Vissen worden kleiner van gestalte door menselijk handelen. Dezelfde trend lijkt zich ook bij andere organismen af te tekenen, zij het een stuk minder duidelijk.
Dat planten en dieren steeds kleiner worden door de druk van menselijke activiteiten, bleek sporadisch al uit eerder onderzoek. Alleen was het niet duidelijk hoe algemeen deze ontwikkeling zich doorzet, vertelt Inês Martins, onderzoeker gespecialiseerd in biodiversiteit in het antropoceen en verbonden aan de universiteit van York en de St Andrews University. Ze legde data van 4200 soorten gespreid over zestig jaar naast elkaar en keek in welke richting de gemiddelde grootte van individuele soorten zich ontwikkelde, en of de verhouding tussen grote en kleine soorten verschoof.
'De trend naar een kleinere omvang is het duidelijkst bij zeevissen. Dat komt omdat er over deze soorten het meeste relevante data voor handen is. Bij andere dieren en planten zien we deze ontwikkeling ook, zij het veel minder duidelijk. Variaties in omvang zijn minder bestudeerd, en de beschikbare data laat verschillende tendensen zien. Sommige organismen krimpen, andere net niet. Het ontbreekt aan informatie om een meer algemeen en duidelijker beeld te schetsen hoe grootte evolueert op langere termijn.'
'Wanneer bepaalde types organismen verdwijnen, nemen andere snel de vrijgekomen ecologische ruimte in'
'De daling in de gemiddelde grootte bij zeevissen is niet universeel', aldus Martins. 'Ons onderzoek laat wel zien dat die omvang wel degelijk afneemt. Verrassend daarbij is dat er twee mechanismen spelen. Binnen sommige soorten worden individuen kleiner en kleiner, maar tegelijk zien we ook dat grotere vissoorten baan moeten ruimen voor kleinere soorten.'
Dat is het resultaat van een interactie met de mens, die op diverse manieren ecosystemen diepgaand en fundamenteel beïnvloedt, aldus Martins. 'Selectiedruk op omvang is complex, maar er zijn een aantal elementen die terug te brengen zijn op menselijk handelen. Bij het jagen bijvoorbeeld, of visvangst, nemen mensen vooral grotere soorten of individuen in het vizier. Grotere soorten planten zich langzamer voort en hebben minder nakomelingen, wat hun extra kwetsbaar maakt. Individuen of soorten met een grotere omvang voelen de gevolgen van voedselschaarste of de invloed van de opwarming van de aarde ook sterker.'
Kleintjes winnen terrein
De krimp van organismen heeft gevolgen voor ecosystemen in hun geheel, vertelt Martins. 'Veel ecosystemen zijn in belangrijke mate gestructureerd op basis van omvang. Neem maritieme ecosystemen. Simpel gezegd voeden grotere soorten zich met kleinere. Als organismen krimpen in omvang, of grotere soorten – vaak juist de toppredatoren – verdwijnen, kan dat diepgaande veranderingen in de structuur en de interactie binnen ecosystemen teweegbrengen.'
Opvallend is dat terwijl individuen binnen maritieme vissoorten kleiner worden, en grotere soorten minder voorkomen, de totale biomassa relatief constant blijft. 'Er lijkt een soort wisselwerking te bestaan tussen aantallen en omvang. Een kleiner aantal grotere individuen of soorten worden vervangen door een groter aantal kleinere organismen. Die bevinding ligt in de lijn met het idee dat ecosystemen veranderingen compenseren. Wanneer bepaalde types organismen verdwijnen, nemen andere snel de vrijgekomen ecologische ruimte in.'