Mysterieuze migratieroutes van paling in kaart gebracht
20 maart 2017 door KVDe Europese paling is ernstig bedreigd. Dat komt vooral door de vele barrières die de vis tijdens zijn 6000 kilometer lange trektocht moet trotseren. Vlaamse wetenschappers volgen de trek nu via zenders.
Elk voorjaar tussen februari en mei trekken jonge doorzichtige palingen van 5-10 cm lang (‘glasalen’) vanuit zee de rivieren en kanalen op. De tocht is er één vol hindernissen: dammen, sluizen, dijken, gemalen en waterkrachtcentrales houden de jonge vissen tegen.
Niet alleen daarom is hun aantal nog slechts een fractie (2%) van wat 50 jaar geleden de rivieren op zwom. Ook overbevissing, vervuiling en ziektes en parasieten decimeerden hun aantal.
Van België naar de Bahama's
De glasalen die wel hogerop de rivier geraken, groeien daar enkele jaren, en gaan vervolgens in het zogenaamde ‘zilverpaling-stadium’. De vissen zijn dan volwassen, maar nog niet geslachtsrijp. Dat gebeurt pas tijdens de 6000 km lange trektocht naar de Sargassozee, in de driehoek Florida, Bermudaeilanden en de Bahama’s.
De paling ondergaat onderweg een gedaanteverandering. De buik wordt wit, de borstvinnen ontwikkelen zich, net als de staartvin en de ogen. Om beter gecamoufleerd te zijn tegen vijanden, meten de palingen zich een donkergrijze rug en een zilverwitte buik aan. En omdat ze tijdens de trek naar de Sargassozee niet meer eten, kwijnt hun spijsverteringsstelsel weg. Bij aankomst zijn de geslachtsdelen ontwikkeld, en is de paling geslachtsrijp.
Dankzij zenders mee op reis
Net als bij de jonge glasaal die zich vanuit de zee onze rivieren op beweegt, botst ook de volwassen zilverpaling op heel wat hindernissen tijdens de tocht terug naar zee. Om inzicht te krijgen in hoe palingen deze soms gevaarlijke migratieknelpunten passeren, volgen Het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ), de Universiteit Gent, het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO) en VLAIO de palingtrek op met zenders. Met de bekomen info kunnen waterbeheerders vervolgens zo veel mogelijk de weg vrijmaken voor de trekkende paling.
Dit animatiefilmpje illustreert hun bevindingen.
Intussen suggereert het onderzoek ook nieuwe trekroutes voor de paling. In strijd met de algemene opvatting dat uittrekkende zilverpaling de Noordzee via de noordelijke uitgang verlaat, toont de LifeWatch-monitoring dat ook de zuidwestelijke route via het Engels Kanaal mogelijk een rol van betekenis speelt.
Aanwijzingen hiervoor zijn de passage van zowel Belgische, Nederlandse als Duitse palingen voor de kust van België. Deze kortere route bespaart energie wat de voortplanting ten goede komt. Een ander mogelijk gevolg is dat het voorkeur geniet beheersmaatregelen te nemen in die landen waar paling de ‘korte route’ neemt (bv. België en Nederland).
Niet te kweken
De Europese paling (Anguilla anguilla) is populair onder visliefhebbers - voor de duidelijkheid: zij die vis eten. Tegenwoordig moeten ze daarvoor wel grote bedragen neertellen, want de wilde paling is bijna op. Dat is het gevolg van overbevissing, watervervuiling, ziektes en parasieten, maar zeker ook de vele hindernissen tijdens de trek. Paling kan ook niet gekweekt worden, ondanks vele jaren onderzoek naar een manier om dat wel te doen. Er bestaan wel palingkwekerijen, maar die kopen jonge wilde paling op om die vervolgens vet te mesten.