Koolmezen zijn slimme vogels. Ze observeren hun omgeving en elkaar, en ontdekken zo vlot de kortste wegen naar voedsel. Wanneer mezen verhuizen, zijn ze nog gevoeliger om nuttige trucjes van hun nieuwe buren op te pikken.
De koolmees is heel populair bij biologen die dierengedrag bestuderen. De sympathieke tuinvogels zijn nieuwsgierig, sociaal en leergierig, ze komen overal voor en ze broeden graag in nestkasten waardoor wetenschappers ze makkelijk kunnen observeren. Omwille van die handige eigenschappen draven koolmezen al decennialang op in allerlei gedragexperimenten.
Britse biologen ontdekten in 2015 dat koolmezen elkaar aandachtig observeren en daar vervolgens letterlijk de vruchten van plukken. Ze leerden eerst een koolmees om voedsel uit een puzzeldoos te bevrijden, en plaatsten die puzzeldoos en koolmees vervolgens in een bos. De daar aanwezige koolmezen observeerden de getrainde koolmees en kopieerden snel diens oplossing om zo het voedsel uit de puzzel te kunnen halen.
Wetenschappers van het Max Planck Institute of Animal Behavior in Duitsland publiceren nu een vervolg op dat onderzoek in PLOS Biology. De onderzoekers toonden aan dat de vogels nog veel harder observeren en kopiëren wanneer ze van locatie veranderen. Nadat ze bijvoorbeeld van het ene bos naar het andere zijn verhuisd, zullen ze daar intensiever de 'locals' in de gaten houden om te achterhalen wat de vlotste weg naar voedsel is.
Dit keer vingen de biologen koolmezen en plaatsten ze in groepen in aparte kooien. Ze trainden de koolmezen om voedsel uit een puzzeldoos te pakken door het deurtje naar links of rechts te duwen. In de ene kooi leerden de koolmezen dat links de weg naar voedsel was, in de andere kooi was het net andersom. De biologen verhuisden vervolgens een koolmees uit de 'rechtse' groep naar de kooi waar de vogels de puzzel oplossen door een deurtje naar links te schuiven.
De inwijkeling kon nu drie zaken doen: het deurtje naar rechts openen, zoals hij had geleerd, om vast te stellen dat er geen beloning meer te vinden is, ofwel experimenteren door het deurtje naar links en rechts te schuiven, ofwel zijn nieuwe kooigenoten observeren en zo meteen ontdekken dat hier links de weg naar voedsel is. De koolmezen gingen resoluut voor de derde optie. Inwijkelingen kozen er meteen voor om het gedrag van de lokale vogels te kopiëren, en schoven het deurtje zonder aarzelen naar links, ook al waren ze getraind om het deurtje naar rechts te openen.
Er was wel een voorwaarde: de nieuwe kooi moest er duidelijk anders uitzien dan de 'thuiskooi', doordat er bijvoorbeeld takken met andere bladeren aanwezig waren. Als het gebladerte niet verschilde ten opzichte van de 'thuiskooi', dan kopieerde slechts 25 procent van de nieuwkomers de oplossing van de locals van bij de eerste poging. De vogels lijken te beseffen dat hun eigen kennis in een nieuwe omgeving ondergeschikt is aan het principe 'do as the locals do'.