Katachtigen met sabeltanden lijken meer op onze huiskatten dan gedacht. Dat blijkt uit Luiks onderzoek dat de evolutionaire geschiedenis van de sabeltand in kaart bracht.
Beeld: Wikimedia
Verlengde bovenste hoektanden, beter bekend als sabeltanden, duiken doorheen de evolutionaire geschiedenis op bij twee families. De Nimravidae zijn intussen uitgestorven, maar de Felidae kom je nog tegen. In je eigen straat bijvoorbeeld, want de huiskat is deel van die familie.
Je huiskat heeft natuurlijk geen sabeltanden, maar andere familieleden hadden die in het verleden wel. Onderzoekers van de universiteit van Luik leidden een studie naar die evolutie. Daarvoor analyseerden ze 3D-scans van schedels en onderkaken van uitgestorven en levende katachtigen. Het resultaat toonde de evolutie van de sabeltand in tijd en plaats.
Zo ontdekten de onderzoekers dat er niet simpelweg twee verschillende types schedel zijn, zoals in de handboeken staat – die van katachtigen met sabeltanden en die van katachtigen met kleine hoektanden. In werkelijkheid bestaat er een hele evolutieve reeks van schedeltypes, met kleine verschillen en zachte overgangen. Onderzoeker Margot Michaud vat het in een persbericht samen: ‘Op morfologisch vlak is de schedel van een kleine huiskat net zo vreemd en gewijzigd als die van een grote katachtige met sabeltanden.’
Ze vonden ook twee factoren die gunstig waren voor de ontwikkeling van sabeltanden, zowel bij de Nimravidae als de Felidae. Zo hadden katachtigen met sabeltanden een vervormbare schedel die zich doorheen de evolutie kon aanpassen. Verder evolueerden ze aan een sneller tempo dan katachtigen met kleine hoektanden. Onderzoeker Narimane Chatar noemt het in een persbericht een ‘gemeenschappelijk recept om te evolueren tot een katachtig roofdier met sabeltanden.’