Dieren zijn niet alleen onderdeel van de natuur, ze vormen die ook actief. Wetenschappers bundelden de impact van meer dan zeshonderd diersoorten, waaronder insecten, vissen, vogels en zoogdieren, op landschappen.
Dieren beïnvloeden hun omgeving op verschillende manieren. Sommige soorten graven tunnels en holen, zoals mieren, wat de bodemstructuur verandert. Andere dieren, zoals bevers, bouwen dammen die gebieden onder water kunnen zetten en rivieren omleiden. Olifanten wijken soms niet voor bomen, breken ze om en creëren zo open grasvlaktes. En zalmen die op de rivierbodem kuilen voor hun eieren graven, veranderen de structuur van de rivierbodems.
Minder bekend, maar minstens even bijzonder is het werk van de larven van de schietmot (Trichoptera), een vliegend insect dat lijkt op een nachtvlinder. De larven leven in het water en knutselen kokers die ze als een schelp gebruiken. Ze gebruiken materialen uit de omgeving, zoals plantenresten, zandkorrels en steentjes. Achtergebleven kokers stabiliseren de bodem van de rivieren waarin ze leven.

En niet alleen wilde, maar ook gedomesticeerde dieren, zoals schapen en koeien, doen mee. Hun getrappel op de bodem kan erosie van het landschap zowel beperken als verergeren.
Wetenschappers van de Queen Mary University of London berekenden dat dieren jaarlijks ongeveer 76.000 gigajoule aan energie gebruiken om het landschap te bewerken. Dit is vergelijkbaar met de kracht van honderdduizenden extreme overstromingen. Vee, dat in grote aantallen voorkomt, draagt veel meer bij aan deze veranderingen dan wilde dieren. De onderzoekers publiceren hun studie deze week in het vakblad PNAS.
Het onderzoek laat zien dat dieren een cruciale rol spelen in het vormgeven van de natuur, maar dat hun invloed vaak over het hoofd wordt gezien. Sommige diersoorten die belangrijk zijn voor het landschap, zoals bevers en grote grazers, zijn in sommige gebieden bedreigd. Als deze dieren verdwijnen, kunnen landschappen drastisch veranderen.
Bovendien kan menselijk ingrijpen, zoals ontbossing en klimaatverandering, de manier waarop dieren het landschap beïnvloeden, verstoren. Het begrijpen van de rol van dieren in landschapsvorming kan volgens de onderzoekers daarom helpen om natuurbeheer en milieubeleid beter te plannen.