Hoe zal België eruitzien als de aarde blijft opwarmen?

Wat betekent het voor België als de aardopwarming zich verder doorzet? Klimatoloog en glacioloog Philippe Huybrechts geeft antwoord. 'De ergste gevolgen voelen we over honderd jaar. Zo ongelooflijk ver is dat niet.'

 

In een spraakmakend rapport bevestigde het IPCC onlangs de link tussen klimaatverandering en weersextremen, zoals hittegolven, extreme neerslag en droogte. Philippe Huybrechts, professor klimatologie en glaciologie aan de Vrije Universiteit Brussel, werkte mee aan het rapport. 

Welke gevolgen heeft de aardopwarming voor het klimaat in deze contreien?

‘Ongeveer tot het midden van de eeuw ligt dat al vast. Wat we ook doen met de uitstoot van broeikgasgassen, tot 2050 ligt het klimaat al vast. Daarna, aan het einde van de eeuw, zal het een groot verschil maken of we gestopt zijn broeikasgassen uit te stoten of niet. Op het einde van het IPCC-rapport vind je er een interactieve atlas waar je kunt zien wat de projecties zijn per regio. Dat is dan niet specifiek voor België, maar voor de regio West- en Centraal-Europa.’

'Vooral het stijgende zeeniveau is voor ons een probleem'

‘De atlas wordt voorgesteld ten opzichte van het globale warming level. Dat is de globale temperatuursverandering ten opzichte van de periode 1850-1900. Vandaag zitten we op een warming level van 1,1 graad. De andere belangrijke levels staan op 1,5 graden, 2 graden en 4 graden.'

‘De temperatuur zal in West-Europa altijd meer stijgen dan het globale gemiddelde. Dat komt omdat West-Europa vasteland is. Land warmt nu eenmaal sneller op dan de oceaan. In de projecties liggen we altijd ongeveer een graad hoger dan het gemiddelde. Hoeveel de temperatuur exact zal stijgen, hangt af van hoe we omgaan met broeikasgassen.’

Het probleem is niet alleen dat de temperatuur in het algemeen stijgt, maar dat de extremen ook vaker voorkomen?

‘We zullen inderdaad vaker extremen zien, en ze zullen intenser zijn. De patronen die we zien bij een opwarming van 1 graad, zien we ook bij 2 en 4 graden, alleen veel sterker.’

'Hoe warmer de temperatuur van de lucht, hoe meer neerslag die kan bevatten'

‘Een hittegolf die in de 19de eeuw één keer om de vijftig jaar voorkwam, zal bij een opwarming van 1 graad al vijf keer in vijftig jaar tijd voorkomen. Voor een opwarming van 2 graden komt die bijna veertien keer in vijftig jaar voor. Bij een opwarming van 4 graden is dat nog meer: bijna veertig keer per halve eeuw.’

‘De hittegolven worden intenser. Een hittegolf die maar één keer in vijftig jaar voorkomt, is bij 1 graad globale opwarming al 1,2 graden warmer, maar bij een algemene opwarming van 4 graden worden de hittegolven liefst 5,3 graden warmer.’

Krijgen we dan ook meer koudegolven?

‘Nee, we krijgen minder vorst en minder koudegolven. Dat is vandaag al het geval, en het zal zich in alle scenario's doorzetten. We krijgen meer hittegolven en minder koudegolven.’

Zullen de verschillen tussen seizoenen vervagen?

‘De seizoenen worden bepaald door de baan van de aarde rond de zon. Dat zal niet veranderen. Zelfs als de aarde met 3 graden opwarmt, dan nog zul je een temperatuurverschil zien tussen zomer en winter. Het is trouwens ook niet uitgesloten dat er geen koudere winters meer zullen zijn. Misschien dat er ooit nog een Elfstedentocht komt, maar de kans wordt alsmaar kleiner.’

'Je krijgt overstromingen als het langdurig hard regent. En die kans stijgt'

Hoe zit het met de neerslag?

‘In deze contreien zullen we weinig verschil zien in de gemiddelde jaarlijkse hoeveelheid neerslag. Dat is niet zo in Noord-Europa, waar er veel meer neerslag zal zijn. En in Zuid-Europa zal er net veel minder neerslag zijn. Voor ons is het een nuloperatie, al wordt de neerslag wel anders verdeeld. We krijgen er meer in de winter en minder in de zomer. In beide gevallen zullen we een verschil zien van ongeveer 10 procent. We krijgen langere droge periodes, maar als het eens regent, zullen de buien heviger zijn.’

'De dagelijkse maximale hoeveelheid neerslag zal toenemen. De extremen worden dus extremer. Ze zullen ook vaker voorkomen. Een zogeheten heavy precipitation event dat maar één keer voorkwam tussen 1850 en 1900 komt nu al 1,3 keer meer voor. Bij een opwarming van 2 graden zal dat 1,7 keer zijn. En bij een opwarming van 4 graden stijgt dat cijfer tot 2,7.

'De ergste gevolgen voelen we over 100 jaar. Zo ongelooflijk ver is dat niet. De mensen die nu geboren worden, maken het mogelijk nog mee'

‘De intensiteit versterkt ook. Dat is een puur fysisch verschijnsel. Het heeft te maken met de hoeveelheid water die de lucht kan bevatten. Hoe warmer de luchttemperatuur, hoe meer vocht die kan bevatten. Die heavy precipitation events komen dan niet alleen vaker voor, ze worden ook natter.’

Krijgen we straks meer overstromingen te slikken?

‘Ja, het risico op overstromingen stijgt. Ik heb het dan wel over onze regio. In het Middellandse Zeegebied is dat bijvoorbeeld niet zo. Daar gaat alles sterk verdrogen.’

Wat gebeurt er met het zeeniveau?

‘Uit waarnemingen blijkt dat het niveau aan de Belgische kust ongeveer evenveel zal stijgen als het globale gemiddelde. Sinds 1900 is het globale zeeniveau met ongeveer 20 cm gestegen, dat is ook aan onze kust zo. Bij zwaar stormweer zal het niveau nog hoger liggen, wat het overstromingsrisico verder vergroot.’

'Het is niet dat een bos brand vat gewoon omdat het droog staat. Er moet ook een vonk zijn en dat is vaak het gevolg van mensen'

‘Als we bij een globale opwarming van 1,5 graden kunnen blijven, zal het zeeniveau deze eeuw nog met zo’n 30 centimeter stijgen. Als de aarde sterker opwarmt, dan kan het niveau stijgen met 1 meter, of meer. In het allerslechtste geval begint tegen het einde van deze eeuw de West-Antarctische ijskap in te storten. Dan kan het zeeniveau met 2 meter stijgen. Maar dat is geen deel van de projecties.' 

‘Het zeeniveau reageert langzaam op klimaatverandering. De stijging zal daarom nog honderden of duizenden jaren blijven doorgaan. Als we de opwarming kunnen beperken tot 1,5 graden, dan stijgt het zeeniveau aan het einde van de eeuw weliswaar met ongeveer 30 centimeter, maar na tweeduizend jaar zal het alsnog zijn gestegen met 2 tot 6 meter.' 

‘En als de opwarming zich doorzet, dan zal het water nog verder stijgen. Dat is de verandering die mij het meeste zorgen baart. De stijging zal traag gaan, maar ze zal niet te stoppen zijn - wat we ook doen. Alleen een volgende ijstijd kan daar dan verandering in brengen.’

Hoezeer zou het zeeniveau moeten stijgen voordat in de Lage Landen overstromingsgevaar dreigt? 

‘Met de huidige dijken hebben we niet zoveel overschot. Misschien een halve meter. Dijkverhogingen en andere maatregelen zijn hoe dan ook noodzakelijk.'

Krijgen we straks in de Ardennen bosbranden zoals die in Griekenland en de Verenigde Staten?

‘We kunnen er zelfs in Vlaanderen mee worden geconfronteerd. Dat gebied is minder bosrijk, maar er is genoeg heide die snel vuur kan vatten.’

‘Er zijn drie factoren die moeten samenspelen om een bos gevoelig te maken voor brand. Het moet heel warm zijn. Het moet lang droog geweest zijn. En er moet een felle wind zijn. De eerste twee elementen zullen vaker voorkomen in de toekomst. Dat is al voldoende om het risico op bosbranden te doen stijgen.’

'Vlaanderen heeft niet zoveel bos, maar wel heide die snel in brand vliegt'

‘Het probleem is wel iets ingewikkelder dan dat. Het is niet dat een bos brand vat gewoon omdat het droog staat. Er moet ook een vonk zijn en dat is vaak het gevolg van mensen. Kijk maar naar wat er recent gebeurde in Brecht, nadat het Belgische leger er oefende met brandbare tracers. De hele heide vatte vlam.’

‘Goed bosbeheer kan het risico op bosbranden reduceren. Dat kan, bijvoorbeeld, door droge takken op te rapen. Ook corridors in de bossen maken helpt. Op die manier kan het vuur niet zo gemakkelijk overslaan naar andere delen van het bos. Dat is zo in de Ardennen.’

Waarop mogen we hopen voor België als we voldoende maatregelen treffen?

‘België is maar een klein land. We moeten globaal actie ondernemen. Als we er wereldwijd in slagen om tegen 2050 geen broeikasgassen meer uit te stoten en misschien zelfs een negatieve emissie realiseren door CO2 uit de lucht te halen, dan kunnen we de opwarming beperken tot 1,5 graden. Nu zitten we op 1,1 graden - veel marge is er niet meer. Bij een opwarming van 1,5 graden wordt het iets warmer dan vandaag, iets extremer. Je ziet nu al hoeveel schade dat kan veroorzaken: vorige zomer droogde alles op, en deze zomer loopt alles onder.’

Wat gebeurt er als we niets doen?

‘Als we naar een opwarming van 4 graden zouden gaan, komen we in een hele andere wereld terecht. Die kan ik mij niet goed voorstellen. Dan wordt het in ieder geval erg. We krijgen zeer extreem weer in alle richtingen. Vooral het zeeniveau wordt dan een probleem. Ik denk dat we Vlaanderen dan uiteindelijk zullen moeten ontruimen. Grote stukken van de wereld zullen onleefbaar worden door de combinatie van zeer extreme hitte en hoge vochtigheid.’

'België is maar een kleine speler. Er moet globaal actie ondernomen worden'

‘En, ja, dat is pas over 100 jaar, maar de mensen die nu geboren worden, leven waarschijnlijk nog in 2100. Zo ongelooflijk ver is het niet.’

Kunnen wij op individueel vlaak genoeg doen om een impact hebben?

‘Ik zal daar het volgende op zeggen: ik denk niet dat we er gaan geraken door alleen een beroep te doen op individuele verantwoordelijkheid. Minder vlees eten en met de fiets gaan, kan natuurlijk geen kwaad, maar dat is niet de grote oplossing.’

‘Om van die uitstoot af te geraken, hebben we vooral een sterk beleid nodig. We hebben een overheid nodig die regels oplegt en ons gedrag stuurt. De mensen moeten er wel ontvankelijk voor zijn. Ze moeten meewerken in het verhaal. Ik zeg altijd dat het meest effectieve is om op de juiste mensen te stemmen, degenen met het krachtigste klimaatbeleid. Door er een individuele verantwoordelijkheid van te maken, geef je mensen alleen maar schuldgevoelens. Mensen maken keuzes die voor hen het meest voordelig of gemakkelijk zijn. De overheid moet dus de juiste keuzes het meest aantrekkelijk te maken. Maak, bijvoorbeeld, de treinverbindingen beter en goedkoper zodat er minder met vliegtuigen wordt gevlogen.’

In een ideale situatie, wat zijn de beste stappen die de overheid kan nemen?

‘Dat gaat over zoveel zaken. Als we kijken naar België: waar zit de grote uitstoot? Die zit in transport, in de verwarming van de huizen, in de opwekking van elektriciteit en in de industrie. In de industrie wordt dat aangepakt door er een prijs op te plakken met de Koolstofmarkt. Als je warmte met fossiele brandstoffen opwekt, moet je daar een boete voor betalen. Dat stimuleert om het productieproces zodanig te veranderen dat je die boete kan vermijden.’