De wereldreis van de distelvlinder

Distelvlinders zijn de ultramarathonlopers onder de vlinders - zelfs meer dan monarchvlinders.

Wetenschappers wisten al dat deze vlinders enorme afstanden afleggen, maar pas recent zijn hun exacte migratieroutes in kaart gebracht. Over meerdere generaties kunnen ze jaarlijks tot vijftienduizend kilometer vliegen, van Scandinavië naar Afrika en terug.

Niet elke distelvlinder reist ver, maar sommige individuen leggen tot vierduizend kilometer af, van Europa naar overwinteringsgebieden in de Sahel. Daarbij trotseren ze de Middellandse Zee en de Sahara. Sommigen komen zelfs per ongeluk in Zuid-Amerika terecht. In Noord-Amerika migreren distelvlinders tussen Mexico en Canada, terwijl ze in Azië zelfs de Himalaya doorkruisen. ‘Ze laten zich niet zomaar meevoeren door de wind’, zegt lepidopterist of vlinderkundige Arthur M. Shapiro van de Universiteit van Californië. ‘Ze sturen hun eigen vlucht.’

Omdat distelvlinders minder dan een gram wegen, kunnen traditionele zendertjes niet worden gebruikt. In een nieuwe studie analyseerden onderzoekers in hun vleugels isotopen van waterstof en strontium om hun geboorteplaatsen te achterhalen. Dit bracht de ware langeafstandsvliegers aan het licht.

Distelvlinders zijn perfect aangepast aan verre reizen. Ze vinden overal waardplanten, kunnen zich warm trillen bij kou en halen snelheden tot vijftig kilometer per uur. Met vetreserves als brandstof kunnen ze zo hoog vliegen dat ze in het Verenigd Koninkrijk lange tijd onopgemerkt vertrokken.

Distelvlinders zijn niet de enige insecten die migreren. Libellen steken de Indische Oceaan over, motten doorkruisen Australië en plantluizen ‘windsurfen’ door Oost-Azië. ‘Er zijn ongelooflijke insectenmigraties,’ zegt ecoloog Megan S. Reich, ‘maar de meeste blijven onopgemerkt.’

Bron: Universiteit van Californië, Verenigde Staten.