Slagen we erin de planeet leefbaar te houden wanneer we met tien miljard zijn, en zo onszelf van de ondergang te redden? In De Tovenaar en de Profeet schetst de Amerikaanse auteur Charles C. Mann twee totaal verschillende visies op hoe we dat voor elkaar kunnen krijgen.
De profeet uit de titel is ecoloog William Vogt (1902-1968), de grondlegger van de ‘apocalyptische milieubescherming’, het idee dat we onze consumptie drastisch moeten reduceren om wereldwijde rampspoed en onze eigen ondergang te vermijden. Overschrijden we de draagkracht van de ecosystemen waarvan we afhankelijk zijn, dan zal dat uiteindelijk tot de ineenstorting van die ecosystemen leiden. Met zijn ideeën ligt Vogt aan de basis van de moderne milieubeweging.
De Amerikaanse landbouwkundige Norman Borlaug (1914-2009) staat model voor de tovenaar en het bijbehorende techno-optimisme. Borlaugs onderzoek ligt aan de basis van de zogenoemde Groene Revolutie die door een combinatie van veredelde gewassen, betere bemesting, irrigatie en plaagbestrijding wereldwijd graanoogsten spectaculair deed toenemen.
De twee mannen vertegenwoordigen twee radicaal verschillende visies op de milieuproblematiek. Volgens de ‘profeten’ zit er niets anders op dan het roer drastisch om te gooien en op kleinere voet te gaan leven. De ‘tovenaars’zien de oplossing in wetenschap en technologie. In ons denken over duurzaamheid en milieu bevinden we ons volgens Mann allemaal op een continuüm met beide visies aan de uiteinden van dat spectrum.
In hoeverre heeft de achtergrond van Borlaug en Vogt hun ideeën bepaald?
Norman Borlaug kwam uit een arme landbouwersfamilie, moest hard werken en haatte dat werk. Door de komst van de tractor was zijn familie veel beter af, en hij was de eerste in de familie die kon gaan studeren. Je snapt hoe zo iemand tot de conclusie komt dat gemechaniseerde, industriële landbouw veel beter is.
Vogt groeide op op Long Island bij New York, één van de eerste gebieden in de Verenigde Staten die werden opgegeten door buitenwijken. Hij zag hoe het paradijs uit zijn jeugd werd vernietigd, hoe vogels verdwenen en moerassen werden drooggelegd. Dat heeft hem bezorgd gemaakt over onze impact op de natuur.
Wat bepaalt of mensen zich eerder aangesproken voelen door de visie van de tovenaars of de profeten?
Het draait allemaal om onderliggende waarden. Mensen hebben het vooral over praktische aspecten. Ze zijn bijvoorbeeld tegen kernenergie door het afvalprobleem. Maar het gaat ook om een dieperliggende afkeer van grootschaligheid en machtsconcentratie. De discussie tussen tovenaars en profeten is er één over het goede leven en wat het betekent om mens te zijn. Tovenaars lopen hoog op met individuele vrijheid en hebben niets tegen grootschaligheid en globalisering. De profeten zijn in de regel meer gericht op de lokale gemeenschap en verkiezen kleinschaligheid.
Waar komt de afkeer van grootschaligheid volgens u vandaan?
Dat heeft te maken met het idee dat wat te groot is, zoals reusachtige, gecentraliseerde energiecentrales, inherent anti-democratisch is. Dat de mensen die het dan voor het zeggen hebben te weinig voeling hebben met de mensen voor wie ze werken. De financiële crisis van 2008, waarbij bankiers speelden met de levens van mensen, toont dat die vrees niet geheel ongegrond is.
De verschillen tussen beide visies worden erg duidelijk in de discussie over het optimale landbouwsysteem.
Ja, die gaat ook over de rol van landbouw in de samenleving. Tovenaars willen mensen bevrijden van het harde labeur op het veld, zodat ze naar de stad kunnen verhuizen om rijkere, productievere burgers te worden. Profeten vinden dat verschrikkelijk. Zij zien landbouw als een fundamentele menselijke activiteit met een lange traditie. Zij willen dat boeren beter worden betaald en onder beter omstandigheden kunnen werken, niet dat ze bijna allemaal verdwijnen. Aangezien dat ethische kwesties zijn, is het niet makkelijk te bepalen wie gelijk heeft.
'Pleiten voor soberheid of technologie: in beide gevallen is het een gok, zonder garantie op succes'
U neemt in het boek geen standpunt in. Wat hoopt u ermee te bereiken?
Ik heb het geschreven met een jong publiek in gedachten. Toen ik in de jaren 1970 op de middelbare school zat, was bijna de helft van de mensen op aarde ondervoed. Mijn dochter, in 1998 geboren, heeft daar geen idee van. Veel mensen zijn zich niet bewust van de geweldige verwezenlijkingen sindsdien en zien enkel de problemen van vandaag. Ik wil dat ze begrijpen hoe we hier zijn geraakt en wat er op het spel staat, zodat ze beter kunnen nadenken over wat we moeten doen.
Ted Nordhaus, één van drijvende krachten achter het ecomodernisme, dat een techno-optimistisch alternatief voor de klassieke milieubeweging wil bieden, zegt daarover: ‘De modernisering veroorzaakt problemen, maar die zijn doorgaans minder groot dan de problemen die erdoor worden opgelost.’
Ted is een goede vriend van mij. Maar wat hij zegt is een gok. Profeten zullen zeggen: ‘Ja, we hebben problemen opgelost, maar op een manier die op langere termijn tot rampen zal leiden.’Mensen als Ted Nordhaus denken dat het wel los zal lopen en dat we onze problemen met technologie zullen kunnen oplossen. Voor een profeet lijkt dat waanzin, alsof je een vuur wil blussen door er wat benzine op te gieten.
Is de overtuiging dat we erin zullen slagen soberder te gaan leven niet evengoed een soort geloof, niet in technologie maar in de maakbaarheid van ons gedrag?
Precies. Beide wagen een gok, zonder garantie op succes.
Tovenaars zullen wijzen op technologische verwezenlijkingen, zoals de Groene Revolutie van Borlaug. Wat kunnen de profeten daar tegenover stellen?
In 1800, niet zo heel lang geleden, was er geen enkele plaats waar slavernij illegaal was. Naar schatting twee derde van de mensen was toen onvrij. Vandaag is slavernij nergens nog legaal. Er zijn naar schatting nog 27 miljoen slaven. Een gigantisch aantal, maar een schijntje van wat het ooit was. Vrouwen namen niet deel aan het publieke leven, konden niet studeren, scheiden of vaak zelfs geen eigendom bezitten. Er staat ons nog veel te doen, #metoo indachtig, maar ook op dat vlak is er veel verbeterd.
Ziet u onze levensstijl omgooien als een uitdaging van hetzelfde kaliber?
Ik denk dat het makkelijker is. Slavernij was een fundamenteel menselijk gebruik. De Code van Hammurabi gaat al over regels om mensen te kopen en verkopen. Archeologen hebben geen enkele beschaving gevonden waar vrouwen het voor het zeggen hadden. Dat hebben we allemaal veranderd.
U hebt voor uw boeken veel gereisd. Hoe kijken arme mensen naar deze kwesties? Tovenaars verwijten profeten weleens de armen te benadelen: wij kunnen ons de luxe permitteren voor soberheid te pleiten, zij leven sober uit noodzaak.
Dat is te simplistisch. Als je écht arm bent en honger hebt, denk je enkel aan morgen, en terecht. Maar zodra ze een beetje ademruimte hebben, denken mensen na over dezelfde kwesties als wij. Ook mensen die maar een beetje welvarend zijn, willen geen vuile lucht inademen. Als je de dagboeken van mensen uit Londen tijdens de industriële revolutie leest, zie je dat ze maar al te goed wisten dat de lucht smerig was, en dat ze zich daar boos om maakten.
'Beide visies hebben tot mensenrechtenschendingen geleid, elk op hun manier.'
Vaak lijken profeten er een misantropisch wereldbeeld op na te houden: de mens is een plaag en de wereld zou beter af zijn zonder ons. Hoe komt dat?
Dat is een minpunt van de profeten, een gevolg van een visie op de natuur als iets puur, waar de mens geen deel van uitmaakt. Er zit ook een christelijk element in: de mens die de tuin van Eden om zeep helpt. De enige manier om de natuur puur te houden is de mens eruit te houden. Eén van de kwalijke gevolgen daarvan is de creatie van natuurparken wereldwijd door mensen eruit te schoppen. De oprichting van het Amerikaanse Yosemite Nationaal Park ging quasi met een genocide gepaard.
Ook tovenaars hebben overigens vaak blind voor de implicaties van hun visie. De Groene Revolutie heeft op verschillende plaatsen de kloof tussen arm en rijk vergroot. Miljoenen boeren wereldwijd zijn hun land kwijtgeraakt. Beide visies hebben tot mensenrechtenschendingen geleid, elk op een totaal andere manier.
De waarschuwingen voor het probleem van overbevolking, niet alleen door Vogt, maar ook door latere ‘profeten’ zoals Paul Ehrlich met zijn boek The Population Bomb in 1968, heeft tot massale sterilisatiecampagnes in de derde wereld geleid, vaak onvrijwillig. U hebt met Paul Ehrlich gesproken. Hoe kijkt hij daarop terug?
Een interessante kwestie. Ehrlich is geen monster en vond die mensenrechtenschendingen weerzinwekkend. Hij heeft daar naar eigen zeggen nooit om gevraagd. Dat is niet helemaal correct, maar goed.
Hoezo?
Ehrlich was vaak op televisie en schreef heel veel artikels. Je kunt gevallen vinden waarin hij wel degelijk tot dergelijke acties oproept. Maar mensen laten zich meeslepen en ik denk niet dat het eerlijk is om in die honderden artikels naar dat ene zinnetje te zoeken. Maar je vindt het dus wel.
Hij zegt dat hij, als hij The Population Bomb vandaag zou schrijven, meer zou focussen op consumptie en minder op overbevolking. Maar hij ziet de relatie tussen overbevolking en consumptie nog steeds als erg eenvoudig. Ik denk dat dat een vergissing is. Dat verband is allesbehalve rechtlijnig. Niet alle consumptie is gelijk. Stel dat ik operakaartjes koop voor arme kinderen. Of ik laat met datzelfde geld een mooi bos kappen. Beide dragen bij tot het bruto binnenlands product, maar de impact is totaal verschillend.
'Technisch gezien kan je wel oneindig groeien op een eindige planeet'
U praatte ook met Dennis Meadows, die meeschreef aan het rapport van de Club van Rome. Die wordt boos wanneer u hem confronteert met voorbeelden van hoe economische groei tot het oplossen van milieuproblemen leidt.
Ja, die vond mij een idioot.
‘De feiten zijn duidelijk’, volgens Meadows. ‘Je kan niet oneindig groeien op een eindige planeet.’
Ik ben wiskundige. Oneindig is voor mij iets waarvan je echt niet weet waar het eindigt. Voor iemand als Meadows betekent het ‘steeds meer’. Technisch gezien denk ik dat je dan wel oneindige groei kan hebben op een eindige planeet. Als je die groei vooral realiseert door operatickets te kopen en niet door bossen te kappen.
Volgens de ecomodernisten moeten we economische groei en milieu-impact van elkaar loskoppelen.
Ja, en iemand als Meadows denkt dat dat niet kan. Ik denk dat we nog niet weten of het kan.
Mensen als Ehrlich en de Club van Rome hebben herhaaldelijk voor de nakende ondergang gewaarschuwd. Die voorspellingen zijn niet uitgekomen, zeggen hun critici. We hadden in essentie gelijk, is vaak de repliek. Hoe kunnen we ooit ernstig debatteren als er zelfs geen eensgezindheid is over of voorspellingen al dan niet zijn uitgekomen?
Daar ben ik het helemaal mee eens. Ik vind die discussie ook erg fascinerend. Het is duidelijk dat de profeten gelijk hebben in de zin dat er maar een eindig aantal atomen op aarde zijn. Er is maar een beperkte hoeveelheid zoet water. Ook andere grondstoffen zijn eindig. De empirische vraag is of die grenzen ertoe doen.
Dat is het debat over de zogenoemde ‘planetaire grenzen’, waarbinnen we comfortabel kunnen leven. Volgens de bedenkers van dat concept zouden we onder meer bepaalde niveaus van oceaanverzuring, biodiversiteitsverlies, landgebruik en vervuiling beter niet overschrijden.
De vraag is dan hoe relevant die grenzen zijn. Beide partijen zijn zekerder van hun stuk dan ze zouden moeten zijn. Ik vind de poging om te bepalen of er zulke grenzen zijn positief. Maar ik zou graag meer inspanning zien om dat empirisch te testen.
Eerder dit jaar noemde Ehrlich in The Guardian de instorting van onze beschaving in de komende decennia nog ‘een bijna-zekerheid’. Is het probleem met dergelijke voorspellingen niet dat ze veel te vaag zijn?
Precies. In zijn boek Against the Grain kijkt James Scott naar de vroegste beschavingen, zoals die van de Sumeriërs. Vaak zie je hoe volkeren zich onder invloed van bijvoorbeeld klimaatverandering meer hebben verspreid. Dat lijkt mij geen ‘instorting’ maar een vrij veerkrachtige reactie op veranderende omstandigheden. Waarom zou overschakelen op een andere manier van leven per se iets slecht zijn?
Is de boze reactie van iemand als Dennis Meadows tekenend voor de staat van het debat?
Het is een dovemansgesprek. Ik ben overigens ook al door tovenaars dom genoemd. Met mijn boek wil ik van tovenaars geen profeten maken, of omgekeerd. Maar ik hoop dat beide partijen elkaar serieus nemen en begrijpen waarom de ander zo denkt.
'Zullen we kunnen ontsnappen aan de biologische wetmatigheid dat succesvolle soorten zichzelf in afwezigheid van competitie ten gronde richten?'
Er moeten natuurlijk wel knopen worden doorgehakt. Kerncentrales bouwen of sluiten. Wel of geen ggo’s. Soberder gaan leven of niet. Zou u liever tovenaars of profeten als politieke leiders hebben?
Dit zal klinken alsof ik je vraag ontwijk, maar ik denk oprecht dat ik dat niet doe. Ik denk dat verschillende plaatsen en mensen verschillende oplossingen vereisen. Er zijn bijvoorbeeld historische en culturele redenen waarom men in Japan anders aankijkt tegen kernenergie dan in India. Ik zou leiders verkiezen die echt geïnteresseerd zijn in wat hun burgers willen, die in staat zijn de argumenten van experts tot hun essentie te herleiden, en kijken welke oplossingen het best aansluiten bij de wensen van hun volk.
Eén troost: volgens biologe Lynn Margulis, die u in uw boek opvoert, doet het er allemaal niet toe.
(lacht) Nee, Margulis denkt dat we ons niet kunnen onttrekken aan de biologisch wetmatigheid dat een succesvolle soort zichzelf in afwezigheid van competitie ten gronde richt, zoals bacteriën die onbeperkt kunnen groeien in een petrischaaltje tot ze tegen de rand aanbotsen.
Tenzij je natuurlijk een soort bent die beseft dat er rand is.
Ja, maar het is niet omdat we dat beseffen, dat we er ook zullen naar handelen. Beide partijen hebben hun redenen om daarover bezorgd te zijn. Ben je een tovenaar die denkt dat we kernenergie nodig hebben om de klimaatopwarming te stoppen, dan moet je met lede ogen vaststellen hoe het draagvlak voor kernenergie afkalft. Zie je als profeet de oplossing in gedecentraliseerde zonne- en windenergie, dan kan je klagen dat overheden te weinig doen om dat snel genoeg en op voldoende grote schaal uit te rollen. Iemand als Margulis zou zeggen: ‘Wel, duuuh!’. (lacht)
Is er dan geen reden om aan te nemen dat we een speciale soort zijn?
Onze verwezenlijkingen uit het verleden zijn een reden om dat te hopen. Maar of het echt zo is, moet nog blijken.
De Tovenaar en de Profeet. Twee grondleggers en hun concurrerende ideeën over een leefbare toekomst op onze planeet. Charles C. Mann. Nieuw Amsterdam.