De pups van een vleermuissoort vertonen tijdens hun ontwikkeling een vocaal oefengedrag dat sterk lijkt op het brabbelen van menselijke zuigelingen.
Om spraakklanken te kunnen produceren moeten baby’s een nauwkeurige controle verwerven over hun tong, lippen en kaak. Dat doen ze tijdens het brabbelen, een fase waarbij ze voor het eerst geluiden beginnen te produceren die op spraak lijken. Deze brabbelfase komt voor in alle culturen en talen en is dus een universeel kenmerk van taal.
Om de verwerving van taal bij de mens beter te begrijpen, analyseren onderzoekers de spraakontwikkeling bij dieren die net als de mens in staat zijn te brabbelen. Helaas zijn die niet dik gezaaaid. Tot nu toe beperkte het onderzoek zich bijna uitsluitend tot zangvogels, ook al was het niet altijd gemakkelijk om de resultaten daarvan te vertalen naar de mens, aangezien zangvogels en mensen anatomisch verschillen en hun hersenen anders werken.
Een team van wetenschappers van het Museum voor Natuurkunde in Berlijn bestudeerde nu de grote zakvleermuis Saccopteryx bilineata. Hoewel de dieren weinig gelijkenis vertonen met de mens, vertonen de pups tijdens hun ontwikkeling een opvallend vocaal oefengedrag dat sterk lijkt op het brabbelen van menselijke zuigelingen.
Het team bestudeerde het brabbelgedrag van 20 jongen in hun natuurlijke habitat in Panama en Costa Rica. Eerst werden de vleermuizen gewoon gemaakt aan de aanwezigheid van de onderzoekers in de nabijheid van hun slaapplaatsen, waarna de onderzoekers dagelijks akoestische opnames en video-opnames konden maken van de pups in hun natuurlijke omgeving. Ze deden dat vanaf de geboorte van de pups tot het spenen, het tijdstip waarop de moeders stoppen met het zogen van hun jongen.
Uit het onderzoek bleek dat de jongen van S. bilineata gemiddeld zeven weken lang dagelijks brabbelgedrag vertonen waarbij ze, soms tot 43 minuten lang, meerlettergrepige vocale sequenties produceren die lettergrepentypes van het volwassen vocale repertoire omvatten. Het leek er met andere woorden op dat de jongen al brabbelend de zang van de volwassen mannetjes aanleerden.
Terug in Duitsland werden de akoestische opnames geanalyseerd. De onderzoekers ontdekten dat het brabbelen van de pups dezelfde acht kenmerken vertoont als het brabbelen van menselijke baby's. In pupgebrabbel is een herhaling van lettergrepen te horen, vergelijkbaar met de karakteristieke herhaling van lettergrepen - /dadada/ - in het gebrabbel van menselijke zuigelingen. Bovendien is het gebrabbel van de pup ritmisch en komt het voor bij zowel mannelijke als vrouwelijke pups. Bij zangvogels zijn het alleen de jonge mannetjes die brabbelen.
Volgens de onderzoekers kan het bestuderen van de brabbelende vleermuissoort hen helpen om de evolutionaire oorsprong van de menselijke taal beter te begrijpen.