Terwijl de dodo het toonbeeld was van tamheid, blonk de nauw verwante en eveneens uitgestorven solitaire uit in agressiviteit. Nederlandse onderzoekers vermoedden dat een stijgende zeespiegel aan de basis van dat verschil lag.
De dodo (Raphus cucullatus) en de Rodrigues solitaire (Pezophaps solitaria) zijn nauw verwante, uitgestorven, vogelsoorten die evolueerden uit een gemeenschappelijke voorouder, waarschijnlijk een vliegende duif die uit Zuid-Azië kwam en de Mascarenen, een eilandengroep in de Indische Oceaan ten oosten van Madagaskar, koloniseerde. Door het ontbreken van roofdieren en de overvloed aan voedsel evolueerde deze voorouder tot een niet-vliegende vogelsoort.
De dodo en de solitaire leefden op verschillende eilanden, respectievelijk Mauritius en Rodrigues, en ontwikkelden zich daardoor ook onafhankelijk van elkaar met verschillende kenmerken. De dodo was iets groter en knuffelbaar tam, terwijl de solitaire heel agressief zijn territorium verdedigde - “zijn”, maar ook “haar” territorium, want beide geslachten vochten erop los. De vogels waren zelfs gewapend met uitstulpingen op hun vleugelbotten, waarmee ze elkaar Mike Tyson-gewijs te lijf gingen. Opgegraven botten getuigen vaak van de enorme verwondingen die de vogels elkaar zo toedienden.
Waarom de ene soort agressief werd en de andere niet, is nog onduidelijk. De evolutie van grootschalige agressie is meestal geen goede strategie. Vechten kost veel energie en kan levensbedreigende verwondingen opleveren. Daarom beperkt agressie zich meestal tot enkele individuen, zoals bronstige mannetjes. Bij de Rodrigues solitaire was zowat elk individu agressief.
Een internationaal team wetenschappers, met daarbij ook onderzoekers van Naturalis (Leiden) en de Universiteit van Amsterdam, komt nu met een mogelijke verklaring. Met behulp van een wiskundig model van theoretisch ecoloog Jasper Croll en geoloog Kenneth Rijsdijk van het Instituut voor Biodiversiteit en Ecosysteem Dynamica (IBED) van de Universiteit van Amsterdam (UvA) tonen ze aan dat een snel krimpend leefgebied aan de basis lag van de agressie van de solitaire.
De zeespiegel steeg en voor wie op een eiland leeft betekent dat simpelweg minder plaats. Daardoor groeide ook de druk om een territorium te verdedigen, en bleven na verloop van tijd alleen de meest agressieve vogels over en evolueerde de soort naar “van nature agressief”. Uit het model blijkt dat er een omslagpunt bestaat waaronder het aandeel agressieve vogels ineens toeneemt van pakweg vijf procent op een eiland met voldoende ruimte naar bijna honderd procent op een te klein eiland.
Het eiland Rodrigues kromp razendsnel na de laatste ijstijd, zo’n achttienduizend jaar geleden. Het ijs op onze planeet smolt waardoor de zeespiegel tot wel vier meter per eeuw steeg. Het leefgebied van de solitaires verkleinde: het voedselaanbod daalde en de nesten langs de kust spoelden weg. De strijd om het droge binnenland werd gewonnen door de meest agressieve vogels. Doordat dit proces enkele millennia duurde vond er een sterke selectie op agressie plaats. Toen het eiland uiteindelijk negentig procent was gekrompen, was de solitaire een agressieve vogelsoort geworden.
Ondanks het verschil in gedrag, eindigde het voor de solitaire op dezelfde manier als voor de dodo. Rond 1730 werden de eilanden gekoloniseerd door mensen die de bossen kapten, varkens, ratten en katten introduceerden, en de vogels tot de allerlaatste opaten.