De ongelijke inkomensverdeling wereldwijd vertaalt zich in de hoeveelheid CO2 die mensen uitstoten. Het uitroeien van extreme armoede zou de globale koolstofuitstoot echter niet significant doen toenemen, zo blijkt uit een nieuwe, fijnmazige data-analyse.
Nog steeds leven bijna 800 miljoen mensen in extreme armoede, wat betekent dat ze het moeten rooien met minder dan 1,9 dollar per dag. Tegelijk raakt bezit steeds meer geconcentreerd in de handen van een kleine groep superrijken. Die ongelijkheid heeft een directe invloed op consumptiepatronen, en dus op de hoeveelheid CO2 waarvoor een individu verantwoordelijk is. In Afrika beneden de Sahara ligt de jaarlijkse CO2-emissie op 0,6 ton per persoon, terwijl een Belg voor zo'n 10,1 ton CO2-uitstoot verantwoordelijk is. De emissies van het meest welvarende procent van de wereldbevolking kunnen echter verschillende honderden ton bedragen.
De Verenigde Naties hebben een aantal Duurzame Ontwikkelingsdoelstellingen naar voren geschoven. Armoedebestrijding staat daarbij voorop, met het uitroeien van extreme armoede als prioriteit nummer een. Maar rijmt dat met het inperken van de globale CO2-uitstoot? Als mensen hun inkomen zien stijgen, gaan ze ook meer consumeren, en groeit bijgevolg de CO2-emissie gerelateerd aan hun consumptiepatroon. 'Die vraag lag aan de basis van ons onderzoek,' vertelt professor Klaus Hubacek, ecologisch econoom verbonden aan IREES (Integrated Research on Energy, Environment and Society), een onderzoeksgroep van de Universiteit Groningen. 'Is armoedebestrijding verzoenbaar met het beperken van de globale CO2-uitstoot?'
Koolstofongelijkheid
Om een beter beeld te krijgen ging Hubacek en zijn team door data over inkomen en consumptie wereldwijd. Dat werd al eerder gedaan, maar nooit dermate gedetailleerd. 'Nieuwe datasets lieten ons toe om maar liefst 200 verschillende inkomenscategorieën te definiëren, die 90 procent van de wereldbevolking bestrijken,' verduidelijkt Hubacek. 'Op basis van dat fijnmazig beeld analyseerde we acht verschillende scenario's van armoedebestrijding. In alle scenario’s was de impact op de globale CO2-uitstoot beperkt, ergens tussen 1,6 en 2,1 procent.'
Het bestrijden van extreme armoede zal 's werelds CO2-emissies niet meteen significant doen stijgen. Als mensen hun inkomen verder zijn stijgen tot een laag middeninkomen is er wel een gevoelige impact. Tegelijk blijkt uit de studie dat de emissies van de één procent aan de top van inkomenspiramide groter zijn dan die van de minst welvarende helft van de wereldbevolking.
'We zien dat een deel van de wereldbevolking onevenredig meer beslag legt op het gemeenschappelijk goed, in dit geval de absorptiecapaciteit van de atmosfeer,' aldus Hubacek, die benadrukt dat dit om zijn persoonlijke opinie gaat. 'Ongelijkheid is geen nieuw gegeven, maar de klimaatsverandering maakt het meer tastbaar. Een soort van herverdeling dringt zich op, want nu betalen kwetsbare gemeenschappen in het Zuiden de prijs voor de koolstofintensieve levensstijl van het meest welvarende deel van de wereldbevolking.'