De koninginnen van de naakte molrat blijven zowat hun hele leven vruchtbaar. Ze vormen daarmee een opmerkelijke uitzondering op de regel dat vrouwelijke zoogdieren minder vruchtbaar worden naarmate ze ouder worden. Verder onderzoek zou kunnen leiden tot nieuwe therapieën voor mensen.
De naakte molrat is sowieso een heel bijzonder dier. Niet zozeer omdat het zo’n 15 cm lange en 30 tot 50 gram wegende Oost-Afrikaanse knaagdier haarloos is, op een paar tastharen na. Wel om twee andere zelden voorkomende karakteristieken bij zoogdieren. Naakte molratten – op zich al een eigen onderfamilie (Heterocephalinae) bij de knaagdieren – zijn ten eerste zo goed als immuun voor kankeraandoeningen. Ten tweede, en belangrijk in de context van dit onderzoek: hun aparte samenlevingsvorm. Samen met de relatief verwante Damaralandmolrat zijn ze de enige zogenoemd eusociale zoogdieren. Wat wil zeggen dat ze qua levensstructuur vergelijkbaar zijn met bijvoorbeeld bijen: één koningin bestuurt de kolonie en wordt bevrucht door dekmannetjes.
Een onderzoek o.l.v. Miguel Brieño-Enríquez (University of Pittsburgh School of Medicine) en Ned Place (Cornell University College of Veterinary Medicine) voegt daar nu een fascinerend aspect aan toe. Blijkt dat die koninginnen zowat hun hele leven even vruchtbaar. Anders gesteld: er spelen processen die ervoor zorgen dat hun eicelreserve op een hoog peil blijft, in tegenstelling tot bij andere zoogdieren en bij uitbreiding de mens.
Nader onderzoek moet uitwijzen hoe dit precies werkt. Brieño-Enríquez vermoedt een samenspel van drie factoren. Het onderzoek bracht namelijk aanwijzingen aan het licht van:
1. uitzonderlijk veel eicellen van bij hun geboorte, in vergelijking met bijvoorbeeld muizen en ratten
2. exceptioneel weinig afstervende eicellen
3. én een voortdurende aanmaak van nieuwe eicellen.
Concreet, naar het vergelijkbare stukje vruchtbaarheid bij mensen toe, stelt hij: ‘Als we het achterliggende proces kunnen achterhalen, dan zou dit een hulp kunnen zijn bij het ontwikkelen van nieuwe medicijnen en technieken.’