Door aerosols in de hoge atmosfeer te spuiten kan het invallend zonlicht worden beperkt. En dus ook de globale temperatuurstijging.
Het invallend zonlicht met aerosols beperken, en daarmee ook de temperatuurstijging. De meeste wetenschappers vinden het maar een dwaas idee. Maar in verdunde dosis kunnen aerosols in de atmosfeer soelaas bieden, denken sommigen.
Aerosols zijn mengsels van vloeistof- of stofdeeltjes en een gas. Denk aan wolken met waterdeeltjes en stofwolken. Hoog in de atmosfeer absorberen en weerkaatsen deze mengsels het invallend zonlicht. Daardoor kan het de lagere luchtlagen en de grond niet bereiken. Het licht kan de aarde dan ook niet opwarmen.
Al jaren leeft het idee om kunstmatig aerosols in de hogere atmosfeerlagen te spuiten. Daar houden ze meer zonlicht tegen en kunnen we de klimaatopwarming remmen. Alleen zijn daar zulke grote hoeveelheden aerosols voor nodig dat ze het mondiale weersysteem danig in de war zouden schoppen. Ze zouden de neerslagpatronen bijvoorbeeld grondig verstoren.
Amerikaanse wetenschappers hebben nu een vorm van deze zogenoemde ‘zonne-engineering’ bestudeerd in verdunde dosis. Het gaat dan om een hoeveelheid aerosols die de temperatuurstijging ten opzichte van het pre-industriële niveau ‘slechts’ met de helft zou terugbrengen. Hoewel ze daarvoor een zeer vereenvoudigd model gebruikten, durven de onderzoekers te stellen dat de negatieve gevolgen in dit scenario beperkt blijven. Sterker nog: extreme neerslag en orkanen zouden zelfs minder voorkomen.
De vorsers vergelijken zonne-engineering met een medicijn tegen hoge bloeddruk met neveneffecten. Een grote of overdosis leidt tot problemen, maar in beperkte mate – en in combinatie met een gezonde levensstijl kan het soelaas bieden. Een gezonde levensstijl komt in de klimaatproblematiek overeen met minder broeikasuitstoot.