De oceaan is de onbeminde vriend van de mens. Maar hij is er slecht aan toe, schrijft ecotoxicoloog en marien ecoloog Colin Janssen.
‘De zee heeft me verteld dat-ie moe is. Hij zei dat-ie er zeer beroerd aan toe is.’ Deze profetische woorden zong Paul van Vliet in 1977. Toen al wisten we dat we niet goed bezig waren. Dat we een van de belangrijkste systemen voor het leven op aarde aan het misbruiken waren.
De mens heeft geen grotere vriend op deze planeet dan de oceaan. Deze levende watermassa levert vele ecosysteemdiensten: zaken als voedsel, transport, energie, medicijnen, grondstoffen en klimaatregeling. En hij vraagt er niets voor terug.
Maar de oceaan wordt zwaar belast door de toenemende CO2- en andere broeikasgasemissies van de mens. Die vervuiling veroorzaakt veranderingen in de temperatuur, de zuurtegraad en het zuurstofgehalte van het zeewater. Ze hebben grote gevolgen.
Die gevolgen zijn nu al meetbaar. Oceaanstromingen zijn minder intens, waardoor de warmteverdeling over de planeet verandert. De stormintensiteit verhoogt, de zeespiegel stijgt. Het zeewater warmt op en verzuurt. Mariene plant- en diersoorten nemen af in diversiteit en aantal.
De klimaatverandering verzwakt de oceaan en de kust. Kritische ecosysteemdiensten als voedselvoorziening, koolstofopslag en zuurstofproductie krijgen het zwaar te verduren. Op sommige plaatsen zijn de veranderingen zeer zichtbaar, op land en op zee.
‘Water en lucht zijn de vuilnisbakken van de wereld geworden’ ontdekkingsreiziger en onderwateronderzoeker Jacques-Yves Cousteau
De klimaatverandering verzwakt de oceaan en de kust. Kritische ecosysteemdiensten als voedselvoorziening, koolstofopslag en zuurstofproductie krijgen het zwaar te verduren. Op sommige plaatsen zijn de veranderingen zeer zichtbaar, op land en op zee.
De wetenschappelijke evidentie is inderdaad overduidelijk. Het klimaat en andere systemen op aarde veranderen zienderogen door ons niet-duurzame gebruik van natuurlijke hulpbronnen en onze productie- en consumptiepatronen. Droogteperiodes en hittegolven houden langer aan, zijn frequenter en intenser. Koraalriffen verbleken en sterven af. En door overbevissing verdwijnen vele visstocks. De mens bedreigt alle leven op aarde.
Globale vuilnisbakken
Twaalfduizend jaar lang leefde de mens in een zeer stabiele omgeving. Grote beschavingen konden zich ontwikkelen en floreren. Maar in de laatste paar eeuwen is die stabiliteit gaan wankelen, eerst langzaam, dan sneller. Een nieuw geologisch tijdperk is aangebroken, een periode die gekenmerkt wordt door de degradatie van de cruciale overlevingssystemen van de aarde.
Sinds 1900 is de wereldbevolking vervijfvoudigd. Het wereldwijde bruto nationaal product is acht keer groter geworden. We consumeren een alsmaar groter deel van de niet-hernieuwbare hulpbronnen en vervuilen onze leefwereld met afvalstoffen en polluenten. De Franse ontdekkingsreiziger en onderwateronderzoeker Jacques-Yves Cousteau zag de bui al lang geleden hangen. Hij schreef: ‘L’eau et l’air, les deux fluides essentiels dont depend toute vie, sont devenus des poubelles mondiales’ (‘Water en lucht, de twee essentiële vloeistoffen waarvan alle leven afhangt, zijn de vuilnisbakken van de wereld geworden’).
Het risico om de veilige grenzen – de drempelwaarden – van onze planeet te overschrijden neemt alsmaar toe. Tijdens de afgelopen jaren hebben wetenschappers de draagkracht van de aarde bepaald voor negen kritische systemen. Eén systeem kon men nog niet echt kwantificeren, en voor drie andere zitten we nog aan de veilige kant van de grens.
Maar voor de resterende vijf systemen is de drempelwaarde waarschijnlijk of zeker overschreden. Al die systemen en de processen die eraan gekoppeld zijn, zijn direct of indirect verbonden met de oceaan. Het overschrijden van gelijk welke grens heeft een invloed op onze onbekende vriend.
Zes vrachtwagens per dag
Een van de overschreden grenzen is die van chemische vervuiling. Je kan het zien op het taartdiagram van de Zweedse klimaatwetenschapper Johan Rockström, dat aan de basis ligt van het onderzoek naar planetaire grenzen: de strook met ‘nieuwe entiteiten’ kleurt dieporanje.
De cocktail van chemische stoffen in ons milieu bedreigt de stabiliteit van de globale ecosystemen waarvan de mens afhankelijk is. Al lang denken we dat we ongeveer honderdduizend chemicaliën gebruiken. Uit recent onderzoek blijkt dat die inschatting drie keer te laag is. In werkelijkheid zijn er 350.000 soorten stoffen en mengsels in circulatie.
Een aantal van die stoffen – waaronder pesticiden, antibiotica en stoffen die erg lang in het milieu blijven – zitten onzichtbaar in ons water, de lucht of bodem. Voor 70 tot 90 procent van die stoffen weten we weinig tot niets over de potentiële risico’s voor mens en milieu. Mogelijk tasten ze zelfs in heel lage concentraties levende wezens en hele ecosystemen aan.
Het probleem valt het best te illustreren met plastic. Het is overal aanwezig: in onze keukens, op straat, op het strand. En het komt in gigantische hoeveelheden voor. Voor het ogenblik zit er wereldwijd meer dan 150 miljoen ton in de oceaan, en jaarlijks komt daar tussen de 4,8 en 12,7 miljoen bij. In de Noordzee is dat 20.000 ton per jaar – het equivalent van vijf à zes gevulde vrachtwagens per dag.
Actie
Zo kan het niet verder. Transformaties van onze economische, sociale en geopolitieke systemen dringen zich op. Ze moeten nu komen, en snel. De problemen zijn complex, maar we hebben de kennis om ze aan te pakken.
In 2015, op de klimaatconferentie van Parijs, ondertekenden 192 landen en de Europese Unie de Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de Verenigde Naties. Daarmee engageerden de landen zich ertoe om onder meer armoede te bestrijden en hun economieën te verduurzamen. De zeventien doelstellingen tonen daartoe de weg. De deadline was 2030. Wat hebben we vandaag wereldwijd gedaan voor doelstelling nummer veertien: de oceaan?
Recent onderzoek toont dat er drie keer meer chemicaliëntypes circuleren dan gedacht
Opvallend is dat de VN pas sinds enkele jaren werkelijk aandacht schenkt aan het belang van de oceaan in het kader van klimaatverandering. Dat belang werd voor het eerst echt benadrukt op de klimaatconferentie in Glasgow vorig jaar.
De vaststelling toen was dat de acties die in Parijs waren beloofd onvoldoende zijn verwezenlijkt. Ook België moet dringend een paar tandjes bijzetten. In de evaluatie van het Federaal Instituut voor Duurzame Ontwikkeling (FIDO) staat voor heel wat SDG 14-subdoelstellingen te lezen dat ‘er nog een extra inspanning nodig’ zal zijn. De klok tikt. Onze onbeminde vriend is er beroerd aan toe.
Dit artikel verscheen vorig jaar in de Eos-special Onze Noordzee.