Het is kurkdroog in Vlaanderen. Het internet en de kranten staan vol met tips om water te besparen, zoals korter douchen en minder vlees eten. Maar kan je die tips wel zomaar vergelijken en zijn ze allebei nuttig bij acute waterschaarste?
In een opiniestuk in Knack las ik onlangs verbaasd dat de schrijver "onbeschaamd lang bleef douchen én de planten in zijn tuin dagelijks water bleef geven, omdat hij veganist is en dus waterzuinig eet. Dat is helaas een misleidende, zelfs gevaarlijke redenering. Niet omdat plantaardig eten niet waterzuinig is, want dat is het inderdaad. Wel omdat water hier in Vlaanderen ‘verspillen’ een belangrijke impact heeft op de kwaliteit van ons lokaal water- en ecosysteem, ongeacht hoe zuinig je bent met het water dat onrechtstreeks door jouw keuzes elders ter wereld wordt verspild. Het ene water is niet gelijk aan het andere. Dat hangt af van de waterbron en de beschikbaarheid ervan op een bepaald moment en een bepaalde plek.
Terug naar de waterbespaartips: vaak worden twee begrippen door elkaar gebruikt die eigenlijk fundamenteel van elkaar verschillen: het direct waterverbruik en de watervoetafdruk. Het directe waterverbruik is water dat fysiek ‘onttrokken’ wordt uit de kraan, de rivier of grondwaterreserves om meteen te gebruiken. Dat water speelt dus een cruciale rol in de ‘schade’ op een bepaalde plaats, zeker wanneer water schaars wordt. De watervoetafdruk is een maat voor het waterverbruik van een product en omvat het direct, indirect en virtueel waterverbruik, gemeten over de hele productieketen. De watervoetafdruk bevat drie soorten water: groen (= effectief verbruikt regenwater), blauw (= verbruikt leiding-, grond- of oppervlaktewater) en grijs (= compensatie vervuild water).
Kijk even mee naar een landbouwgewas. Planten nemen water op om hun voedingstoffen op te nemen en zichzelf te koelen. Sommige gewassen verdampen veel water tijdens hun groei. Ze hebben dus veel ‘direct’ water nodig voor ze geoogst kunnen worden. Maar er wordt ook verborgen/onzichtbaar of ‘indirect’ water verbruikt bij de aanmaak van hulpmiddelen die nodig zijn om gewassen te doen groeien, zoals meststoffen of gewasbeschermingsmiddelen. Daarnaast wordt ook water vervuild bij de aanmaak van hulpmiddelen in de fabriek of door het wegspoelen van gewasbeschermingsmiddelen of nutriënten uit de bodem. Dat vervuilde water moet worden verdund met een hoeveelheid water om niet langer schadelijk te zijn. Zo kan de watervoetafdruk sterk oplopen. Alleen gaat het hier enerzijds om water dat op verschillende plaatsen en uit verschillende types waterbronnen geput wordt. Anderzijds is deel van die voetafdruk zelfs puur theoretisch, want in de praktijk wordt vervuild water niet gewoon gemengd met een enorme hoeveelheid proper water om de vervuiling te ‘compenseren’. Het is dus zeker een goed idee om minder producten te eten en te gebruiken waarvoor wereldwijd in totaal veel water nodig is om ze te produceren, maar dat wil niet zeggen dat je tijdens een droogte dan naar hartenlust de douche mag laten lopen.
Cijfers over waterverbruik zijn schaars. Cijfers over de hele watervoetafdruk van een product nog schaarser. Er circuleren in artikels en opinies ook cijfers die op verschillende manier werden berekend en die allemaal onder de noemer watervoetafdruk worden beschreven. Verschillen zitten in
-
Wat wel en niet is opgenomen in de watervoetafdruk: groen, blauw water en/of grijs water;
-
Op welke manier het onttrekken van water wordt aangerekend: op basis van de hoeveelheid (m³) of rekening houdend met de plaats waar het wordt onttrokken en de waterschaarste op die plaats (aan de hand van een ‘schaarste index’) – bij die laatste methode weegt water dat onttrokken wordt in waterschaarse gebieden veel sterker door;
-
Hoe nauwkeurig en betrouwbaar de primaire gegevens zijn. Veel van de globale watervoetafdruk studies waaruit de cijfers voor een biefstuk of een T-shirt worden gehaald, gebruiken algemene, nationale statistieken en beschouwen, in het geval van de biefstuk, (even sterk uitgedrukt) de ganse veehouderij als 1 groot gemiddelde.
De meest correcte manier om een watervoetafdruk te meten, is door waterschaarste in rekening te brengen. Wanneer er water wordt verbruikt in een regio waar voldoende water beschikbaar is, zal je dat ook zien in de watervoetafdruk.
- MELK: globaal gemiddelde van 628 L zoet waterverbruik. Dit vertaalt zich in een watervoetafdruk van 19 786 L-eq. rekening houdend met waterschaarste.
Hierbij geeft 628 L het direct en indirect zoetwaterverbruik weer en 19 786 L-eq de watervoetafdruk die werd berekend volgens de AWARE methode, rekening houdend met de waterschaarste-index) - SOJADRINK: globaal gemiddelde van 28 L zoet waterverbruik. Dit vertaalt zich in een watervoetafdruk van 956 L-eq. rekening houdend met waterschaarste-index.
Het waterverbruik voor koemelk is dus 33 keer hoger dan dat voor sojamelk. De watervoetafdruk voor koemelk is 20 keer hoger dan die voor sojadrink.
Bron: Poore en Nemecek, 2018
Dit gezegd zijnde, blijft het een goed idee om bewust om te gaan met wat je eet, koopt en hoe je je verplaatst. Minder vlees eten zorgt inderdaad voor minder waterverbruik, zoals de globale cijfers van www.waterfootprint.org aantonen. Weet wel dat er grote regionale verschillen bestaan. Poore en Nemecek toonden in 2018 aan dat er globaal gezien een enorme spreiding bestaat qua impact door de geografische verschillen in management en waterschaarste. Daaruit kan dus moeilijk een waarde voor EU worden afgeleid, en al zeker niet voor België. Er zijn enorme verschillen tussen veeteeltbedrijven, hoe ze het voeder produceren of inkopen, etc. In het Klimrekproject onderzoeken boeren en onderzoekers samen hoe hun landbouwbedrijf klimaatvriendelijker kan worden. Water is een van de aandachtspunten. Voor de Klimrek-klimaatboeren wordt de watervoetafdruk berekend volgens de methode die waterschaarste in rekening brengt, maar zonder de grijze component. Dit zijn de voorlopige Vlaamse cijfers: De onderzoekers schatten de gemiddelde watervoetafdruk gebaseerd op 5 uiteenlopende melkboeren op 564 L-eq./kg melk (min 160- max 1000). 60-80% van die watervoetafdruk komt van voederaankoop. Het directe verbruik op het bedrijf zelf (drinkwater en reiniging) schommelt slechts rond 6.5L/kg melk.
Klimrek project
Klimrek is een VLAIO-landbouwtraject dat opgestart is in september 2019. In dit project werken ILVO, Boerenbond en VITO vier jaar lang samen aan een klimaattraject voor melkveehouders, varkenshouders, en akkerbouwers met aardappelen in het teeltplan. Hiervoor gaat een klimaatconsulent 'de boer op' met een gerichte klimaatscan en klimaatkoers om de landbouwers te ondersteunen bij het overstappen naar een meer klimaatvriendelijke en klimaatrobuuste bedrijfsvoering waarbij het gemak voor de landbouwer en de economische haalbaarheid ook in rekening worden gebracht.