Volgens Canadees onderzoek is de kat daardoor gezonder, tevredener en heeft minder kans op zwaarlijvigheid. In de studie kregen acht katten, die niet buiten komen, drie weken lang eenmaal daags te eten in de ochtend. Dezelfde katten kregen daarna drie weken lang dezelfde hoeveelheid voer verspreid over vier maaltijden per dag. De dieren hadden een tuigje op hun rug met een activiteitensensor om hun bewegingen te registreren. Ook werd de stofwisseling gemeten via adem- en bloedmonsters.
Poezen die vier keer per dag werden gevoerd waren actiever. Toch was het totale energieverbruik van de dieren bij beide voerregimes gelijk. Ook het gewicht in beide groepen was hetzelfde. Maar de dieren die alleen in de ochtend hun dagelijks dieet kregen hadden een hoger niveau van de drie honger regulerende hormonen in hun bloed, wat duidt op meer tevredenheid ofwel eerdere verzadiging. Deze katten verbrandden ook beter hun vetreserves, wat dik worden voorkomt. Bovendien vertoonden zij een stijging van aminozuren in het bloed, waardoor meer eiwitten beschikbaar komen voor bijvoorbeeld spieropbouw. Dat is belangrijk omdat veel katten spiermassa verliezen bij het ouder worden: een fenomeen dat bekend staat als sarcopenia.
‘De fysiologische voordelen van één maaltijd per dag zijn evident’, aldus diervoedingsexpert Kate Shoveller. ‘Het strookt met studies onder mensen die regelmatig vasten. Zij zijn sneller verzadigd, eten minder en worden minder snel obees.’