Extreme regenbuien bij ons – en alle wateroverlast die daarbij komt kijken – kunnen worden gevolgd door fikse moessonregens in India, blijkt uit onderzoek.
De laatste jaren wordt ons land tijdens de zomer, tezamen met andere Europese landen, almaar vaker geteisterd door zogeheten ‘extreme neerslag’, regenbuien waarbij op een etmaal minstens 20 à 25 millimeter regen valt. Binnen de grenzen van ons continent vallen die felle buien nog min of meer te volgen – en soms zelfs te voorspellen. Maar ze maken ook deel uit van een ruimer, globaal patroon, hoog in de stratosfeer. Dat hebben Duitse meteorologen ontdekt.
De wetenschappers lijstten alle extreme regenbuien sinds 1998 op (ze beperken zich daarbij wel tot de zone tussen de vijftigste breedtegraad noord en zuid, waardoor ze enkel Wallonië konden meenemen). Vervolgens staken ze alle gegevens in een model waarop ze hun statistische methoden loslieten. Daaruit konden ze een patroon aflezen. Zo bleek de extreme regenval tijdens de zomermoessons in India en de rest van Zuidoost-Azië telkens ongeveer vijf dagen na fikse regenbuien in Europa te vallen.
De ‘trigger’ van de extreme neerslag komt volgens de meteorologen van zogenaamde Rossby-golven, een golfverschijnsel in de hogere atmosfeer dat ervoor zorgt dat de straalstroom meandert. Dat de straalstroom een hoofdrol speelt in het globale weerpatroon, was natuurlijk allang bekend. Maar de Duitse vorsers hebben nu wel voor het eerst een globale connectie gevonden tussen ‘events’ van extreme neerslag, wereldwijd – als ze die andere connectie, de klimaatopwarming, even buiten beschouwing laten.