Een bij vogelliefhebbers en kwekers bekende kaketoe-soort kan een ‘gereedschapskist’ transporteren en hanteren.
Beeld: Sam Mugraby, Wikimedia
De Goffins kaketoe (Cacatua goffiniana) is een kleine dertig centimeter groot. Zijn natuurlijke habitat is het tropisch regenwoud en hij komt in het wild voornamelijk voor in Indonesië. Op zijn menu staan overwegend bessen, vruchten, zaden en – het sleutelelement in dit nieuwe experiment – noten. Het was al langer bekend dat deze kaketoe weleens ‘gereedschappen’ gebruikte om die te kunnen opeten. Een afgebroken stukje bamboe, bijvoorbeeld. Dat principe zien we bij meer dieren, dus zo opmerkelijk is dat niet. De vraag was echter of de Goffins kaketoe dat bewust deed. Vertaald naar de mens: of hij als een soort klusjesman wist en besliste welk materiaal uit de gereedschapskist hij wanneer nodig had?
Een team onder leiding van evolutionair bioloog Antonio Osuna-Mascaró zocht het uit. Niet door de vogels in het wild te observeren, maar met een gecontroleerd experiment met een aantal in het wild gevangen proefdieren. Het omvatte drie fasen, met als basisopstelling een kist met daarin een cashewnoot.
Fase 1: herkenning en kennisverwerving.
De noot zat achter een doorzichtig papieren membraan. Om eraan te geraken kregen de kaketoes de beschikking over twee gereedschappen: een puntig stokje om het membraan te doorprikken en een in de lengte gehalveerd drinkrietje om de noot los te maken. Zeven van de tien proefdieren slaagden daarin, twee bij hun eerste poging, en elke kaketoe hanteerde een lichtjes verschillende techniek.
Fase 2: bewust en doelgericht gebruik.
Het team ging vervolgens na of de kaketoes in staat waren hun gebruik van het gereedschap aan te passen aan veranderende omstandigheden. De proefdieren kregen daarvoor elk twee verschillende kisten voor zich: één met en één zonder membraan. Bleek dat ze heel snel begrepen wanneer ze – in het eerste geval – zowel het puntige stokje als het rietje nodig hadden of – in het tweede geval – alleen het rietje.
Fase 3: transport en kennisopslag.
Hierna wilden de onderzoekers nagaan of de kaketoes hun ‘materiaal’ zowel letterlijk als figuurlijk meenamen. Zouden ze, met andere woorden en concreet, het stokje en het rietje als een ‘gereedschapskist’ hanteren en transporteren in functie van de noodzaak? Hiervoor moesten de dieren eerst een almaar uitdagender laddertjesparcours richting de kist afstappen en het laatste stukje vliegend afleggen. Waarna ze, tot slot, wel of niet op een membraan stuitten.
Beeld: Een van de kaketoes neemt zijn gereedschap mee naar een doos waarin een cashewnoot achter een membraan zit en doorprikt het met een stokje.
De meesten namen na verkenning een nutsbeslissing: wat hebben we (niet) nodig en wat nemen we dus (niet) mee? Ook bleek dat sommige dieren zichzelf bij een kist mét membraan aanleerden om de twee stukken gereedschap samen te transporteren door het stokje in de holte van het rietje te schuiven.
Conclusie?
‘Deze gecontroleerde experimenten tonen niet alleen aan dat deze kaketoes gereedschapssets gebruiken’, stelt onderzoeksleider Osuna-Mascaró, ‘maar ook dat ze er zich van bewust zijn dát ze dit doen, waaróm en hóe.’ Dat ze, anders gesteld, als klusjesmannen een probleem analyseren, interpreteren, herkennen welk gereedschap ze in een concreet geval precies nodig hebben, en daarnaar handelen.