De Europese landbouw is kwetsbaar voor weersextremen, maar heeft ook de sleutel in handen. Door goed te kiezen hoe boeren hun land beheren, kunnen ze zich wapenen tegen droogte en piekregens. Meer dan duizend observaties over heel Europa tonen dat het vooral belangrijk is om de bodem bedekt te houden met levende planten, ook in de winter.
In 2018 betaalde Vlaanderen bijna honderdvijftig miljoen euro schadevergoeding uit aan de landbouwsector om de gevolgen van droogte te vergoeden. Dat is ongeveer twee procent van de totale omzet van de hele land- en tuinbouwsector in Vlaanderen. Dat is veel. Landbouwers moeten steeds meer zelf instaan voor de risico’s die ze nemen. Waar de overheid tot voor kort schadevergoedingen uitbetaalde, moet de boer zich nu zelf verzekeren tegen risico’s van weersextremen. Hoe kan een boer zich beter wapenen tegen de klimaatverandering, vroeg ik me af?
Om onze bodems beter aan te passen aan weersextremen, moeten ze water goed doorlaten én vasthouden. De structuur van onze bodems verbeteren is dé opgave voor de toekomst. Als water beter blijft vasthangen in de bodem, kunnen planten er namelijk ook langer gebruik van maken. Het doel is dus duidelijk, maar de vraag die ik me stelde was: ‘Van welke maatregelen hebben we wetenschappelijk bewijs dat ze er effectief voor zorgen dat de bodem meer water doorlaat en vasthoudt?’.
Een bodem is een beetje als een microscopische spons. Ze zit vol kleine en grote holtes waar water in kan blijven hangen en doorstromen. De spons verandert ook steeds door allerlei bodemdieren die nieuwe gangen en structuren maken. Als de holtes deels opgevuld raken met modder of platgedrukt worden met zware machines, kan het water er niet meer makkelijk doorstromen. Veel landbouwbodems in Europa kan je vergelijken met een platgereden en toegeslibte spons. Bovendien zijn ze ook vaak verarmd aan koolstof en laat dat nu net de krachtvoeding zijn van de bodemdieren die weer nieuwe gangen en structuren kunnen maken.
Een weelde aan adviezen, maar welke moet je kiezen?
Buiten zijn eigen ervaring en die van zijn buren is het voor een boer niet altijd makkelijk om te weten welk advies hij of zij kan vertrouwen. Na tientallen jaren van bodem- en landbouwonderzoek is het bovendien vaak nog onduidelijk voor welke praktijken nu echt bewijs is. Toch merk ik elke dag in de krant, op de radio en op tv dat iedereen wel een mening heeft over wat boeren wel en niet zouden moeten doen. Daarom onderzocht ik samen met een team van agronomen, bodemkundigen en sociale wetenschappers uit België, Zweden, Nederland, Zwitserland en Italië wat nu echt werkt volgens de wetenschap. Naast de maatregelen zelf, bestudeerden we ook wat ervoor zorgt dat boeren die praktijken ook kunnen toepassen op hun akkers.
Grasduinen in meer dan honderd jaar landbouwonderzoek
We namen alle studies onder de loep die onderzoeken hoe landbouwbeheer ervoor zorgt dat de bodem beter water kan doorlaten en vasthouden. Met landbouwbeheer bedoel ik onder andere de manier van ploegen, de keuze van gewassen, het toevoegen van compost, teelten irrigeren en nog veel meer. Voor al deze praktijken samen vonden we meer dan 10 000 observaties over heel Europa.
Hoewel we over alle Europese klimaatzones, bodemtypes, gewassen en tradities heen veel variatie verwachtten, vonden we drie duidelijke trends :
-
Het is belangrijk om de bodem heel het jaar door bedekt te houden met levende planten.
-
Stoppen met ploegen is geen heilige graal.
-
Plantenresten toevoegen zorgt ervoor dat bodem water beter kan doorlaten en vasthouden.
Bodembedekking met levende planten werkt
Als je de bodem continu en overal bedekt houdt met levende planten, stimuleer je het bodemleven en de opslag van koolstof. Beide zijn essentieel om een goede bodemstructuur te ontwikkelen. In een zo’n bodem kan het water makkelijker infiltreren en blijven hangen voor later.
Boeren hebben veel verschillende opties om voor een levende bodembedekking te zorgen. Ze kunnen inzetten op vanggewassen zoals koolzaad of Facelia in de winter. Ze kunnen gras onderzaaien in hun maïsveld of grasstroken aanleggen tussen de rijen fruitbomen. Het is natuurlijk niet al goud wat blinkt. Landbouwpraktijken komen altijd met voor- en nadelen. Zo nemen die extra planten ook extra water op. Dat kan een nadeel zijn in regio’s die het hele jaar rond erg droog zijn. Momenteel zie je dus in het mediterraans gebied veel minder vanggewassen dan in onze regio’s.
Stoppen met ploegen is geen zaligmakende oplossing
Landbouwonderzoekers bestuderen al meerdere decennia de effecten van minder of zelfs helemaal niet meer ploegen op de akkers. Tot mijn verbazing waren de resultaten van die experimenten gemengd. De bodemdeeltjes gaan vaak dichter tegen elkaar zitten. De bodem heeft dan een hoge bulk dichtheid. Dat is op het eerste zicht niet goed, want dan verwacht je dat er minder ruimte is voor water en zuurstof in de bodem. Andere studies tonen dan weer dat er toch meer water in de grond blijft als de akker minder wordt geploegd. Daarnaast is het ook duidelijk dat er meer onkruid groeit zonder ploegen. Daardoor gebruiken boeren meestal meer herbiciden als ze de ploeg vaker aan de kant laten.
Alles wat bodemverdichting tegengaat heeft wel een duidelijk positief effect. Eerder dan een ban op ploegen, moeten we dus misschien evolueren naar minder, goed getimede en lichtere machinale bewerking in het algemeen. En als bodems al te veel samengedrukt zijn in het verleden, breken boeren daar best de harde laag open met machines of met aangepast planten met sterke, diepe wortels.
Organisch materiaal toevoegen zorgt voor een betere bodemstructuur
Afbrekend plantenafval is de mortel die de stenen van het bodemhuis samenhoudt. Het lijmt de bodemdeeltjes vast en zorgt voor een betere structuur. Dat zien we ook in een klein aantal studies. Wat ik interessant vond is dat dat organisch materiaal lang niet alles is. Je mag nog zoveel compost aanbrengen als je wil, als je bij nat weer met machines op diezelfde akker rijdt, zal de bodemstructuur nog steeds slecht blijven. Ik leerde daar vooral uit dat je nooit maatregelen helemaal los van elkaar kan en mag beschouwen als je naar de landbouw kijkt.
Het is duidelijk dat organische toevoegingen als plantenoverschotten, compost, dierlijke mest, houtsnippers en ook biochar de bodemstructuur positief beïnvloeden. Een uitdaging hierbij blijft wel dat het materiaal lokaal beschikbaar moet zijn voor de boer en liefst in grote hoeveelheden. Dat is niet altijd het geval.
In ons onderzoek konden we ook trends vinden die vooral bij wetenschappers populair zijn. Over één specifiek materiaal schrijven onderzoekers bijzonder veel: biochar. Biochar zijn verkoolde plantenresten die ontstaan wanneer je plantenafval verbrand aan hoge temperaturen zonder zuurstof. Biochar is erg stabiel en gaat dus jaren mee in de bodem. Gewone plantenresten verdwijnen wel snel. Hoewel de wetenschap uit de bol gaat voor dit stabiele goedje, blijven de boeren gereserveerd. Voorlopig gebruiken ze amper biochar. Om de landbouw duurzamer te maken is er dus meer nodig dan wetenschappelijk bewijs aanleveren. Het moet passen in het landbouwbedrijf, in het economisch en wetgevend kader en de nieuwe kennis moet ook bij de landbouwers aankomen.
Op elk potje past een deksel en er zijn veel potjes
Uit de 10000 observaties kwamen dan wel een aantal praktijken naar voor, toch zagen we vooral ook duidelijk dat landbouw heel context-afhankelijk is. Geen praktijk is ideaal in alle combinaties van bodem, klimaat en gewassen. Je mag nog zoveel organisch materiaal toevoegen, als je de bodem kapotrijdt met machines bij te nat weer heeft dat weinig effect. Het is dus oppassen met algemeenheden. Daarom is het belangrijk om verder onderzoek te doen naar hoe we die context-specifieke relaties tussen landbouwpraktijken en de waterregulerende functie van bodem kunnen ontrafelen. Fascinerend werk op de plank voor onderzoekers dus en daar ben ik blij om!
-
Zaai al eens koolzaad, facelia, klaver of lupina na je groeten. Deze planten bedekken de moestuin tijdens de winter en verbeteren ook met hun wortels de bodemstructuur.
-
Je hoeft niet elk jaar je bodem om te spitten over de volledige diepte van je spade, maar manuele oppervlakkige bodembewerking waar je inzaait is zeker positief om oppervlakkige verdichting tegen te gaan, zonder het hele bodemleven te verstoren.
-
In je tuin heb je meestal veel afval: schillen uit de keuken, snoeiafval, bladeren, houtsnippers. Gebruik deze afvalstromen voor je moestuin: mulch met afgevallen bladeren in de winter, composteer en gebruik die compost als bodemverbeteraar, gebruik stro of houtsnippers tussen je groenten/fruit om je bodem te beschermen tegen uitdroging. Al dat organisch materiaal is prima krachtvoer voor het leven in je bodem en zorgt voor een betere structuur.