Huismus meest getelde vogel in Vlaamse tuinen, maar soort doet het niet goed

Afgelopen weekend deden weer duizenden mensen mee aan Het Grote Vogelweekend. Tijdens deze twee dagen telden ze een kwartier lang alle vogels in hun tuin. 

De top drie van meest getelde vogels is hetzelfde als vorig jaar: de huismus staat op één, de koolmees op twee en de vink op drie. Ook de andere vogels in de top tien bleven redelijk stabiel. De meest opvallende verandering is dat de pimpelmees en kauw van plaats veranderden: de pimpelmees steeg van plaats zes naar vier, terwijl de kauw zakte van plaats vier naar zes. Volgens de voorlopige cijfers telden 47.750 mensen in totaal 777.168 vogels. Dat komt neer op gemiddeld 23 vogels van zeven verschillende soorten per tuin, net zoals vorig jaar.

Toch moeten die gegevens volgens vogelexpert Gerald Driessens van de nodige nuance worden voorzien. Sommige soorten worden namelijk in absolute aantallen wel vaak geteld, terwijl ze relatief in steeds minder tuinen voorkomen. Een voorbeeld is de huismus die in de telling op één staat, maar waar het al langer niet goed mee gaat. In 2009 werd ze nog in 65 procent van de tuinen geteld, terwijl dat in 2019 slechts in 37 procent van de tuinen was. Vanaf vorig is dat aandeel weer lichtjes aan het stijgen. Hetzelfde geldt voor de merel. Enkele jaren geleden kwam ze nog in negen op tien tuinen voor, terwijl dat dit jaar voor het eerst in minder dan zeven op tien tuinen was.

De vink is de derde meest getelde vogel. Credit: Luc Meert

Wintergasten

Bovendien zegt de tuintelling niet altijd iets over de hoe goed of slecht het gaat met de soort. Zo zijn sommige soorten sporadische wintergasten: het ene jaar overwinteren ze hier met miljoenen, het andere jaar vliegen ze verder naar andere landen. Driessens geeft een voorbeeld: ‘De keep is een vogel die graag beukennootjes eet, maar vorig jaar was geen goed jaar voor beukennootjes, dus zijn de meesten zijn doorgevlogen naar andere gebieden. Het gevolg was dat er minder kepen waren, maar dat zei niets over hoe goed of slecht het met de soort ging.’

Met gemiddeld 23 vogels per tuin zijn er dit jaar evenveel vogels als vorig jaar geteld. Dat is volgens Driessens een positief gegeven: ‘Dat wil zeggen dat de vogels hun voedsel in de natuur kunnen vinden en het niet in onze tuin moeten zoeken. Tenminste, niet vaker dan vorig jaar.’ Ook over het aantal tellers is Driessens positief. Dat waren er minder dan vorig jaar, maar daar zit corona volgens hem voor iets tussen: ‘We zaten toen in een lockdown, de cafés waren gesloten, dus mensen zochten andere manieren om zich bezig te houden. 2021 was dus een uitzonderlijk jaar. Dit jaar waren er iets meer tellers dan twee jaar geleden. Ik merk ook dat vogeltellen en interesse in de natuur nu leeft in de samenleving, dus ik ben tevreden.’

De definitieve resultaten verschijnen eind februari in een uitgebreider rapport op de site van Natuurpunt.

De top 10 in Vlaanderen (tussen haakjes de ranking van 2021):

1. Huismus (1)
2. Koolmees (2)
3. Vink (3)
4. Pimpelmees (6)
5. Houtduif (7)
6. Kauw (4)
7. Merel (7)
8. Turkse Tortel (8)
9. Ekster (9)
10. Spreeuw (11)

 

Beeld boven: Huismus. Credit: François Van Bauwel