In het Westerdijk Fungal Biodiversity Institute in Utrecht leven honderdduizend schimmels. Het beheert de grootste collectie levende schimmels van de wereld. Het instituut viert in 2017 feest, naar aanleiding van de honderdste verjaardag van de benoeming van Johanna Westerdijk als eerste vrouwelijke hoogleraar in Nederland. Zij was de eerste directeur van het Centraal Bureau voor Schimmelcultures, dat naar haar vernoemd wordt. Ze ontdekte de schimmel die de iepenziekte veroorzaakt. Experts zoeken in de schimmelcollectie naar nuttige toepassingen, zoals bodemverbeteraars voor de landbouw of gebruik in medicijnen, denk maar aan penicilline.
Boven: Deze aspergillus-schimmel komt voor op droge en suikerrijke voeding, zoals koekjes. Dat is uitzonderlijk, want de meeste schimmels hebben meer water nodig. De opname is gemaakt met een sterke stereomicroscoop.
Onder: Een sporenmassa van de schimmel Sphaerulina oxycanthae breekt door een blad. De langwerpige sporen zitten samengepakt in een bundel. Als die in het water of op insecten terechtkomen, kunnen ze zich verspreiden naar andere bladeren, die dan vlekken krijgen. De opname is gemaakt met een cryo-elektronenmicroscoop en achteraf ingekleurd.
Boven: De dikke bundels schimmeldraden van Fusarium oxysporum hebben een typerende paarse kleur. Ze groeien op een folie met ronde gaatjes waar voedsel doorheen kan. Tussen de gaatjes groeien individuele schimmeldraden. Fusarium oxysporum veroorzaakt wereldwijd plantenziekten.
Rechts: Middenin de groene kwastjes van penicillium zijn de bruin gekleurde bolvormige sporenhoofdjes te zien van aspergillus, een andere schimmel.
Boven: Een vlok schimmeldraden van Aspergillus niger groeit samen met bacteriën (groen en geel, Bacillus subtilis). De bacteriën hechten zich aan de draden. Vermoedelijk is het ‘samenleven’ voor beide soorten een voordeel.
Rechts: Chaetomium maakt bijzondere vruchtlichaampjes (groen) waaruit zich lange draden ontwikkelen (geel). Uit het vruchtlichaampje komt een rode sporenmassa die zich via het water of insecten verspreidt. Chaetomium komt voor op de grond, op vochtig hout of vochtige boeken en plantenafval. Hij groeit ook graag op konijnenkeutels.