Smaken kunnen buiten de mond worden waargenomen. En dat heeft evolutionaire voordelen.
Beeld: Wikimedia
In de onderaardse grotten en stromen van het oosten van Mexico ondergaat een blinde vis een eigenaardige puberteit: naarmate hij volwassen wordt, beginnen er smaakpapillen te groeien onder zijn kin en bovenop zijn kop, die naar zijn rug toe kruipen. ‘Het is een behoorlijk wilde uitbreiding van het zintuiglijke systeem van smaak’, zegt Josh Gross, een evolutionair geneticus aan de Universiteit van Cincinnati en co-auteur van een recent onderzoek naar de grotvis in Nature Communications Biology.
Gross en zijn team ontdekten dat de nieuwe smaakpapillen opbloeien rond de tijd dat de vissen overstappen van het eten van larvale schaaldieren naar het verorberen van hun volwassen hoofdbestanddeel: vleermuisguano. Smaakpapillen buiten hun mond helpen de vissen misschien om vleermuisuitwerpselen op te sporen in de uiterst donkere, ‘voedselarme’ grotten. Zwervende smaakpapillen komen elders ook voor, vooral bij andere vissen. Sommige waterjuffers hebben smaakpapillen op hun vinnen en kanaalmeervallen hebben ze in hun midden. En hoe vreemd dat ook mag lijken, veel cellen in het menselijk lichaam kunnen ook proeven. Ze delen de smaken alleen niet met je hersenen zoals smaakpapillen dat doen.
‘Evolutionair gezien hebben smaakreceptoren zich door het lichaam verplaatst om ons te beschermen tegen alle aanvallen die we via onze lichaamsopeningen binnenkrijgen’
Lora Bankova is een ademhalingsbioloog aan de Harvard Medical School die tuftcellen bestudeert, een celtype dat voorkomt in menselijke slijmvliezen zoals die van je neusgaten, keel en darmen. Deze ‘snelle respondercellen’ zetten het immuunsysteem in werking als ze een bedreiging van buitenaf detecteren, en veel van deze cellen vertrouwen op ingebouwde smaakreceptoren (dezelfde soort die je op smaakpapillen vindt) om dit te doen. Bankova merkt op dat veel potentieel schadelijke bacteriën communiceren via signaalstoffen die lactonen worden genoemd en die toevallig ook smaakreceptoren activeren die zijn afgestemd op bittere smaken, waardoor de tuftcellen een immuunreactie uitlokken. En het blijkt dat zelfs omgevingsallergieën een kwestie van smaak kunnen zijn: huisstofmijt en verschillende schimmelsoorten kunnen ook de smaakreceptoren van een tuftcel activeren.
‘Evolutionair gezien hebben smaakreceptoren zich door het lichaam verplaatst om ons te beschermen tegen de lucht die we inademen en alle aanvallen die we via onze lichaamsopeningen binnenkrijgen’, zegt Bankova. ‘Ze zitten in het binnenoor, de urinebuis, overal waar iets je lichaam binnen kan komen.’
Deze ‘extra’ smaakreceptoren zijn niet alleen uitsmijters bij de deur – ze testen ook onze interne systemen. Zoete smaakreceptoren helpen bij het afstemmen van de insulineproductie in de alvleesklier en zorgen ervoor dat neuronen in de hersenen toegang hebben tot voldoende glucose. Zoete, bittere en umami receptoren in de darmen moduleren de spijsvertering.
Gross zegt dat het nog steeds een mysterie is welke smaakreceptoren het vleermuisguano in de blinde grotvis activeren. ‘Er kan wat suiker in zitten als het een fruitvleermuis is, misschien wat proteïne als het een vleesetende vleermuis is’, zegt hij. Tot nu toe heeft alleen de grotvis zich aangemeld om het te proeven.