Het mannetje van de medaka, een kleine vissoort, kan negentien keer per dag zaad lozen. Dat indrukwekkende aantal is meer dan een zinloos weetje.
Sperma produceren en paren vraagt veel energie en tijd, twee bijzonder kostbare zaken als je als individu of als soort wil overleven. Waarom investeren medaka’s (of Japanse rijstvissen) dan toch in 19 zaadlozingen per dag? Dat hopen Japanse onderzoekers te weten te komen met dit onderzoek.
Een bijzondere moeilijkheid in dit geval: de medaka behoort tot de vissen die paaien, waarbij de paring buiten het lichaam plaatsvindt. Vrouwtjes lozen hun eitjes in het water, en mannetjes zwemmen erover terwijl ze hun sperma verspreiden. Het is voor wetenschappers daarom ontzettend moeilijk om te achterhalen hoeveel zaadcellen een mannetje effectief loost, en tot hoeveel geslaagde bevruchtingen dat leidt.
De biologen ontwikkelden recent een methode om het aantal zaadcellen die in het water rondzweven toch nauwkeurig te kunnen meten. De onderzoekers stelden vast dat mannelijke medaka’s gemiddeld 19 keer per dag zaad lozen. Hun sperma wordt bij elke poging wel minder krachtig. Bij de eerste drie keren gebruiken de mannetjes meer dan de helft van hun dagelijkse sperma. Ze zijn daardoor bijna altijd succesvol, de kans op bevruchting bij die eerste pogingen is bijna honderd procent. Maar die kans zakt, en na de tiende keer gebeurt er soms helemaal niets meer.
Vrouwelijke medaka's kunnen maar één keer per dag eitjes produceren, en tijdens het paren lossen ze al hun eitjes in één keer. Dat betekent dat veel eitjes verloren gaan wanneer vrouwtjes paren met mannetjes die er al een actieve dag op hebben zitten. Die vaststelling kan mee verklaren waarom vrouwtjes de nodige tijd investeren in het kiezen van een geschikt mannetje om hun eitjes te bevruchten.
Waarom net de medaka? De vissoort is een belangrijke modelvis in de biologie, net zoals de bekendere guppy en zebravis. Door de eigenschappen en genetica van de medaka te bestuderen, proberen de onderzoekers meteen ook de overlevingsstrategieën van andere (in dit geval paaiende) vissoorten te begrijpen.