Oceanograaf Jan Stel spreekt zich uit over plasticvervuiling, die zelfs tot een nieuwe ziekte bij vogels heeft geleid.
Beeld: Australische grote pijlstormvogel (Ardenna carneipes), Port Fairy, Victoria, Australië. © Wikipedia/Ed Dunens.
Het gaat goed met de productie van plastic. In 2022 nam de mondiale productie ervan toe met vier procent ten opzichte 2021. Vorig jaar produceerden we, volgens het onlangs verschenen rapport Plastics – The Facts 2022 van Plastic Europe, ruim 390 miljoen ton plastic. Volgens die organisatie laat dat cijfer zien dat de vraag naar het vervuilende plastic sterk is en toeneemt, ondanks alle milieuproblemen die het veroorzaakt.
Uit het rapport From Pollution to Solution uit februari 2020 van het VN-Milieuprogramma UNEP, blijkt dat er jaarlijks 11 miljoen ton plastic in de oceaan terechtkomt. Ook dat is een forse stijging ten opzichte van de 8,7 miljoen ton die in 2015, als een gemiddelde, werd aangenomen door onderzoekers van de Universiteit van Georgia in de Verenigde Staten. En dat is een slechte zaak voor de bewoners van de oceanische ruimte en de vogels die erboven vliegen. Dat is allemaal al decennia bekend en er verandert nauwelijks iets. Maar toch, dit voelt helemaal niet goed. Ik raak er maar niet aan gewend dat we er zo’n fantastische puinhoop van weten te maken.
Homo sapiens, de ‘verstandige’ mens is de meest vervuilende diersoort die er in de afgelopen 800 miljoen jaar op deze planeet heeft rond gelopen
En dan lees ik een verhaal over de ontdekking van een nieuwe, door ons veroorzaakte ziekte, bij de Australische grote pijlstormvogel. Wetenschappers van het Britse Natural History Museum ontdekten littekens in hun darmen door het inslikken van stukjes plastic! In de voorpublicatie van hun artikel ‘Plasticosis’: Characterising macro- and microplastic-associated fibrosis in seabird tissues in de Journal of Hazardous Materials die in mei uitkomt, noemen ze die nieuwe ziekte dus plasticose. Duidelijker kan het niet zijn. De kuikens zijn ziek door onze plastic tasjes, het wassen van onze synthetische kleren, het slijten van onze autobanden, enz. Door onze vreselijke chemische industrie.
Australische grote pijlstormvogel
De Australische grote pijlstormvogel (Ardenna carneipes) is een middelgrote pijlstormvogel met een chocoladebruin of zwart verenkleed, lichtroze poten en een opvallende zwarte punt aan het uiteinde van zijn bleke snavel. De spanwijdte van de vleugels bedraagt ongeveer één meter, terwijl het lichaamsgewicht varieert tussen de 510 en 750 gram. De oceaan is zijn thuis, waar je hem gewoonlijk alleen tegen komt en soms in groepen. De vogels duiken vanuit de lucht op hun prooi af en voeden zich met kleine vissen, inktvis en schaaldieren. Je kunt ze ook aantreffen in de buurt van vissersschepen, wat hen regelmatig noodlottig wordt omdat ze als bijvangst worden gevangen.
In het broedseizoen dat van eind augustus tot mei duurt, nestelen de paartjes zich op ongeveer zestig eilanden in de Indische en Stille Oceaan. De twee belangrijke broedgebieden bevinden zich in de zuidwestelijke Stille Oceaan voor de oostkust van Australië en ten noorden van Nieuw-Zeeland. Wat Australië betreft gaat het dan om Lord How Island (c. 23.000 paren), en twee eilanden voor de kust van Zuid-Australië (1800 paren). In Nieuw-Zeeland gaat het over 13.000 paren. Daarnaast broeden nog zo’n 36.000 paren op verschillende eilanden langs de westkust van Australië en broeden er nog eens vijfhonderd paartjes op St. Paul Island in de Indische Oceaan. De grootte van de populatie is in 2015 geschat op 148 duizend volwassen vogels. Op de Rode lijst van de IUCN heeft deze soort de status ‘gevoelig’.
Paren nestelen zich in kolonies, waar ze hun nest maken in holen op de grond. Gewoonlijk bevinden die nesten zich op een helling in kustbossen, kreupelhout, struikgewas of grasland. Er wordt slechts één ei gelegd en zowel het broeden als het voeren en de opvoeding wordt door beide ouders gedeeld. Een ei komt na gemiddeld na 54-60 dagen uit, waarna het kuiken nog gedurende 89-109 dagen door beide ouders wordt gevoed. Het foerageren gebeurt in die periode vooral ’s nachts.
De gewoonte om te nestelen en te rusten in holen in de grond zorgt ervoor dat de vogels kwetsbaar zijn voor landroofdieren, zoals de uit Europa meegebrachte vossen.
Lord Howe Island
Het kan moeilijk anders met zo’n naam. Het piepkleine eilandje voor de kust van de Australische deelstaat Nieuw-Zuid Wales ligt ongeveer 700 kilometer ten noordoosten van Sydney. Het is genoemd naar een beroemde Britse zeeheld admiraal Richard Howe of Lord Howe (1726-1799). Hij heeft in zijn leven alleen maar oorlogen gekend en werd vooral bekend door zijn rol in de Onafhankelijkheidsoorlog van de Verenigde Staten (1775-1783) en de oorlogen tijdens de Franse Revolutie (1789–1799).
Lord Howe Island wordt geadverteerd als een paradijsje in de Stille Oceaan. Het eiland is een zeven miljoen jaar oude vulkaan die onderdeel is van een keten van vulkaaneilandjes die zijn ontstaan omdat de Indo-Australische tektonische plaat zich naar het noorden over een ‘hotspot’ beweegt. Dergelijke plekken kunnen ontstaan aan de rand van een tektonische plaat, waar de lithosfeer dunner wordt. De ketting van vulkanen maken deel uit van een onderzees plateau dat de Lord Howe Rise wordt genoemd.
Het eiland werd in 1788 ontdekt door Luitenant Henry Lidgbird Ball, die het zijn huidige naam gaf, terwijl hij voorraden transporteerde van Sydney naar de strafkolonie van Norfolk Island. Tot 1834 werd het eiland als bevoorradingstop gebruikt voor dergelijke reizen en door walvisvaarders. Op zoek naar voedsel en water werden uiteindelijk een aantal endemische vogels met uitsterven bedreigd, omdat ze mensen niet kenden en er nog niet bang voor waren, waardoor ze gemakkelijk te vangen waren. Er werden ook een aantal niet inheemse soorten, zoals varkens en de zwarte rat, geïntroduceerd. Vanaf 1834 is het bewoond. Tegenwoordig is het een toeristische bestemming waar 350 inwoners hooguit vierhonderd gasten verwennen (https://lordhoweisland.info/ ). Maar dat kan sinds kort niet meer. Al het toerisme is verboden vanwege een schimmelziekte (Puccinia psidii).
Het eiland met een oppervlakte van ongeveer zeventien vierkante kilometer heeft de vorm van een sok die tien kilometer lang is en hooguit één kilometer breed. Het is een prachtig voorbeeld van een eilandecosysteem dat is ontstaan door onderzeese vulkanische activiteit. De archipel waartoe het behoort staat sinds 1982 op de UNESCO Werelderfgoedlijst vanwege de zeldzamen planten en dierenwereld, de koralen en de uitzonderlijke schoonheid van de natuur. Driekwart van het eiland is nu een natuurreservaat, waar drie soorten pijlstormvogels broeden. Eén ervan is de Australische grote pijlstormvogel. Maar ook hier slaat de vervuiling door menselijke activiteiten in onze geïndustrialiseerde wereld toe. Plastic afval is de boosdoener.
Plasticose, weer een signaal van menselijke vervuiling
Een wetenschappelijk team van overwegend Australische onderzoekinstellingen en van het Britse Natural History Museum in Londen, doet al jaren onderzoek op Lord Howe Island. Daardoor is het bekend dat Australische grote pijlstormvogels grote hoeveelheden plastic opeten, wat uiteraard niet gezond is. In de afgelopen jaren bestudeerden ze ook de doodsoorzaak van dertig kuikens in detail. In de meeste gevallen ging het om dode kuikens. Maar soms was een vogel er zo slecht aan toe dat ze werden gedood. De meeste dieren hadden gemiddeld dertig stukjes plastic in hun maag. Bij sommigen vogels liep dat aantal op tot tweehonderd! Allemaal veroorzaken ze wondjes in het spijsverteringskanaal van de vogels.
Het spijsverteringskanaal van de Australische grote pijlstormvogel. Het zieke littekenweefsel is blauwgekleurd © Charlton-Howard et al. Journal of Hazardous Materials.
Een vogel heeft drie magen. In de krop wordt het opgepikte voer ingeweekt, waarna er in de kliermaag of proventriculus, een klierrijk deel aan het einde van de slokdarm in vogels, spijsverteringssappen eraan worden toegevoegd. Steentjes, zoals ingeslikte stukjes puimsteen, malen in de spiermaag het voedsel, zoals zaden, verder fijn. Als het ei uitkomt, gaan de ouders op stap om voedsel voor het kuiken eten verzamelen. Dat ging miljoenen jaren heel goed. Maar tegenwoordig drijven er, volgens een onderzoek van een internationaal team van onderzoekers dat deze maand in PLoS ONE werd gepubliceerd, maar liefst 170.000 miljard stukjes plastic aan het oceaanoppervlak. De kans op vergissingen is groot zoals blijkt uit het onderzoek op Lord Howe Island.
Er drijft een vervuilende ‘mist’ van 170.000 miljard stukjes plastic aan het oceaanoppervlak
De wondjes die door de stukjes plastic in de kliermaag worden veroorzaakt genezen in het begin. Dat leidt tot de vorming van littekens of fibrose, waardoor de maag op den duur wordt aangetast, minder flexibel wordt en minder goed gaat functioneren. De onderzoekers troffen veel littekenweefsel, dat fibrose wordt genoemd, aan in de kliermaag. Hierdoor raakt het spijsverteringsstelsel van de vogel ontregeld en kan het minder goed eten naar binnen slikken en verteren. Bovendien wordt het dier gevoeliger en kwetsbaarder voor infecties en parasieten. De overlevingskansen van een kuiken gaan zo snel achteruit. Ze sterven een eenzame en afschuwelijke hongerdood.
Deze door de mens veroorzaakte ziekte wordt nu plasticose genoemd. Tot nu toe is die alleen in de kuikens van de Australische grote pijlstormvogel aangetroffen. Er zijn echter nog meer dan 1200 soorten zeevogels die ook plastic voor eten aanzien. Dat bleek uit een internationale analyse, die in juli 2021, in het toonaangevende wetenschappelijke tijdschrift Science werd gepubliceerd. De kans dat deze ziekte bij veel meer zeevogels voorkomt is daarom heel groot. Het is daarmee een signaal voor een veel groter en complexer, door ons veroorzaakt, probleem met grote gevolgen.
Kanarie in de kolenmijn
Ik had voor hetzelfde geld het kopje ‘topje van de ijsberg’ kunnen gebruiken, maar met de kanarie blijven we in de wereld van de vogels, die ons, zoals nu ook het geval is met de Australische grote pijlstormvogel waarschuwen voor groot gevaar. De zegswijze gaat terug naar de tijd dat mijnwerkers een kanarie in een kooitje meenamen, als ze zich ondergronds aan het werk gingen. De vrolijk zingende vogeltjes zijn veel gevoeliger voor giftige gassen dan mensen. Stierf het vogeltje dan kon dat er dus op wijzen dat er zich ergens een lek van het giftige koolmonoxide gas bevond. De kanarie legde het loodje en de mensen vluchtten de mijn uit.
Tegenwoordig hebben we daar instrumenten voor, maar ook die blijven vaak in gebreke als het om complexe verschijnselen gaat waaronder plasticvervuiling of aardbevingen. Zo ontstond er na de aardbeving in Turkije en Syrië een uitgebreide discussie op (uiteraard) de sociale media over de vraag of vogels aardbevingen kunnen voorspellen. Dat kunnen ze niet. Maar toch blijkt uit onderzoek dat ze die vaak eerder aanvoelen dan wij of onze instrumenten. Zo vertrokken grote zwermen vogels een kwartier voordat er in Oklahoma, waar men afvalwater in de grond opslaat, een aardbeving begon. Uit Groningen zijn mij dergelijke waarnemingen niet bekend. Maar de les is wel dat het hoogtijd wordt dat we eens wat beter naar de natuur moeten leren luisteren. En er zonder meer heel anders mee moeten omgaan als we onze wereld willen redden.
En hoe zit dat met de mens?
Plastic is overal. We weten al jaren dat het gebruik van deze nieuwe chemische verbindingen tot uiterst vervelend milieuproblemen leiden. Ondanks nieuwe Europese wetgeving over wegwerpplastic, zien we weinig verandering in het gedrag van de meeste mensen. De berm van onze wegen liggen ermee bezaaid en plastic tasjes worden nog volop gebruikt. Wel neemt het aantal vrijwilligers toe dat de rotzooi opruimt die anderen overlaten. Maar de bergen afval na een dagje Tomorrowland of van de Gentse feesten spreken boekdelen.
Plasticose in de Australische grote pijlstormvogel. Links: ziek weefsel; rechts gezond weefsel. ©. Charlton-Howard et al. Journal of Hazardous Materials.
Microplastic vormt een regelrechte bedreiging voor onszelf. Het zit in het voedsel dat we eten, de lucht die we inademen en het gezuiverde water dat we drinken, de verpakking van ons voedsel en de dranken die we in de supermarkt kopen, enz. Ja, zelfs in de kleren die we dragen en wassen. Plastic vervuilt het land, het water en de lucht. Maar dat belet onze industrie helemaal niet om de productie ervan op te voeren. Als er geen maatregelen worden genomen zal, volgens UNEP, de productie van plastic in 2060 zijn verdrievoudigd. UNEP raamt de huidige productie op 460 miljoen ton, wat veel hoger is dan de raming van Plastic Europe. Om die enorme groei te voorkomen is er in maart 2022 een Plastic Treaty door de VN afgesloten die hopelijk volgend jaar in werking zal treden.
Net als vogels en andere dieren consumeert ook de mens plastic, meestal door het drinken van water. In mei 2022 werd er ook plastic in ons bloed aangetroffen en ruim een jaar eerder in de menselijke placenta. Fibrose is bij de mens bekend door het inademen van bijvoorbeeld asbest waarbij de littekens ertoe leiden dat de longen slechter gaan functioneren. Dit wordt asbestose genoemd. Andere voorbeelden zijn silicose bij mijnwerkers en stoflongen bij molenaars.
De kuikens van de Australische grote pijlstormvogel worden aan een veel hogere dosis plastic blootgesteld en zitten vol ontstekingen en littekenweefsel. Toch is het is niet de vraag of, maar wanneer wij ook plasticose krijgen, als de productie ervan maar blijft stijgen. Bizar is dat het onderzoek van de dode kuikens op het paradijselijke Lord Howe Island, ons zowel een waarschuwing als een blik in onze toekomst geeft. Wanneer worden wij ook ziek van ons plastic? Over tien Jaar? Over honderd jaar? Wie het weet mag het zeggen.