Minder zee-ijs, en dan?
21 november 2016 door TEHet noordpoolgebied kreunt momenteel onder ongewoon hoge temperaturen, met een extreem kleine oppervlakte aan Arctisch zee-ijs tot gevolg. Er wordt duchtig over deze onderwerpen getweet en ook Vlaamse media brachten het onderwerp. Maar so what? Het zee-ijs smelt toch altijd af in het zomerseizoen… Waarom is dit belangrijk?
Al een hele periode is het rondom de Noordpool warmer dan gemiddeld. Ook vandaag nog is er op sommige plaatsen in het noordpoolgebied een temperatuursanomalie tot 20 °C. Een anomalie is een afwijking in vergelijking van het langjarig gemiddelde, in dit geval van de periode 1981-2010.
Voor heel het noordpoolgebied geldt een anomalie van + 6.06 °C. Voor de hele planeet +0.34 °C.
Tegelijkertijd is er ook iets vreemds aan de hand met het Arctisch zee-ijs. De zee-ijs-oppervlakte smelt elke zomer af. Dat is een natuurlijk fenomeen. In de maand september wordt telkens een minimum bereikt en dan begint het zee-ijs geleidelijk terug aan
Maar, sinds het begin van die waarnemingenreeks hebben we nog nooit gezien dat het zee-ijs zo langzaam terug aangroeit. Het is zo abnormaal, dat we nog nooit (sinds 1979 dus) zo’n kleine zee-ijs-oppervlakte in oktober/november hebben waargenomen dan dit jaar.
Het is niet eenvoudig om uit te maken wat nu de kip en het ei zijn: is het warmer doordat er minder zee-ijs is of groeit het zee-ijs moeizamer aan doordat het warmer is?
De stijging van de zeespiegel
Het zee-ijs heeft geen directe invloed op de zeespiegelstijging. De zeespiegel stijgt vooral door uitzetting (warmer zeewater neemt meer volume in) en door het afsmelten van landijs (gletsjers en ijskappen).
Wijzigende weerpatronen Van de bovenste regionen van de troposfeer tot de lagere gedeelten van de stratosfeer bevindt zich boven de polen een zogenaamde polar vortex. Dit zijn grootschalige lagedrukzones die rondom de polen roteren, in tegenwijzerzin aan de Noordpool en in wijzerzin rond de Zuidpool. Daaronder bevindt zich een grote massa koude lucht met een grote dichtheid. De polar vortices vertonen schommelingen.
Soms is er sprake van een sterke polar vortex, met één kern waarrond de luchtstroming sterk geconcentreerd is. In andere periodes merken we een zwakke polar vortex. Dan zijn er verscheidene kernen met een minder georganiseerde luchtstroming.
Een voorbeeld van een sterke polar vortex, uit november 2013
Een zwakke polar vortex, zoals waargenomen in januari 2014
In periodes met een zwakke polar vortex vertoont de straalstroom (die we terugvinden boven de plaats waar polaire en tropische luchtsoorten elkaar ontmoeten) een veel bochtiger parcours. In dat geval kan Arctische lucht zich makkelijker zuidwaarts verplaatsen en kan tropische lucht doordringen tot meer noordelijk gelegen regionen.
Klimatologen vermoeden dat er een belangrijke correlatie is tussen de hoeveelheid zee-ijs en de sterkte van de polar vortex. En ja, hoor, ook momenteel is er een zwakke polar vortex. Dit zou kunnen betekenen dat we tijdens de komende winter enkele koude episodes mogen verwachten. Toch voorzichtig blijven, want de klimaatmodellen voorspellen in Europa een licht zachtere winter dan gemiddeld.
Een positieve terugkoppeling in de globale opwarming
De aanwezigheid van zee-ijs rondom de polen van onze planeet zorgt ervoor dat een belangrijk deel van de inkomende zonne-energie wordt gereflecteerd in de ruimte. Minder zee-ijs betekent dus meer donkerder getint oceaanwater en dus meer absorptie van zonne-energie. Warmere temperaturen ten gevolge daarvan zorgen ervoor dat er opnieuw meer zee-ijs kan smelten. Dit zijn dus effecten die elkaar versnellen. Zo’n processen worden door klimatologen positieve terugkoppelingen genoemd.