De auteurs van de nieuwe studie in het vakblad 'Ecology and Evolution', een team geleid door doctoraatsstudent Jonas Lembrechts van de Universiteit Antwerpen, laten zien dat er op kleine schaal in onze landschappen heel wat variatie in omgevingscondities is, en dat elk van die verschillende habitats een andere eigenschap van de exoten bevoordeelt.
De studie bracht verschillende eigenschappen aan het licht die de lokale vegetatie kwetsbaar (zoals temperatuur, de beschikbaarheid van licht, de inheemse plantenrijkdom en bodemvruchtbaarheid) en exoten succesvol maken (zoals grootte, fotosynthetische efficiëntie en elementensamenstelling van de plant). Invasieve soorten slaagden er veel beter in dan hun niet-invasieve collega’s om op kleine schaal hun eigen eigenschappen te matchen met die van hun omgeving. De meeste invasieve plantensoorten produceerden meer zaden dan de niet-invasieve exoten, en dat zelfs in systemen die normaal gezien als moeilijk te invaderen worden beschouwd. Tenminste, als ze het benodigde arsenaal eigenschappen hadden om met die condities om te gaan.
Dit toont aan dat de strijd tussen invasieve planten en de inheemse vegetatie waarschijnlijk op de kleinste schaal wordt gewonnen, waarbij invasieve soorten die sites uitkiezen die het best passen bij hun eigen arsenaal eigenschappen. Helaas betekent dit ook dat het er niet gemakkelijker op geworden is om het invasieve succes van exoten te voorspellen. Ja, uitheemse plantensoorten met een grote zaadproductie hebben een grotere kans om invasief te worden, maar die zaadproductie zelf wordt op de kleinste schaal heel sterk beïnvloed door de match tussen de lokale habitatcondities en de eigenschappen van de plant. En, zoals de studie aantoont, die lokale ‘matchmaking’ zorgt vaak genoeg voor verrassingen.
Bron:
Dit artikel verscheen origineel in het Engels op lembrechtsjonas.wordpress.com.