In de populaire serie The Last Of Us teistert een ‘zombieschimmel’ de mensheid. Zou dat echt kunnen gebeuren?
Beeld: Liane Hentscher/HBO
Miljoenen mensen kijken wekelijks naar de langverwachte tv-adaptatie van de videogame The Last Of Us. De serie gaat over een post-apocalyptische wereld waar de samenleving als gevolg van een gevaarlijke schimmelinfectie ineengestort is. De schimmel neemt de hersenen over, waardoor mensen veranderen in vijandige, kannibalistische zombies.
De schimmel die deze pandemie veroorzaakt, is gebaseerd op Cordyceps, een zogenaamde zombieschimmel die echt bestaat en insecten infecteert. Omdat de schimmel het zenuwstelsel overneemt, verliezen insecten die besmet zijn met de Cordyceps-schimmel controle over hun handelingen. Uiteindelijk breekt de schimmel door het lichaam van het gastinsect naar buiten en groeit zo verder.
Gelukkig is het onwaarschijnlijk dat zich een snel verspreidende schimmelpandemie onder mensen zal voordoen, maar dat betekent nog niet dat schimmels ons geen zorgen moeten baren.
Fascinerende fungi
De wereld van de schimmels is gigantisch. Volgens schattingen zijn er wereldwijd zo’n drie miljoen verschillende soorten.
De meeste schimmels houden van koudere temperaturen rond 10°C. Dat betekent dat ze niet kunnen overleven in een mensenlichaam met een interne lichaamstemperatuur van 37°C. De meeste schimmelinfecties die mensen treffen, bevinden zich daarom op de huid, waar het koeler is (denk aan voetschimmel of ringworm). Het aantal schimmels dat mensen kan besmetten vormt dus slechts een fractie van alle bestaande schimmelsoorten.
Er zijn echter een aantal schimmelsoorten die kunnen groeien in een warmere omgeving, en die voor de mens fatale infecties kunnen veroorzaken. Sommige schimmels, zoals Candida, kunnen als deel van de darmflora zelfs in ons darmkanaal overleven en zo in het bloed terechtkomen en bijgevolg ook andere organen treffen. Dat gebeurt vooral wanneer de mens ernstig ziek is, bijvoorbeeld bij kankerpatiënten.
Zoals een van de personages in The Last Of Us suggereert, kan klimaatverandering nieuwe problemen veroorzaken. Door de stijgende temperaturen overal ter wereld moeten schimmels zich aanpassen. Het aantal schimmelsoorten dat de mens ernstig kan besmetten zou daardoor kunnen stijgen. Er is bewijs dat die toename zelfs al aan de gang is.
Zo is de schimmel Candida auris enorm zorgwekkend, omdat die resistent is tegen de meeste antischimmelmiddelen. Candida auris kan zich heel snel verspreiden in ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. De schimmel kan ernstige besmettingen veroorzaken bij mensen met een zwak immuunsysteem.
Die besmettingen zijn een beetje zoals sepsis, waarbij de schimmel in het bloed en de organen terechtkomt, en daar de normale werking verstoort. Wat Candida auris nog gevaarlijker maakt, is dat deze schimmel kan overleven bij temperaturen tot 42°C.
Candida auris dook bijna tegelijkertijd op in drie verschillende continenten. Daarom suggereren onderzoekers dat de klimaatopwarming aan die opmars bijgedragen heeft. Of verdere temperatuurstijgingen tot meer gevaarlijke superschimmels zullen leiden, is nog onduidelijk.
Schimmelinfecties
Zelfs als schimmels zich kunnen aanpassen, en leren overleven bij hogere temperaturen, is het onwaarschijnlijk dat ze zich zoals virussen van mens tot mens zullen verspreiden.
De meeste schimmelinfecties verschillen van andere besmettelijke ziektes, omdat ze moeilijker over te dragen zijn op andere mensen. Schimmelinfecties besmetten normaal gezien enkel specifieke risicopatiënten, zoals mensen met een zwak immuunsysteem.
Ook de manier waarop schimmelinfecties starten, zorgt ervoor dat de besmettingen zich minder onder mensen verspreiden. Veel ernstige schimmelinfecties beginnen in de longen, nadat de patiënt schimmelsporen heeft ingeademd. Hoewel we dagelijks honderden sporen inademen, worden we bijna nooit ziek, omdat ons immuunsysteem sporen heel efficiënt kan vernietigen.
Als ons immuunsysteem daar niet in slaagt, zullen de schimmelsporen zich verder ontwikkelen in de longen. Ze kunnen daar verschillende types schimmelcellen vormen en die kunnen een besmetting veroorzaken. Er is echter weinig bewijs voor spoorvorming in de longen. Dat betekent dat we schimmelsporen kunnen inademen, maar niet kunnen uitademen.
Ernstige schimmelinfecties kunnen zich van de longen naar andere organen verspreiden, waaronder ook het hart. Schimmelinfecties in de hersenen zijn het dodelijkst. De meeste breininfecties worden veroorzaakt door de schimmel Cryptococcus neoformans, een verwekker van cryptokokkenmeningitis.
Elk jaar sterven zo’n 100.000 mensen aan die aandoening. Dat maakt het de dodelijkste schimmelinfectie voor de mens.
Cryptokokkenmeningitis komt tot uiting wanneer een persoon met een verzwakt immuunsysteem – meestal ten gevolge van aids – schimmelsporen inademt. De schimmel verlaat de longen en komt in de hersenen terecht, al is nog niet geheel duidelijk hoe dat precies gebeurt. Eenmaal in de hersenen, ervaren besmette patiënten symptomen zoals zware hoofdpijn, koorts, zichtproblemen, en beroertes.
Infecties kunnen behandeld worden met antischimmelmiddelen. Die zijn echter heel duur, en bijgevolg onbetaalbaar voor de mensen die ze het meest nodig hebben. De Cryptokokkenschimmel kan bovendien resistent worden tegen die medicijnen.
Ondanks het bestaan van schimmelinfecties die de hersenen kunnen besmetten, moeten we ons geen zorgen maken over een zombieschimmel zoals de Cordyceps. Schimmels die zich aanpassen, en ook de mens kunnen besmetten, vormen in de nabije toekomst nog geen gevaar voor ons.
Steeds meer schimmels worden resistent, wat het gevaar op besmetting vergoot
Cordyceps is niet aangepast om bij onze lichaamstemperatuur te groeien, of om weerstand te bieden tegen ons immuunsysteem (dat veel geavanceerder is dan dat van een insect). Dat maakt het de schimmel onmogelijk om ons brein en zenuwstelsel tegelijk te infecteren. Het zal duizenden jaren duren voor de schimmels genoeg geëvolueerd zijn om daartoe in staat te zijn.
Toch zijn er genoeg redenen om ons zorgen te maken. Het aantal mensen dat ernstig ziek wordt als gevolg van een schimmelinfectie is de laatste vijftig jaar enorm toegenomen. Dat is zorgwekkend omdat, in vergelijking met andere infecties, het omwille van een gebrek aan antischimmelmiddelen moeilijker is schimmelinfecties te behandelen.
Medicijnen voor schimmelinfecties zijn ook lastiger te ontwikkelen, omdat schimmels een biochemische samenstelling hebben die vergelijkbaar is met die van ons lichaam. Steeds meer schimmels worden ook resistent tegen de middelen, wat het gevaar op besmetting vergoot. De risico’s van schimmelinfecties verdienen duidelijk meer aandacht, voordat het te laat is.
Dit artikel verscheen eerder in The Conversation.
Vertaling: Laura Struys