Beeld: Moeder Wattana met haar zoon Kawan die wangplaten begint te ontwikkelen. Hij verliet Apenheul onlangs om geïntroduceerd te worden bij de orang-oetanvrouwen in het Britse Blackpool. Credit: Apenheul
‘Eeuuhw eeuuhw eeuuhw’ klinkt het door de ruimte. Samboja richt zich op en trekt haar dochter Indah naar zich toe. Wattana kijkt in de richting van de schuifdeur. Daarachter staat een speaker die zojuist de diepe roep van een orang-oetanmannetje afspeelde om te kijken hoe de vrouwtjes Samboja en Wattana daar op reageren.
Twintig minuten later klinkt het geluid opnieuw, alleen is het ritme nu onregelmatiger. De onderzoekers hebben het geluid kunstmatig aangepast. Samboja gaat een kijkje nemen bij de schuifdeur. Daar aangekomen maakt ze een zuigend geluid met haar mond; een kiss-squeak, een geluid dat de apen maken bij dreigend gevaar. Dit keer is het Wattana die haar kind naar zich toetrekt. ‘Allemaal logische reacties op een vreemd geluid’, zegt bioloog Tom Roth van de Universiteit Leiden.
Roth doet dit onderzoek met zijn promotor Mariska Kret in de hoop het Europese fokprogramma voor orang-oetans, waar dierentuin Apenheul ook aan meedoet, te verbeteren. Orang-oetans zorgen zeven jaar lang voor hun jong. Zeven jaar waarin ze niet nogmaals zwanger worden. Dat maakt dat orang-oetanvrouwen selectief zijn in hun partnerkeuze. Maar als een vrouwtje vruchtbaar is, moet een dierentuin wel voor een goede match zorgen.
Om de dierentuinpopulaties gezond te houden, bepalen onderzoekers op basis van factoren als DNA, leeftijd en gedrag wat een goede match voor een dier zou zijn. Het betreffende mannetje of vrouwtje verhuist dan naar een andere dierentuin en wordt daar geïntroduceerd in de groep, in de hoop dat het beoogde koppel zich voortplant. Zo blijft de populatie orang-oetans in Europese dierentuinen gezond en zonder inteelt.
Alleen, het introductiesucces van orang-oetans valt tegen in vergelijking met dat van andere mensapen, zegt Roth. ‘Orang-oetans leven niet in grote groepen. Dierentuinen hebben vaak maar één mannetje en twee vrouwtjes. Als er dan geen klik is met het nieuwe dier, heb je meteen een probleem want dan paren de dieren niet of het levert geen nakomelingen op.’
In 2019 bleek in een Zwitserse dierentuin dat apen niet zomaar gecharmeerd zijn van de blind date die onderzoekers voor hen bedenken. ‘Ze hadden daar drie koppels in aparte verblijven gezet met het idee dat zij de beste match voor elkaar zouden zijn. Toen er een jong geboren werd, deden de onderzoekers een DNA-test. Toen bleek dat het pasgeboren jong van de buurman was. Hij had het vrouwtje door de tralies heen bezwangerd en zij verkoos haar buurman dus duidelijk boven de voorgestelde match.’
Op zich is het niet vreemd dat orang-oetans op meer afgaan dan genen alleen. Mensen zoeken ook geen partner op basis van een DNA-test. Wij kijken naar iemands uiterlijk en karakter. ‘Daarom onderzoeken we of we dieren inspraak kunnen geven in hun partnerkeuze’, legt Roth uit. ‘Dieren die zelf hun partner mogen kiezen, krijgen eerder nakomelingen, denken we.’
Aantrekkelijke wangen
Roth probeert die partnervoorkeur te bepalen aan de hand van verschillende testen. De geluidsexperimenten die ze vandaag doen zijn er daar een van. Hij en zijn collega’s begonnen met een aantal visuele testen, want apen hebben net als mensen extreem goede ogen. ‘We hebben gekeken waar orang-oetanvrouwtjes op letten bij een man.’ Hij noemt als voorbeeld een aantrekkelijke apenman Amos, een van de twee mannetjes in Apenheul. Zijn imposante verschijning viel onmiddellijk op toen we het apenverblijf binnenliepen. Hij heeft lange, oranjebruine haren en aan beide kanten van zijn gezicht heeft hij imposante halfronde uitsteeksels: zijn wangplaten.
Niet alle mannetjes hebben die wangplaten. Hoe het kan dat de een ze ontwikkelt en de ander niet of pas laat, is nog niet bekend. ‘Het kost veel energie om die wangplaten te maken’, zegt Roth. ‘In de dierentuin zien we ze daarom vrijwel bij alle volwassen mannetjes want hier is nooit gebrek aan eten.’ In het wild hebben lang niet alle mannetjes indrukwekkende wangen.
‘Eén hypothese is dan ook dat het een indicator is van de kwaliteiten van een man. Als jij op jonge leeftijd die transitie door kan maken, zegt dat iets over hoe fit je bent. Er zijn bijvoorbeeld ook mannen bij wie de transitie begint maar die daardoor ondervoed raken.’ Bij oudere mannetjes gaan de wangplaten soms hangen. Amos is tweeëntwintig en in de bloei van zijn leven. Zijn wangplaten staan nog fier rechtop.
Door observaties op Sumatra en Borneo, de natuurlijke leefomgeving van de orang-oetan, is bekend dat vrouwtjes mannen met wangplaten over het algemeen aantrekkelijker vinden. Dat merkten ze ook in Apenheul. Amos is in trek. Hij kreeg al meerdere kinderen, waaronder Baju, die het grootste deel van de tijd rustig bij zijn moeder Wattana zit als wij er zijn.
Gesneuvelde apparatuur
In die eerste visuele testen lieten Roth en collega’s de apen met een touchscreen kiezen tussen foto’s van mannen met en zonder wangplaten. De dieren kregen verschillende foto’s te zien. Kort daarna verscheen op de plek van één van die foto’s een stip. Hoe snel ze op de stip drukten, was een maat voor welke foto ze het interessantst vonden. Naar die foto keken ze, dus die stip zagen ze het snelst. Als de stip op een foto verscheen waar ze niet naar keken, dan was de reactietijd langer.
De touchscreentesten waren niet zo’n succes. ‘Het maakte de dieren niet zoveel uit welke foto verscheen, maar ze hadden wel een voorkeur voor rode stippen.’ Los daarvan sneuvelde er weleens apparatuur door het enthousiasme van de dieren voor de schermen.
Daarom zetten de onderzoekers een tweede experiment in. Hierbij keken ze met eyetracking of orang-oetans langer kijken naar foto’s van wangplaatmannen dan naar foto’s van mannen zonder wangplaten. ‘We zagen dat de deelnemende apen vaker als eerste naar een wangplaatman keken en dat ze significant langer naar hem keken dan naar een man zonder wangplaten.’ Ook Amos keek langer naar wangplaatfoto’s. ‘Mogelijk om de concurrentie te bepalen.’
Of dat een teken is dat de vrouwen die mannen aantrekkelijker vinden en dus een betere klik met hen zouden hebben, is nog maar de vraag. Het kan ook zijn dat die enorme wangen gewoon de aandacht trekken. Dat benadrukt ook gedragsbioloog Nicky Staes, die onderzoek doet bij mensapen in de Zoo van Antwerpen. ‘Het kan inderdaad zo zijn dat vrouwtjes mannen met grote wangplaten indrukwekkend of beangstigend vinden en dat ze daarom kijken.’ Bovendien twijfelt ze aan de haalbaarheid om dit in verschillende dierentuinen in te zetten. ‘Het duurt lang voordat apen gewend zijn aan eyetracking en visuele experimenten.’ Roth geeft aan: ‘Daarom doen we verschillende testen.’
Het is niet vreemd dat orang-oetans op meer afgaan dan genen alleen. Mensen zoeken ook geen partner op basis van een DNA-test
De nieuwste experimenten richten zich op geluid. Volwassen mannetjes produceren een diepe roep: een long call. Hiermee laten ze andere mannetjes weten dat ze er zijn. En vrouwtjes kunnen erop afkomen als ze geïnteresseerd zijn. Roth: ‘Jonge mannetjes maken de geluiden ook, maar dat klinkt een beetje als een overslaande stem bij een puberjongen.’
Het eerste geluid dat de apen vandaag te horen kregen, was van een argusfazant. Een vogelgeluid dat qua ritme een beetje lijkt op een long call en dat ter controle dient om te checken of de dieren niet gewoon op alles wat uit een speaker komt reageren. De orang-oetans reageerden amper en gingen gewoon door met wat ze al deden: een beetje slingeren, afgewisseld met veel zitten. ‘Dat is wel een beetje wat we hoopten’, zegt Roth. ‘Het komt overeen met gedrag in de natuur, je gaat niet op alles wat je hoort je aandacht vestigen.’
Alle geluiden die de dieren vandaag horen, komen uit het wild, van Sumatra. In verschillende experimenten krijgen Samboja, Wattana en de veertigjarige Sandy geluiden te horen van mannetjes met en zonder wangplaten. ‘Het is belangrijk dat de dierentuinapen de apen die de geluiden hebben gemaakt niet kennen’, zegt Roth. Dan zouden ze namelijk puur vanwege de herkenning kunnen reageren. Daarnaast doen de onderzoekers een aantal controle-experimenten waarbij ze achteraf aangepaste long calls laten horen en vogelgeluiden.
Staes is enthousiast over de geluidsexperimenten. ‘Ik denk dat dit van de verschillende testen praktisch het meest haalbaar is om in andere dierentuinen in te zetten. Toch denk ik dat er vaak een wetenschappelijk team nodig is om zulke tests uit te voeren en niet alle dierentuinen hebben zo’n team.’
Videobellende apen
Al die testen moeten voorafgaand aan de ontmoeting voorspellen of de apen een klik zullen hebben. Maar speelt de ontmoeting zelf niet ook een grote rol? Een tindermatch kan nog zo leuk lijken tijdens het chatten, in het echt kan hij flink tegenvallen. ‘Dat is een goed punt’, zegt Roth. ‘We willen dit natuurlijk niet allemaal voor niets doen. We willen daarom kijken hoe apen op elkaar reageren terwijl ze videobellen.’ Mocht zo’n online ontmoeting dan flink tegenvallen, dan is de vraag of je een van de twee de reis naar de ander moet laten maken. ‘Temeer omdat zo’n reis ook behoorlijk intensief is voor dieren’, zegt dierenwelzijnscoördinator Lisette van den Berg. ‘Hoe mooi zou het zijn als je een keuze kunt maken waar zij zelf achter staan?’
Tegelijkertijd is de vraag hoe groot de rol van het gedrag in de partnerkeuze bij orang-oetans speelt. Roth: ‘Wij mensen hebben een ander paringssysteem dan orang-oetans. Mannetjes hebben één taak: zich voortplanten. Vrouwtjes doen zeven jaar lang de verzorging en opvoeding. De klik is dus vooral nodig voor de paring en we verwachten dat die vooral op uiterlijke kenmerken en stemgeluid gemaakt wordt.’
In het wild wordt die klik nog weleens afgedwongen. Mannen zonder wangplaten zijn minder in trek en kiezen een lugubere strategie. In de praktijk komt dit erop neer dat ze grote afstanden afleggen door het oerwoud op zoek naar vrouwtjes. Ze zoeken zoveel mogelijk contact en proberen een paring af te dwingen. ‘Ik heb het weleens gezien op Sumatra en dat is heel naar’, zegt Roth.
In dierentuinen krijgen de mannetjes die kans meestal niet. Waarschijnlijk zullen de testen gebruikt worden om vrouwtjes te laten kiezen. ‘De vrouwtjes zijn kieskeuriger dan de mannen, dat zie je vaker bij zoogdieren’, zegt Roth. ‘Partnerkeuze door vrouwtjes is een goed idee’, zegt ook Staes. ‘Dat is hoe de natuur werkt. In de natuur zoeken vrouwtjes meestal de mannen, op een paar uitzonderingen na. Idealiter moeten we vrouwtjes in dierentuinen uit meerdere mannen laten kiezen, maar dan moeten dierentuinen wel de ruimte hebben om meerdere mannetjes te huisvesten.’ Volgens Roth en Van den Berg is de kans klein dat dat gebeurt. Daarom blijven zij zoeken naar de test om de perfecte match te bepalen. Van den Berg: ‘Als je als orang-oetanvrouwtje maar één jong in de zeven jaar baart, moet je wel direct goed kiezen.’