Zaterdag telden 800 deelnemers aan de Grote Schelpenteldag, verspreid over de tien kustgemeenten, niet minder dan 53.644 schelpen. Toppers waren de Halfgeknotte strandschelp en de Kokkel, met elk zo’n 14.000 exemplaren. De harde aanlandige wind van de voorbije week zorgde voor weinig verse schelpen en een relatief hoog percentage fossiel schelpmateriaal.
Op De Grote Schelpenteldag 2019 waarbij Eos voor de tweede maal partner was, betrof bijna 60 procent van alle gevonden schelpen fossiel materiaal (in 2018: 47%). Deze schelpen getuigen onder meer van het waddenrijke kustgebied zoals dit de afgelopen zevenduizend jaar ook bij ons voorkwam. Dit gaat met name op voor de meerderheid van alle gevonden exemplaren van de top-2: de Halfgeknotte strandschelp en de Kokkel. Ook de hogere aantallen van Platte oester, Platte slijkgaper en Afgeknotte gaper zijn een knipoog naar dit verleden.
Daarbij komt dat er door de aanhoudende harde W-ZW-wind de voorbije week weinig of geen nieuw schelpenmateriaal aanspoelde. Dit stormweer bracht een aflandige onderstroom teweeg die uit de zeebodem gespoelde schelpen zeewaarts verplaatste in plaats van richting kust. De harde wind veroorzaakte ook een belangrijke onderstuiving van de vloedlijnen, waardoor zeker kleine soorten moeilijker te traceren waren. De lagere aantallen van Nonnetje, Amerikaanse zwaardschede, Gevlochten fuikhoren, Rechtsgestreepte platschelp en Melkwitte arkschelp passen in dit beeld.
Het streefdoel van 100.000 verzamelde schelpen bleek door de mindere weersomstandigheden afgelopen zaterdag te hoog gegrepen. Toch slaagden de 800 deelnemers (in 2018: 400) erin een indrukwekkend ‘staal’ van onze schelpenfauna te bemonsteren. Met de hulp van 80 schelpenkenners werd afgeklokt op 53.644 getelde schelpen (in 2018: 30.200 ex) behorend tot 57 soorten.
Er waren opnieuw duidelijke verschillen merkbaar tussen de Oost- en de Westkust. Opvallend talrijker aan de Westkust waren de Amerikaanse zwaardschede, de Stevige strandschelp, de Tapijtschelp en de Rechtsgestreepte platschelp. Het Nonnetje was dan weer opvallend minder talrijk aan de Westkust.
Met 10 procent van alle gevonden schelpen van ‘exotische’ oorsprong (Amerikaanse zwaardschede, Amerikaanse boormossel, Japanse oester, Muiltje, Filipijnse tapijtschelp) is bevestigd hoezeer onze fauna de afgelopen eeuw door menselijk toedoen is gewijzigd.
Deze Grote Schelpenteldag is een initiatief van het VLIZ, Natuurpunt, EOS, Kusterfgoed, de Provincie West-Vlaanderen en de Strandwerkgroep, met actieve steun van de tien kustgemeenten (www.groteschelpenteldag.be). Met dit initiatief willen deze partners de burger dichter bij het kustonderzoek betrekken. Het scoren en herkennen van lege schelpen is immers niet alleen bijzonder leuk en interessant. Dit burgerwetenschapsinitiatief leert onderzoekers ook heel wat over het voorkomen van deze tot de verbeelding sprekende groep zeedieren.