Het brandt rondom de Noordpool. Zowel in Siberië als in Alaska staan grote delen van de poolwouden in lichterlaaie: een ramp voor zowel de bossen als voor het klimaat. Want door deze natuurbranden kwam er naar schatting al 121 miljoen ton C02 in de atmosfeer terecht, meer dan de jaarlijkse uitstoot van heel België.
Dramatische cijfers, juist nu de urgentie om de CO2-uitstoot te beperken groter is dan ooit. Maar een nieuwe studie geeft een genuanceerder beeld. Het onderzoek dat recent verscheen in Nature Geoscience kijkt naar de rol van as, gedeeltelijk verbrande plantenresten en houtskool. Uit metingen en modellen blijkt dat een significant deel van dit zogenoemd pyrogeen koolstof in de bodem terecht komt en daar ook lange tijd opgeslagen blijft.
Meer dan alle transport bijeen
Gemiddeld gaat er jaarlijks tussen drie en vijf miljoen vierkante kilometer natuur in vlammen op, een oppervlakte zo groot als India. Al die natuurbranden zijn verantwoordelijk voor een slordige 2,2 miljard ton CO2-uitstoot, evenveel als de uitstoot van alle transport wereldwijd samen.
Maar vuur doet niet alles in rook opgaan. Nadat de vlammen zijn gaan liggen blijven er behoorlijk wat houterige massa en andere plantenresten over die onvolledig verbrand zijn. Die houtskool en ander pyrogeen materiaal bevat nog steeds heel wat koolstof. Een groot deel ervan komt in de bodem terecht wanneer bossen zich herstellen, of wordt door het water naar meren of zeeën afgevoerd. Hoewel die houtskool uiteindelijk ook vergaat, kan dat honderden jaren duren. Tot die tijd blijft het koolstof in de bodem opgeslagen.
Niet mee in rekening
Pyrogeen koolstof werd tot nu toe over het hoofd gezien bij het berekenen van de wereldwijde koolstofcyclus. Ten onrechte, want volgens de nieuwe studie komt zo'n 12 procent van de koolstof die in biomassa zit opgeslagen niet in de atmosfeer terecht bij een brand, maar in de bodem als houtskool en andere vormen van pyrogeen koolstof. Op die manier ontstaat er een belangrijke koolstofbuffer. Veel hangt af van welk type ecosysteem er in vlammen opgaat, maar een meer accuraat beeld van de uitstoot van natuurbranden dient dus ook de dynamiek van houtskool in rekening te brengen, aldus de auteurs.