Meerkoeten bouwen hun nest op het water, laag op laag, nestseizoen na nestseizoen. De vogels hebben intussen geleerd om stukjes plastic als bouwmateriaal te gebruiken. Een dertig jaar oud nest bevat zo lagen plastic afval die even ver terug in de tijd kijken.
Meerkoeten bouwen normaal gezien nesten van takjes en planten, maar in de stad gebruiken ze ook plastic. Eigenlijk is het afval zelfs een beter bouwmateriaal: het is steviger, waterdicht en herbergt minder parasieten. Een “plantaardig” nest dat opgebouwd is met rottende takken begint na verloop van tijd te zinken. Meerkoetenouders moeten het nest daarom continu renoveren. Plastic vergaat niet. Een nest waar veel plastic in is verwerkt heeft daardoor minder onderhoud nodig en gaat langer mee - tot zelfs dertig jaar lang, ontdekte bioloog Auke-Florian Hiemstra van het Naturalis Biodiversity Center in Leiden, Nederland.

Hiemstra verzamelde oude nesten van meerkoeten in Amsterdam en bestudeerde het plastic dat erin zat verwerkt. Door de plastic lagen in de nesten te bestuderen, kon hij een tijdlijn maken van hoe lang een nest al bestond. Het afval kon hij eenvoudigweg dateren aan de hand van de houdbaarheidsdatum. In de diepste lagen van het nest trof hij snoepverpakkingen uit het begin van de jaren 1990. Hij vond zelfs een Mars-verpakking met een aankondiging van het WK van 1994. De bovenste lagen van het nest waren verstevigd met mondkapjes, die rijkelijk te vinden waren tijdens de Covid19-pandemie.
De studie is gepubliceerd in het vakblad Ecology.