Recordlage omvang zee-ijs in juli
Het noordpoolijs vertoont deze zomer een abnormale hoeveelheid smelt. Tijdens de eerste helft van juli smolt er gemiddeld zo’n 146 000 km² ijs per dag. Dat is zo’n 70 procent meer dan gemiddeld voor deze periode van het jaar. Doordat er zoveel ijs is weggesmolten is de omvang van het poolijs daardoor gedaald tot een recordwaarde. Nog nooit was de omvang van het zee-ijs in juli zo laag sinds 1979. Vooral in de gebieden rond Siberië (bv. de Laptev zee) is er de afgelopen tijd veel zee-ijs weggesmolten. Dat heeft alles te maken met de recordhitte van de afgelopen maanden in deze regio.
Figuur 1: Evolutie van de omvang van het Arctische zee-ijs. Momenteel is de omvang van het poolijs recordlaag voor deze periode van het jaar (blauwe lijn). Het minimum wordt medio september verwacht. Voorlopig is 2012 het ultieme recordjaar met betrekking tot het zee-ijs minimum.
Hittegolf in Siberië
Het is al enkele maanden veel te warm rond Siberië. Al sinds januari heeft dit gebied te kampen met temperaturen die steeds warmer zijn dan gemiddeld. In juni was er zelfs een heuse hittegolf in dit gebied, met temperaturen tot 38°C aan de rand van de noordpoolcirkel. Deze extreme hitte werd veroorzaakt door een geblokkeerd patroon in de atmosfeer en persistente hogedrukgebieden die warme lucht aanvoerden vanuit het zuiden. Tijdens de maand juli is de grootste hitte verdreven naar het Centraal-Arctisch gebied. Langsheen de Russische kust zijn de temperaturen onlangs gedaald tot normalere waarden. Toch heeft de hitte van de afgelopen tijd z’n sporen nagelaten en zien we duidelijk een zeer snelle afname van het zee-ijs in dit gebied.
Figuur 2: De omvang van het noordpoolijs op 15 juli 2020. De mediane omvang is afgebeeld in oranje. Vooral in de gebieden rond Siberië is er veel ijs afgesmolten als gevolg van de hitte de afgelopen tijd.
IJs-albedo feedback
Het noordpoolijs heeft een grote gevoeligheid voor extreme temperaturen zoals tijdens de Siberische hittegolf in juni. Dat komt door de zogenaamde ijs-albedo feedback. Door de felwitte kleur reflecteert zee-ijs veel zonnestraling. Als het ijs smelt komt er oceaanwater in de plaats, wat veel donkerder is van kleur. Open oceaanwater kan veel meer zonnewarmte absorberen, wat leidt tot hogere temperaturen zowel van het oppervlaktewater als van de onderste luchtlagen in de atmosfeer. Hogere temperaturen dragen op hun beurt bij tot meer smelt. Het ijs-albedo mechanisme is dus een zeer belangrijk feedbackproces dat zichzelf verder versterkt en ervoor zorgt dat de Noordpool snel reageert op extreme temperaturen.
Gevoeligheid voor de klimaatverstoring
Hetzelfde ijs-albedo mechanisme zorgt ervoor dat het noordpoolgebied tot drie keer sneller opwarmt dan de rest van de wereld. Dit effect noemen we ook wel ‘de polaire amplificatie’. Het gebied rond de noordpool is daarmee uiterst gevoelig voor de stijgende temperaturen als gevolg van de klimaatverstoring. De gevlogen van deze snelle opwarming zien we ook duidelijk op de lange-termijntrend van het arctische zee-ijs. Het zee-ijs nam de afgelopen dertig jaar af met zo’n 12% per decennium. Volgens de meest recente klimaatprojecties zou deze trend zich verder doorzetten gedurende de komende decennia. Tegen het einde van deze eeuw vergroot zelfs de kans op een zee-ijsvrije noordpool in september. Volgens het laatste IPCC rapport zou daarbij de kans op een ijsvrije noordpool in september aanzienlijk groter zijn bij 2°C stijging in 2100 (10-35%), vergeleken met het 1.5°C scenario (1%).
Figuur 3: De lange-termijntrend van het noordpoolijs in de periode van het minimum (september) laat een duidelijke daling zien.
What happens in the arctic doesn’t stay in the arctic
Het gezegde luidt ook wel “What happens in the arctic doesn’t stay in the arctic”. Dit verwijst naar het feit dat wat er klimatologisch gezien op de noordpool gebeurt rechtstreekse gevolgen heeft voor het weer en klimaat elders in de wereld. Zo zorgt de snellere opwarming van de noordpool onder meer voor een verzwakking van de straalstroom, wat bijdraagt aan persistentere weerpatronen en meer weerextremen bij ons.
Daarnaast zorgen de hogere temperaturen eveneens voor het geleidelijk afsmelten van de permafrostgebieden. Op de lange termijn kan dat grote gevolgen hebben voor het globale klimaat, aangezien in deze bodems veel koolstof ligt opgeslagen en deze gassen bij het smelten kunnen vrijkomen onder de vorm van broeikasgassen. De vrijgave van deze gassen aan de atmosfeer kan een versterkt broeikaseffect veroorzaken, met een verdere toename van de wereldwijde temperatuur in de komende decennia tot gevolg.