuze techniek waarbij ze een net van luchtbellen onder een school vissen blazen. Een deel van de vissen wordt op die manier gevangen door het bubbelnet, waardoor de walvis er enkel met de mond open doorheen hoeft te zwemmen.
Vernieuwer
In 1980 zagen walvisspotters echter iets vreemds. Een eigenwijze bultrugwalvis sloeg een paar keer met zijn staartvin op het water, om dan pas naar de vis te duiken. Zekerheid over het nut van de actie bestaat er niet, maar kenners vermoeden dat de vissen die het toekomstige walvismaal zullen vormen, uit angst voor het lawaai dichter bij elkaar gaan zwemmen.
Geïntrigeerd door de gedragswijziging onderzochten de Amerikaanse wetenschappers 27 jaar lang de verspreiding van het staartvinklappen, lobtailinggedoopt, bij een populatie van bultrugwalvissen nabij de Stellwagenbank in de VS. Tussen 1980 en 2007 werden 653 verschillende walvissen gespot, goed voor een totaal van 73.790 waarnemingen. De biologen wilden met een nieuwe analytische techniek nagaan op welke manier bultrugwalvissen het gedrag van hun soortgenoten overnamen.
De onderzoekers gingen ervan uit dat sociaal overdraagbare handelingen zich sneller verspreiden tussen individuen die veel tijd met elkaar doorbrengen. Door te analyseren welkebultruggen het lobtailentoepasten, wanneerze dit deden, en of hun omgevingsgenoten het gedrag ook al kenden, konden ze nagaan of sociale interactie een rol speelde in de overname van het gedrag. Ze stelden vast dat bultruggen met goede ‘walvisvrienden’ die al lobtailden, inderdaad geneigd waren de techniek over te nemen. Daaruit besluiten de onderzoekers dat culturele overdracht wel degelijk achter de snelle verspreiding zit.
Volksliederen
Lobtailing is niet het enige bekende walvisgebruik. Eerder werd al vastgesteld dat walvispopulaties onderlinge zangtradities hebben. Mannelijke bultruggen die samenleven in hetzelfde gebied, zingen een specifiek lied op weg naar hun voortplantingsplaats, hun eigen ‘volkslied’. Het lied verschilt meestal volledig van dat van soortgenoten aan de andere kant van de oceaan. De melodie verandert door de jaren heen, net zoals het lobtailen,als gevolg van culturele evolutie, en in sommige gevallen zelfs revolutie.
Onderzoek aan de University of Queensland bracht in kaart waar nieuwe liederen ontstaan, en hoe ze zich door de Stille Oceaan verspreiden. De resultaten tonen aan dat de grootste populatie bultruggen, die voor de kust van Australië woont, telkens als eerste met een nieuw deuntje op de proppen komt. Dat lied verspreidt zich vervolgens over een periode van enkele jaren als een golf van west naar oost. Wanneer het lied de walvissen het verst in het oosten, nabij Frans-Polynesië, eindelijk bereikt, hebben de westerse bultruggen al een nieuw nummer gecomponeerd.
Een populatie overtuigen om een nieuw lied te gaan zingen, gaat niet altijd geleidelijk. Tussen 1996 en 1997 namen Australische onderzoekers van de University of Sidney waar hoe één walvis een groep van bijna honderd bultruggen warm maakte voor zijn eigen melodie. In één jaar tijd namen 88 van de 91 gespotte exemplaren het nieuwe deuntje over, en in 1998 was er geen walvis meer die het oude lied nog zong. Bij zo’n snelle wijziging spreken de onderzoekers niet meer van een culturele evolutie, maar van om een vocale revolutie. Die snelheid werd nog bij geen enkele andere diersoort waargenomen.