Klimaatverandering draagt bij tot de achteruitgang van hommelsoorten.
Op verschillende plaatsen in Europa en de Verenigde Staten verdwijnen hommelsoorten. Dat risico is groter op plekken waar het de diertjes te warm onder de voeten wordt, melden Canadese wetenschappers in Science.
De onderzoekers verzamelden data over het voorkomen van 66 hommelsoorten. Dat deden ze voor de periode van 1901 tot 1974 en tussen 2000 en 2014. De kans dat een hommelsoort op een bepaalde plek nog steeds voorkwam, daalde in Europa met 17, en in de VS met 46 procent.
Voor elke hommelsoort bepaalden ze op basis van historische gegevens over haar verspreiding bij welke temperaturen ze zich goed voelt. De kans dat een hommelsoort ergens verdween, was groter wanneer de temperatuur de maximaal tolereerbare temperatuur daar vaker benaderde of overschreed. Daaruit besluiten de wetenschappers dat opwarming een belangrijke aanjager is van de achteruitgang van de hommel.
Meerdere oorzaken
Erg verrassend is dat niet, want hommels houden niet van warmte. Veel soorten komen voor op hogere breedtegraden en in berggebieden. ‘Doordat ze goed zijn aangepast aan een kouder klimaat, krijgen ze het sneller dan andere soorten te warm’, zegt bioloog Dries Bonte (UGent). ‘En doordat ze al in noordelijke gebieden leven, hebben ze in vergelijking met andere bijensoorten minder marge om bij opwarming nog meer noordwaarts te trekken.’
‘Van alle bijensoorten hebben de hommels het het zwaarst’, zegt ecoloog David Kleijn. ‘Onder meer omdat ze zo groot zijn, veel voedsel nodig hebben en een relatief lange levenscyclus hebben.’ Hoe groot het aandeel van de opwarming in hun achteruitgang precies is, is volgens Kleijn op basis van deze studie niet te zeggen. ‘Daarvoor hebben de onderzoekers te weinig aandacht besteed aan andere factoren, zoals de intensivering van de landbouw. Uit ons eigen onderzoek blijkt dat het verdwijnen van waardplanten zeer belangrijk is.’
De Canadese onderzoekers hopen dat hun onderzoek zal helpen om te voorspellen waar de kans dat soorten zullen verdwijnen het grootst is, zodat we maatregelen om dat te voorkomen efficiënt kunnen inzetten.