De glastuinbouwsector in ons land behoort tot de wereldtop. Hoe blijven we op die positie terwijl energiecrisissen en klimaatdoelstellingen om de hoek loeren?
Buiten is het 3°C. Tussen de tomaten in de serre is het behaaglijk warm. 19,5°C om precies te zijn. In korte broek en T-shirt zijn we al een tijdje aan de slag om de tomaten te oogsten die later beoordeeld zullen worden. Boven onze hoofden schuiven energiebalancerende schermen dicht die de warmte en energie vasthouden. Met gesloten ogen en met de geur van vers geplukte tomaten waan je je meteen in het zuiden van Spanje met voor je een bord pan con tomate.
Van crisis naar opportuniteiten
Even terugspoelen naar de winter van 2022. Veel bedrijven in de glastuinbouw beslisten toen omwille van de energiecrisis om geen of pas later tomaten, paprika’s, komkommer,… op te planten in hun serres. Dit ging gelukkig niet gepaard met grote hongersnoden, wel met een sector die het financiële verlies probeerde te beperken en naar oplossingen zocht om nog duurzamer om te gaan met hun energieverbruik: later planten, wat kouder telen, de ramen meer gesloten houden,… Glastuinbouwbedrijven hadden, en hebben, er alle baat bij om zo energiezuinig mogelijk te telen.
Daarnaast zijn er ook de ambitieuze doelstellingen van de Europese Unie om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn. Genoeg basis dus om op zoek te gaan naar energiebesparende innovaties die het telen in serres ook rendabel maken. Want we mogen het draaien en keren zoveel we willen, om jaarrond tomaten te telen in België is er energie en warmte nodig. Om dit op een klimaatneutrale manier te doen die ook nog rendabel is, moeten we drastisch het energieverbruik verlagen en de nodige energie zo efficiënt mogelijk inzetten en in de serre houden.
Schermen met alle mogelijkheden
Wat doe jij in de winter wanneer je je woning lekker warm wil houden? Je zet de verwarming aan en houdt deuren en ramen goed gesloten. Je isoleert het dak om warmteverlies zoveel mogelijk te beperken. Om serres warm te houden, gaan we uit van hetzelfde principe. De warmte van de verwarmingsbuizen houden we binnen door de ramen te sluiten en de ruimte boven in de serre zo goed mogelijk af te schermen met speciale energiebalancerende schermen.
Waarom boven in de serre? Warmte stijgt en door schermen in de nok van de serre te installeren zorgen we dat de warmte niet door het enkel glas of de ramen ontsnapt. Op deze manier proberen we de warmte zo goed mogelijk vast te houden en dus zo weinig mogelijk energie te verspillen. Een beetje zoals je dak isoleren.
Allereerst: wat zijn schermen?
Schermen zijn er in verschillende uitvoeringen en materialen: kunststof, geweven of gebreid, flexibel, plooibaar, rolbaar,… . Praktijkcentra als het Proefstation voor de Groenteteelt en Proefcentrum Hoogstraten experimenteren volop met nieuwe materialen, voordelen en nadelen worden tegen elkaar afgewogen. Uiteindelijk zit ook hier the proof of the pudding in the eating of in duurzaam geteelde tomaten. Vergelijk het allemaal een beetje met een soort automatische zonnewering. Ook deze gaat open en toe op momenten dat de nood eraan is. Enkel hou je in de serre de ramen wel liefst zoveel mogelijk gesloten.
Het gebruik van schermen is uiteraard niet helemaal nieuw. Wat echter wel steeds meer evolueert, zijn de materialen en de manier waarop de schermen worden ingezet. Kleine veranderingen kunnen zo toch een groot effect hebben op de energiebesparing.
Een energieverschil van dag en nacht
Er zijn twee soorten energieschermen, dag – en nachtschermen, die het leven van een tomatenplant uiterst aangenaam maken. Planten hebben licht nodig om te groeien. Dagschermen zijn daarom voornamelijk lichtdoorlatend zodat de zon voor warmte en licht kan zorgen. Anderzijds moet het scherm vaak ook vochtdoorlatend zijn. Planten in de serre verdampen heel wat water en dat water moet ook ergens naartoe gaan. Het liefst zien we het water tegen het koude dak condenseren of door de ramen weggevoerd worden, maar dan moet het eerst voorbij het scherm geraken. Met dat vocht verdwijnt dan ook weer warmte. Het is dus wikken, wegen en sturen. Dat sturen komt later nog aan bod.
Er zijn ook nog nachtschermen. In tegenstelling tot dagschermen hoeven deze weinig tot geen licht door te laten, want ze worden enkel gebruikt als het buiten donker is. Daarom worden ze vervaardigd uit een ander materiaal. Hier zijn meerdere opties mogelijk, maar schermen vervaardigd uit plastic en aluminium hebben voorlopig de beste papieren. Deze schermen hebben immers een interessante eigenschap wanneer je warmte bij je wil houden. Net zoals een lasagne in een aluminium bakje de warmte weerkaatst in een oven en je lasagne sneller warm krijgt, zal een aluminium scherm in de serre de warmte terugkaatsen naar de planten en de koude naar buiten reflecteren.
Schermen werken goed om efficiënt om te gaan met aanwezige energie. Toch zijn er zoals bij elke innovatie ook valkuilen. Eentje kwam al aan bod: vochtigheid. Verdamping van planten zorgt voor vochtigheid en vochtigheid kan voor schimmelgroei zorgen. Het scherm of het raam op een kiertje zetten is dan je beste optie, maar dat gaat natuurlijk gepaard met energieverlies. Momenteel wordt dan ook onderzocht of ontvochtigers kunnen ingezet worden, die het vocht uit de lucht halen en tegelijk de warmte uit het vocht kunnen recupereren. Op deze manier kunnen de schermen nog meer gesloten blijven en bespaar je dus meer energie. Ook de materiaalkeuze en de grootte van de perforaties van een materiaal zijn belangrijke aandachtspunten om voldoende licht binnen te laten maar tegelijk ook die warmte bij te houden.
Het allerbelangrijkste is misschien wel het correct inzetten van deze innovaties op het juiste moment. We noemen dat klimaatsturing en is het keurmerk van elke teler. Door het openen en sluiten van een raam in de serre, het juiste moment te kiezen om je scherm toe te doen of net niet, bepaal je bijna zelf hoe duurzaam je teelt. Je stuurt hiermee niet enkel het klimaat in de serre op kleine schaal maar zet meteen een stap richting de klimaatdoelstellingen richting 2050.
CO2 olé ole
Wanneer we warmte zelf willen opwekken zonder te rekenen op de zon, doen veel glastuinbouwers beroep op een wkk-installatie (warmtekrachtkoppeling). Zo’n wkk zet bijzonder efficiënt aardgas om in elektriciteit en warmte. Naast elektriciteit en warmte, komen er ook rookgassen vrij. Een installatie zuivert schadelijke stoffen uit deze rookgassen, zodat er bruikbare CO2 overblijft. De tomaten nemen dan op hun beurt deze CO2 weer op als voeding. Op deze manier creëren we zelf een optimale omgeving voor de planten. Door ook deze reststoffen in te zetten in de serre, kan de oogst aanzienlijk vergroot worden. We zien graag een warm CO2-rijk klimaat in de serre en zo weinig mogelijk broeikaseffect buiten.
Naast schermen is CO2 dan ook een belangrijke speler in het hele klimaatverhaal en proberen we deze dan ook zo nuttig mogelijk in te zetten of op te slaan. Thomas More voert momenteel experimenten uit met een innovatieve installatie die een belangrijke bijdrage kan leveren aan klimaatneutrale tomaten, door de CO2 te isoleren en op te slaan, zodat deze gevoed kan worden wanneer de planten hier de grootste nood aan hebben.
Tomaten met toekomst
Om de vraag van helemaal in het begin te beantwoorden: ja, ook in de toekomst gaat onze glastuinbouw tot de wereldtop blijven behoren en blijven we nog tomaten telen in België. Meer zelfs, als het onderzoek zo verder evolueert en in de volgende jaren ook de implementatie bij telers vlot verloopt kan de glastuinbouwsector enorm veel energie besparen. Daarnaast worden in dit onderzoek ook andere vruchtgroenten onder glas meegenomen, zoals paprika’s en komkommers, om ook daar energiebesparingen te realiseren. Momenteel loopt het onderzoek nog en moet naast het ecologische ook het economische plaatje nog kloppen. De verwachtingen zien er in elk geval gunstig uit om in één rechte lijn te voldoen aan de klimaatdoelstellingen met een lasagne aan schermen (en andere innovaties).
Dit onderzoek kadert binnen het Interreg Vlaanderen-Nederlandproject ENERGLIK.