Planten uit warmere streken voelen zich prima thuis in onze steden. Van daaruit kunnen ze het buitengebied koloniseren.
Exotische dier- en plantsoorten die zich buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied vestigen, veroorzaken biodiversiteitsverlies. Ze kunnen inheemse soorten verdringen. Om daar iets aan te kunnen doen, is het belangrijk dat onderzoekers inzicht krijgen in hoe dat kolonisatieproces verloopt.
Voor 24 exotische plantsoorten die voorkomen in West-Europa gingen wetenschappers na uit welke klimaatzones ze van nature afkomstig zijn. Ze bekeken ook op welke plekken ze bij ons vooral opduiken. Daaruit blijkt dat exoten die je vaker in verstedelijkte gebieden vindt doorgaans uit warmere en drogere streken komen.
In steden is het vaak meerdere graden warmer dan erbuiten. Dat is een gevolg van het zogenoemde hitte-eilandeffect, dat ontstaat door de grote hoeveelheden steen en beton in de stad. Dikwijls is het er ook droger, doordat de verharding verhindert dat water in de bodem sijpelt. ‘Verwonderlijk is het verband dus niet, maar het was nog nooit grondig onderzocht’, licht ecoloog en auteur Charly Géron (UAntwerpen en ULiège) toe.
‘Steden kunnen dienstdoen als een buitenpost vanwaaruit exoten andere gebieden kunnen koloniseren wanneer het ook daar warmer en droger wordt’, zegt Géron. ‘Naast de directe negatieve impact van verstedelijking op natuur is dit een bijkomend negatief effect.’ Beter monitoren welke soorten in steden opduiken kan helpen om de opmars van exoten in een vroege fase in de kiem te smoren, suggereren de wetenschappers.
Bron: Charly Géron, Universiteit Antwerpen