Wanneer we aan apporteren denken, denken we automatisch aan honden. Toch zijn er ook katten die dat graag doen.
Katten hebben vaak hun reputatie tegen. Zo worden ze onder andere afstandelijk en lui genoemd. Uit een recent Brits onderzoek blijkt echter dat de ietwat slechte reputatie van katten onterecht is. Huiskatten zouden juist op veel verschillende manieren interactie hebben met hun baasjes en je kan hen verleiden tot spelen. Zo zijn er zelfs katten die graag apporteren. Ook blijken de interacties met hun baasjes zeer belangrijk te zijn voor hun welzijn.
Wanneer we aan apporteren denken, denken we automatisch aan honden. Katten die apporteren komt niet onmiddellijk bij ons op. Nochtans blijken huiskatten vaker apporteergedrag te vertonen dan te komen wanneer ze geroepen worden of te miauwen op commando. Zo zijn Siamese katten volgens hun reputatie zeer goed in apporteren.
Wij wilden graag achterhalen waarom katten apporteren en op welke manieren. We voerden daarom een online bevraging uit bij baasjes met een apporterende kat. Bijna alle onderzochte katten waren niet getraind om dit te doen en waren zeer jong toen hun baasjes voor het eerst merkten dat ze konden apporteren.
De kat beslist
Uit het onderzoek bleek dat huiskatten graag zelf bepalen wanneer ze apporteren. Volgens de baasjes lijken katten die zelf het initiatief nemen voor apporteersessies enthousiaster te zijn tijdens deze sessies. Ze zouden ook meer apporteersessies per maand hebben en apporteerden het voorwerp vaker in één speelsessie dan wanneer ze niet zelf het initiatief namen.
Ook het type voorwerp speelt een rol in hoe graag een kat apporteert. Katten verkiezen speeltjes die op prooien lijken, zoals een speelgoedmuis en speelgoed dat met een stokje voortgetrokken wordt, en speeltjes met kattenkruid in. Dat betekent echter niet dat ze nooit gebruikmaken van hun omgeving. Zo zijn ze ook bereid om met propjes papier, elastiekjes en flessendopjes te spelen.
De manier waarop katten apporteren verschilt sterk. Zo is de start van de speelsessie een eerste verschil. Sommige katten brengen het voorwerp eerst zelf naar hun baasje om een spelletje te starten, terwijl andere katten reageren als hun baasje eerst een voorwerp weggooit. Ook hoe ver ze het voorwerp terugbrengen verschilt. Sommige katten leggen de terugweg maar voor de helft af. Daarnaast apporteren sommige katten alleen op bepaalde tijdstippen of in bepaalde delen van het huis (zoals de trap op en af).
Belangrijke voordelen
Spelen heeft veel voordelen voor zowel kat als baasje. Een eerste voordeel is dat katten via spelen kunnen voldoen aan hun natuurlijke jachtbehoefte. Achter speeltjes aanrennen, erin bijten en ernaar springen lijkt namelijk zeer sterk op jagen. Al spelend ‘jagen’ vermindert de kans op agressief gedrag naar mensen toe.
Een tweede voordeel heeft te maken met de band tussen kat en baasje. Door te spelen met hun katten kunnen baasjes meer leren over de noden en het gedrag van hun huisdier. Dat versterkt de band tussen kat en baasje, een band die volgens een Zweedse studie uit 2017 belangrijk is voor het welzijn van huiskatten.
Als baasje elke dag een beetje tijd uittrekken om te spelen is dus zeer belangrijk. De speelsessies hoeven niet lang te zijn. Meerdere keren korte speelsessies zijn al voldoende en ook andere spelletjes dan apporteren zijn goed. Katten geven bovendien vaak zelf aan wanneer ze willen spelen en wanneer ze ermee willen stoppen. Wanneer katten willen dat hun baasjes met hen spelen, kunnen ze een speeltje brengen of naast een speeltje gaan zitten om hun baasjes daarna verwachtingsvol aan te staren. Wanneer ze gaan liggen, weglopen of niet langer achter een speeltje aanrennen als het wordt gegooid geven ze aan dat de speeltijd erop zit.
Dit artikel verscheen eerder in The Conversation.
Vertaling: June Roels