Mieren redden elkaars leven door selectief gewonde ledematen van nestgenoten te behandelen. Ze maken de wonden schoon of amputeren ledematen als die niet meer te redden zijn.
Dat mieren een basisvorm van geneeskunde beheersen is niet nieuw. Heel wat soorten beschikken bijvoorbeeld over een speciale klier om verwondingen van soortgenoten in te enten met antimicrobiële stoffen die mogelijke infecties onderdrukken. En als een mierenkolonie wordt getroffen door een gevaarlijke infectie, voert ze automatisch een aantal quarantainemaatregelen in waarbij de geïnfecteerde ‘zieke’ mieren zoveel mogelijk worden afgezonderd.
Een nieuwe waarneming bij de miersoort Camponotus floridanus is zo mogelijk nog straffer: de mieren kunnen de ernst van een verwonding bij een nestgenoot inschatten en vervolgens gericht ingrijpen. Milde verwondingen worden gereinigd, zwaar verwonde ledematen die dreigen te infecteren worden geamputeerd om het leven van de gewonde mier te redden.
De Amerikaanse biologen die dit gedrag observeerden, schrijven in het vakblad Current Biology dat het de eerste keer is dat dit gedrag bij een dier, buiten de mens, is waargenomen.