Dat het gestamp van een groep olifanten de ondergrond doet beven, hoeft niet te verbazen. Maar dat ook hun zogenaamde infrageluiden (de bastonen, zeg maar) de grond ingaan als trillingen, was nog niet bekend.
Voor olifanten vormt de bodem – naast de lucht – een belangrijk communicatiemedium. Het is bekend dat de viervoeters met hun poten én met hun slurf nauwlettend naar de ondergrond ‘luisteren’. Zo kunnen ze bijvoorbeeld trillingen oppikken van wild stampende of snel rennende soortgenoten ettelijke kilometers bij hen vandaan. Signalen die hen wellicht zullen aansporen extra waakzaam te zijn.
Tijdens veldonderzoek bij wilde olifanten in Kenia ontdekten Britse wetenschappers dat niet alleen de trillingen van het gestamp zich voortplanten in de ondergrond, maar dus ook de lage, rommelige infrageluiden die nauwelijks hoorbaar zijn voor de mens.
"In het Keniaanse olifantenreservaat bleken de trillingen ‘hoorbaar’ tot op een afstand van 6 kilometer"
De onderzoekers ‘luisterden’ naar de bodem met dezelfde seismische apparatuur die geologen gebruiken om de karakteristieken van de (diepe) ondergrond in kaart te brengen. Zo konden ze bepalen hoe ver de olifantengeluiden droegen. In het Keniaanse olifantenreservaat bleken ze ‘hoorbaar’ tot op een afstand van zes kilometer. Dat is ongeveer even ver als de trillingen veroorzaakt door een rennende olifant (de dieren hebben een topsnelheid van 40 km/u). En het is vaak voorbij de reikwijdte van het getoeter en getrompetter van de dikhuiden. Overigens bleek het gerommel van de volwassen mannetjesolifanten (de bullen) het verst te dragen. Hun bastonen liggen immers nóg een tikkeltje lager dan die van de wijfjes en de kalfjes.
De communicatie tussen olifanten is een levendig onderzoeksgebied. In het kader van het Elephant Listeling Project worden bijvoorbeeld al meer dan twintig jaar opnames van het gedreun en getrompetter van Afrikaanse olifanten verzameld. Dankzij dat onderzoek weten we nu dat er grote linguïstische verschillen bestaan tussen verschillende (onder)soorten. En dat er zelfs zoiets bestaat als een regionaal ‘dialect’.