Zijn mieren goede biologische bestrijders? Mathijs Hast (UGent) onderzocht het potentieel van de beestjes voor de kasteelt met zijn masterproef.
De kleine mier, een groot(s) roofdier
Mieren: ze terroriseren je terrasvoegen, ze lopen in de zomer weg met je kruimels, ze geven je misschien de kriebels… Maar helpen ze binnenkort ook je groenten te beschermen? Dat onderzocht Mathijs Hast (UGent) voor zijn scriptie.
Mieren zijn beruchte predatoren. Dat ze geen schrik hebben om dieren die vele malen groter zijn aan te vallen weet zelfs de Afrikaanse olifant, die de acaciabomen waarop de beestjes lopen vermijdt als de pest. Ze verdedigen hun territorium tot de laatste mier en werken daarbij wonderwel samen. “Dat maakt van hen een interessant alternatief voor pesticiden die vandaag grootschalig ingezet worden in de landbouw”, vond Hast.
Biologische bestrijding
Bij biologische bestrijding worden gewassen beschermd met levende organismen. De eerste gekende biologische bestrijders waren mieren. In 304 v.C. verkochten marktkramers in China kolonies van de wevermier om citrusboomgaarden te beschermen. In Zuidoost-Azië zetten lokale boeren ze ook vandaag nog steeds in om zo minder pesticiden te moeten gebruiken. Boeren in België maken ook al gebruik van onder andere mijten voor biologische bestrijding om hun teelt te beschermen, maar mieren worden hiervoor nog niet commercieel ingezet.
"De eerste gekende biologische bestrijders waren mieren." Mathijs Hast (UGent)
Kweken in kassen
Het is niet vanzelfsprekend om in ons Belgisch klimaat zuiderse planten, zoals tomaten, te kweken. Zo’n gewassen kweken we dus in kassen. Daar blijven temperaturen warm en kunnen boeren makkelijk gecontroleerd water geven. Maar hoewel het kweken in kassen een oplossing is voor groenten en fruit die nood hebben aan een ander klimaat, brengt het ook een nieuw probleem met zich mee: uitheemse rupsen. Deze beestjes vormen een hardnekkig probleem in de kasteelten voor landbouwers. Door de verhoogde temperaturen in de serres groeien ze bijzonder snel waardoor ze moeilijk te bestrijden zijn. Tot op vandaag zijn er weinig andere middelen dan pesticiden om ze mee te lijf te gaan.
Mediterrane mier
Aangezien je in serres een warmer klimaat creëert, gebruikte Hast voor zijn onderzoek ook een mediterrane mierensoort: Crematogaster scutellaris. “Het is een mierensoort die bij ons nog niet in de natuur voorkomt, maar die is aangepast aan de warmte en de droogte van het Middellandse Zeegebied. Perfect voor gebruik in onze kassen.” De mierensoort is bovendien ook gekend om zijn agressiviteit tegenover andere organismen wat voor een biologische bestrijder natuurlijk positief is.
De mier in actie
“In mijn onderzoek keek ik eerst in het labo of de mieren in een afgesloten container bij constante temperatuur en vochtigheid in staat waren om rupsen te bestrijden op een bonenplant”, legt Hast uit. Die eerste test bleek succesvol. “Hoe meer mieren, hoe sneller het aantal rupsen afnam en hoe minder de rupsen van de bladeren aten.” Tijd voor de échte test dan. De mieren werden gedurende twee weken in een serre losgelaten, waar er veel sterkere schommelingen zijn van temperaturen en vochtigheid. De resultaten vergeleek Hast daarna met de bestrijding door een gevestigde waarde onder de biologische bestrijders: de groene gaasvlieg. “De larven van de groene gaasvlieg eten zowat alles op hun pad dat beweegt.”
“Mieren zijn een interessant alternatief voor pesticiden die vandaag grootschalig ingezet worden in de landbouw” Mathijs Hast (UGent)
De haas en het schildpad
De mieren scoorden minder goed dan de gaasvlieglarven, die er steevast perfect in slaagden om de rupsenplaag in toom te houden. “Uit de klimaatdata van de serre vermoed ik dat de nachtelijke temperatuur in de serre te laag lag om de mieren optimaal te laten aanvallen. Gaasvlieglarven hadden minder last van de nachtelijke kou.” Toch eindigt daar het verhaal niet. “Na twee weken was 85% van de mieren nog in leven ten opzichte van 8,5% van de gaasvlieglarven. Ze zijn dus beter geschikt om langdurig in de serre te blijven en teelten preventief te beschermen.” Volgens Hast heeft de mierensoort dus zeker potentieel als biologische bestrijder. “Maar er is meer onderzoek nodig om te begrijpen onder welke omstandigheden de mier het best kan presteren.” Eens dat duidelijk is, zullen mieren in de toekomst misschien niet enkel onze terrasvoegen terroriseren, maar ook de groenten in onze winkelrekken op een duurzame manier helpen verzekeren.
Doe mee aan de Vlaamse Scriptieprijs
Mathijs Hast (UGent) nam deel aan de Vlaamse Scriptieprijs 2022.
Studeer je af in 2023?
De Vlaamse Scriptieprijs gaat ook dit jaar op zoek naar de beste scripties en brengt ze onder de aandacht van de pers. Deelnemers maken kans op persaandacht én prijzen tot 2.500 euro.