Om het verdwijnen van soorten tegen te houden, is meer ruimte voor de natuur nodig. Daarmee werken we tegelijk aan een duurzame oplossing voor de gevolgen van de klimaatverandering.
Tien jaar geleden was ik aanwezig op een lezing van wijlen Hans Rosling. Nu ja, lezing. De Zweedse gezondheidsexpert maakte er een kleine show van, waarin hij met rollen wc-papier in de hand haarfijn uitlegde hoe de bevolkingspiramide zou evolueren. Tegen wat we denken in zal de wereldbevolking binnen enkele generaties stabiliseren. De wereld is niet onveranderlijk, van nu naar de toekomst loopt er geen rechte lijn. Rosling kwam wat stuntelig over, maar communiceerde meesterlijk met grafieken en data. Ik zal zijn boodschap nooit vergeten.
Sinds de waarschuwing van de Club van Rome, begin jaren 1970, dat een overbevolkte planeet tot een uitputting van natuurlijke rijkdommen en hongersnoden zal leiden, is het doembeeld van een onvermijdelijke bevolkingsexplosie nooit weggeweest. De realiteit van vandaag is er echter een van teruglopende geboortecijfers. Dat is niet alleen in het Westen zo. Ook in Latijns-Amerika en in China, Thailand en Zuid-Korea daalt het vruchtbaarheidspeil. In ongeveer de helft van alle landen is het gemiddeld aantal kinderen per vrouw gezakt onder 2,1, het niveau waarop een bevolking stabiel blijft.
De voornaamste drijvers, wist ook Rosling, zijn overal dezelfde: een stijgende welvaart en een hoger opleidingsniveau (van vrouwen) leiden tot minder kinderen. Een omgekeerde bevolkingspiramide stelt het probleem van vergrijzing wel op scherp. ‘We hebben geen andere keuze dan door deze zure appel heen te bijten, waarna we langzaamaan een stabielere wereldbevolking zullen krijgen’, zegt de Nederlandse demograaf Leo van Wissen in de nieuwe Eos.
Onze manier van consumeren en produceren veroorzaakt vermoedelijk meer problemen dan de grote wereldbevolking
Dat we met (te) veel zijn, zou aan de basis liggen van andere mondiale problemen. Vervuiling, migratie, klimaatverandering en het verdwijnen van soorten zijn er enkele van. Is dat wel zo? Vermoedelijk speelt onze manier van consumeren en produceren een doorslaggevender rol. Over de problemen hoeven we ons geen illusies te maken: die zijn reëel en vragen terecht om onze aandacht.
In het nieuwe nummer focussen we op biodiversiteit. Om het verdwijnen van soorten tegen te houden, is meer ruimte voor de natuur nodig. Vijf jaar geleden loste de bekende bioloog Edward O. Wilson een schot voor de boeg. Hij stelde voor om de helft van de aarde aan de wildernis over te laten. Dat lijkt misschien onrealistisch, maar Europa bijvoorbeeld heeft de ambitie om 30 procent van haar grondgebied te laten beschermen. Ze geeft zichzelf daarvoor tot 2030.
Het verlies van biodiversiteit tegengaan is ook een wapen in de strijd tegen de aardopwarming. Als we de natuur herstellen en beschermen werken we tegelijk aan een duurzame oplossing voor de gevolgen van de klimaatverandering, zegt Hilde Eggermont, coördinator van het Belgisch Platform Biodiversiteit. Volgens haar wordt deze link nog te weinig gelegd, al klinkt de roep voor een gezamenlijke aanpak steeds luider.
Meer lezen? Bestel het nieuwe nummer nu in onze online tijdschriftenwinkel.