Elf keer het einde
14 december 2012 door KVVolgens een foute interpretatie van de Mayakalender vergaat de wereld op 21 december 2012. Weinig wetenschappers delen dit doemdenken, maar voor de gelegenheid laten we het pessimisme toch even heersen. Elf scenario’s voor het einde van het heelal, de wereld en de mens.
Volgens een foute interpretatie van de Mayakalender vergaat de wereld op 21 december 2012. Weinig wetenschappers delen dit doemdenken, maar voor de gelegenheid laten we het pessimisme toch even heersen. Elf scenario’s voor het einde van het heelal, de wereld en de mens.
Big Rip
Saul Perlmutter, Adam Riess en Brian Schmidt bewezen eind jaren negentig dat het heelal niet vertraagd uitdijt, maar net versneld. Voor hun ontdekking ontving het trio in 2011 de Nobelprijs voor de Natuurkunde. Volgens de theorie die de kosmologen bevestigen, blijft de uitdijing van het heelal versnellen tot letterlijk alles uiteen wordt getrokken. De versnelling wordt veroorzaakt door een rijkelijk aanwezige maar geheimzinnige ‘donkere energie’ in het heelal. Chinese wetenschappers berekenden onlangs dat een big rip minstens 16,7 miljard jaar voor ons ligt. Het scenario oogt niet gezellig: eerst scheurt de Melkweg open, dan wordt de aarde van bij de zon en de maan weggerukt. De zon dooft 28 minuten voor het einde, en 12 minuten later ontploft de aarde. Na de zwaartekracht zullen de drie andere fundamentele krachten (elektromagnetisme en de sterke en zwakke kernkracht) het onderspit moeten delven, waarna ook moleculen, atomen en subatomaire deeltjes ontploffen. Belangrijke kanttekening: op het moment van de Big Rip is de zon al lang uitgedoofd en de aarde verbrandt (zie ‘Hapje voor de zon’).
Hapje voor de zon
De zon heeft nog maar brandstof (waterstof) voor een goeie vijf miljard jaar. Daarna zwelt de zon op tot een gigantische rode reus. Terwijl ze uitdijt, verslindt de zon Mercurius, Venus, en uiteindelijk ook de aarde. De zon eindigt uiteindelijk als een zwak wit dwergsterretje dat nog vele miljarden jaren rustig verder smeult.
Supervulkaan
Een supervulkaan brengt zoveel as en puin in de hogere atmosfeerlagen dat de kans zeer groot is dat dit leidt tot een vulkanische winter van meerdere jaren of decennia. De mensheid maakte dit nog maar één keer mee. De vulkaan Toba op Sumatra blies zo’n 74.000 jaar geleden ongeveer 2.790 km³ asdeeltjes de lucht in. Het is mogelijk dat het menselijk ras toen is gedecimeerd tot slechts enkele duizenden individuen.
De supervulkaan Yellowstone in de Verenigde Staten.
‘De laatste 36 miljoen jaar zijn er geologische aanwijzingen gevonden voor minstens 42 supervulkaanuitbarstingen. Dit betekent eigenlijk dat er een kans is van ongeveer 75% dat er in de komende miljoen jaar een supervulkaanuitbarsting zal plaatsvinden. De meest tot de verbeelding sprekende supervulkaan van het moment is Yellowstone in de Verenigde Staten. Deze supervulkaan barst eens om de 600.000 jaar uit, en de laatste uitbarsting deed zich, jawel, zo’n 600.000 jaar geleden voor. ‘Een uitbarsting zou ongeziene, globale effecten hebben. Of dat ook het ‘einde’ betekent, is een heel ander verhaal’, zegt geoloog Manuel Sintubin van de KU Leuven. ‘De wijde omgeving rond de vulkaan – met daarbij de complete graanschuur van de Midwest - zou onder een aslaag komen, met directe gevolgen voor de wereldwijde voedselproductie. De as die hoger in de atmosfeer wordt geblazen, zou zich verspreiden en luchtverkeer over zo goed als de hele wereld onmogelijk maken. En dan begint de vulkanische winter, met voedselcrisissen en dramatische wijzigingen in alle mogelijke ecosystemen tot gevolg.’
Kunnen we iets tegen dit scenario ondernemen? ‘We zullen een uitbarsting zien aankomen, maar tegenhouden is onmogelijk. Het zou een ongeziene uitdaging zijn voor de wereldmaatschappij. Grootschalige natuurrampen als deze hebben twee mogelijke uitkomsten: als een maatschappij sterk staat, wordt de ramp aangegrepen als een nieuwe kans. Maar als een maatschappij zwak staat, is een ramp vaak een ‘tipping point’, het definitieve begin van het einde.’
I’ll be back
Net echt: de Robothond van het Amerikaanse leger.
I’ll be back. Die beroemde oneliner komt uit de mond van de supercomputer van Skynet, beter bekend als The Terminator uit de gelijknamige sciencefictionfilm met Arnold Schwarzenegger in de hoofdrol. Het Amerikaanse ministerie van Defensie ontwikkelde Skynet om militairen van vlees en bloed op het slagveld te vervangen. De robot kan zelfstandig beslissingen nemen, ontwikkelt een zelfbewustzijn en neemt uiteindelijk de wapens op tegen zijn eigen schepper. Een Hollywood-knaller, maar hoe realistisch is dit scenario? In de tijd dat de robotversie van Arnold Schwarzenegger bioscoopzalen deed vollopen, was het aantal militaire drones – onbemande gevechtsvliegtuigjes – op een hand te tellen. Vandaag bezit het Amerikaanse leger er 7.000, goed voor een derde van hun militaire luchtmaterieel. Ook op de grond trekken robots naar het slagveld. Voorlopig is die inzet nog beperkt tot de op afstand gestuurde ontmijners. Gewapende robots zoals Talon SWORD en MAARS werden naar Irak gestuurd, maar raakten daar niet voorbij de testfase. Voorlopig doen metalen militairen nog netjes wat een menselijke overste hen opdraagt, maar de toekomst is meer en meer zelfstandigheid. De Amerikaanse marine test momenteel bijvoorbeeld een nieuw type drone, X-47B, die zelf beslist of het de tegenstander aanvalt of niet. ‘Maar dat is iets anders dan een robot die een zelfbewustzijn ontwikkelt en zijn ontwikkelaar aanvalt’, zegt roboticus Bram Vanderborght (VUB). ‘Daarvoor staan robotingenieurs nog lang niet ver genoeg, en ze zullen er altijd voor zorgen dat robots het heft niet in eigen handen kunnen nemen. Het gevaar zit ‘m eerder in mogelijke programmeer- of andere fouten: wat als een zelfstandige drone onschuldige burgers raakt? De robots worden steeds complexer. Daardoor kunnen we niet garanderen dat er nooit iets fout zal lopen. Er moeten daarom snel internationale afspraken komen over hoe we robots ethisch gaan inzetten op het slagveld.’
Pandemie
De pestbacterie doodde in de middeleeuwen ongeveer een derde van de Europese bevolking. Het Spaanse griepvirus eiste tussen 1918 en 1920 wereldwijd ongeveer vijftig miljoen mensenlevens. Door dergelijke voorbeelden uit het verleden zijn bepaalde onheilsprofeten ervan overtuigd dat een echt ‘killervirus’ de menselijke soort ooit compleet zal uitroeien. Het scenario won dit jaar aan populariteit onder doemdenkers na de discussie rond een Amerikaans-Nederlands experiment waaruit blijkt dat het vogelgriepvirus H5N1 kan muteren in een virus dat zich via de lucht en van mens op mens verspreidt. Een voor de mens ongevaarlijk virus zou zich op die manier in korte tijd kunnen omscholen tot een snel overdraagbaar dodelijk virus. De Amerikaanse bioveiligheidsraad (NSABB) hield de publicatie van het onderzoek aanvankelijk tegen uit vrees voor meelezende bioterroristen, maar gaf uiteindelijk toch groen licht. De commotie bleek uiteindelijk overdreven. Het onderzoek suggereert volgens hoofdonderzoeker Ron Fouchier van Erasmus MC in Rotterdam op geen enkele wijze dat er een dreiging is voor een pandemie, wel dat we er goed aan doen om griepuitbraken bij pluimvee krachtig te blijven bestrijden. Blijft de vraag: kan een killervirus de menselijke soort ooit compleet uitroeien? ‘Een vraag die eigenlijk niet op een zinnige manier te beantwoorden is’, zegt griepexpert Marc Van Ranst van de KU Leuven. ‘Maar de kans op een catastrofale pandemie is klein. We kennen geen enkel virus dat een volledige soort volledig kan uitroeien, en de meeste diersoorten die nu leven hebben een dusdanige genetische diversiteit opgebouwd dat er altijd individuen zullen overleven.’
Kernoorlog
De Doemdagklok, een symbolische klok die sinds 1947 wordt bijgehouden door het Bulletin of the Atomic Scientists aan de universiteit van Chicago, werd begin dit jaar een minuutje vooruit gedraaid naar vijf voor twaalf. De klok geeft aan hoe dicht de mensheid zich volgens de wetenschappers bij een kernoorlog bevindt. Middernacht staat voor de nucleaire apocalyps. De Doemdagklok stond op zijn meest optimistische punt bij het einde van de Koude Oorlog in 1991, 17 minuten voor middernacht, maar tikte sindsdien enkel in wijzerzin verder. De onoverkomelijke beperking aan de doemdagklok is echter dat menselijk gedrag onvoorspelbaar is, waardoor overdreven aandacht voor een minuutje voor- of achteruit eigenlijk onzinnig is.
Klimaatverandering
De bestaande klimaatscenario’s beperken zich tot 2100 of 2200. Een voorspelling op nog langere termijn is te onzeker, en daarom eigenlijk nietszeggend. Op de vraag of de door de mens uitgelokte klimaatverandering uiteindelijk zijn ondergang zal betekenen, bestaat bijgevolg geen zinnig antwoord. Wat we wel weten is dat de klimaatverandering op korte termijn een feit is, en dat we er ons op moeten voorbereiden. Volgens het Intergovernmental Panel on Climate Change (IPCC) kan de globale temperatuur tegen het einde van deze eeuw met 1,8 tot 7,1 °C stijgen ten opzichte van 1850. De mogelijke gevolgen kent u ondertussen al: meer extreme weersituaties – in de noordelijke regio’s meer neerslag, in het zuiden meer droogte - en een verhoogde verspreiding van ziekteverwekkers. Ondertussen smelten de ijskappen verder af, en wint de zee voortdurend terrein op het land dat de mens bewoont en cultiveert.
De ergste gevolgen van de klimaatverandering zijn voor het zuiden. In de Lage Landen zullen wij ons volgens een rapport van het Nederlandse Planbureau voor de Leefomgeving aanvankelijk (het rapport kijkt vooruit tot 2100) tegen de ongunstige effecten kunnen wapenen, tenminste als de huidige verandering niet versnelt en mits stevige beslissingen en investeringen. In het begin levert de opwarming gezien onze geografische ligging mogelijk zelfs kansen op voor de landbouw en de toerismesector.
Omkeren van de polen
In de geschiedenis van de aarde hebben de magnetische polen al vele malen met elkaar van positie gewisseld, de laatste keer dateert van 740.000 jaar geleden. Er is geen bewijs dat de magnetische polen op dit moment aan het keren zijn, en als het zo ver is, duurt de omkering enkele duizenden jaren. ‘En zelfs als een omkering gebeurt, zal het geen grote gevolgen hebben voor het leven op onze planeet, behalve dan dat we onze kompassen moeten herkalibreren’, stelt de Amerikaanse kosmoloog Don Yeomans gerust op de website van NASA.
Meteorietinslag
Ruimtepuin met een diameter minder dan een meter brandt volledig op in de atmosfeer. Elke dag dikt de aarde aan met ongeveer honderd ton van dat ruimtestof. Grotere stenen raken wel (gedeeltelijk) door de atmosfeer. De gevolgen van hun impact op aarde hangen af van hun samenstelling, de locatie en hoek van inslag en uiteraard de omvang. Een meteoriet van twee kilometer diameter kan een roet- en stofwolk opwerpen die de aarde meerdere decennia in het donker zet, met voedselschaarste tot gevolg. De ‘dinokiller’ die 65 miljoen jaar geleden insloeg op het schiereiland Yucatan in Mexico, was maar liefst tien kilometer breed. Het spreekt voor zich dat een vergelijkbare inslag vergelijkbare consequenties zou kunnen hebben. Het goede nieuws is dat hoe groter het object is, hoe sneller astronomen het zullen opmerken. Dat zou ons voldoende tijd moeten geven om te reageren.
Tsunami
De recente aardbevingen en tsunami’s van Japan (2011) en Sumatra (2004) zijn volgens geoloog Manuel Sintubin (KU Leuven) twee voorbeelden van het ergste wat dergelijke natuurfenomenen kunnen veroorzaken. ‘Uit beide rampen hebben we geleerd dat een maatschappij weerbaar genoeg is om vergelijkbare catastrofen aan te kunnen.’
Zonnestorm
De zonneactiviteit volgt een cyclus die om de elf jaar een maximum bereikt. Het volgende (milde) hoogtepunt is voor 2013 of 2014. Er is echter geen enkel bewijs dat extreme zonnestormen de aarde of de mens kunnen vernietigen.