Net als gezelschapshonden kunnen ook zwerfhonden menselijke gezichtsuitdrukkingen lezen en hun gedrag daaraan aanpassen, blijkt uit recent onderzoek. Hoewel zwerfhonden minder vaak in contact met mensen komen, beschikken ze toch over de nodige sociale vaardigheden om menselijke communicatie te begrijpen.
Talrijke onderzoeken toonden al aan dat gedomesticeerde dieren als paarden, geiten, katten en honden in staat zijn om emoties van mensen te lezen. Ze kunnen namelijk een onderscheid maken tussen de verschillende gezichtsuitdrukkingen van een mens, bijvoorbeeld blij of boos, en passen hun gedrag eraan aan. Eerdere studies focusten zich voornamelijk op gezelschapshonden. Onderzoekers van de Universiteit van Wenen stellen echter dat gezelschapshonden maar een klein deel uitmaken van de totale populatie honden en bovendien is hun gedrag sterk beïnvloed door de keuzes bij het fokken en de verschillende trainingsniveaus van de honden.
In hun studie naar de invloed van domesticatie op het gedrag van honden onderzochten ze daarom zogenaamde ‘village dogs’, honden zonder eigenaar die vrij rondzwerven in een dorp. In tegenstelling tot gezelschapshonden is er bij zwerfhonden wel nog sprake van natuurlijke selectie, waardoor ze volgens de onderzoekers een representatiever beeld schetsen van alle honden wereldwijd.
De onderzoekers wilden daarom ook de sociale vaardigheden van de zwerfhonden om gezichtsuitdrukkingen van mensen te lezen beoordelen. Aan de hand van een experiment onderzochten ze of de honden een onderscheid konden maken tussen een blije, boze en neutrale gezichtsuitdrukking van mensen. Tijdens dit experiment nam één van de onderzoekers herhaaldelijk een bepaalde gezichtsuitdrukking aan terwijl hij iets aan het eten was en liet daarna het voedsel op de grond vallen. Zo observeerden ze het gedrag van 72 zwerfhonden in Taghazout (Marokko), dat ze vergeleken met de resultaten van eenzelfde experiment met 116 Weense gezelschapshonden.
Kwispelen
Specifieker bestudeerden de onderzoekers hoe lang de honden in de buurt van de onderzoeker bleven, hoe lang ze de onderzoeker aankeken en ze met hun staart kwispelden. Daarnaast noteerden ze ook of de honden het voedsel dat op de grond viel volledig opaten en hoe vaak de honden hun blik afwendden van de onderzoeker.
Ondanks dat zwerfhonden minder in contact komen met mensen dan gezelschapshonden, waren zowel de gezelschapshonden als de zwerfhonden in staat om de verschillende gezichtsuitdrukkingen te lezen. Beide wierpen namelijk hun blik vaker van de onderzoeker af als die een boze gezichtsuitdrukking had, wat een vorm van onderdanig gedrag is. Bovendien waren de honden meer gestrest in de boze toestand dan in de blije en neutrale toestand van de onderzoeker. Wel blijkt dat zwerfhonden voorzichtiger zijn in hun interactie met mensen: ze bleven minder lang in de buurt van de onderzoeker en kwispelden langer met hun staart. Dat laatste is ook een teken van onderdanigheid ten opzichte van de mens. De grotere voorzichtigheid is mogelijk een gevolg van een eerdere slechte ervaring met de mens of het gebrek aan ervaring met menselijke interactie.
Naast het wegkijken bij een boze gezichtsuitdrukking waren er geen andere effecten op het gedrag van de honden op te merken. Bovendien was de boze blik van de onderzoeker voor zowel gezelschaps- als zwerfhonden geen reden om het voedsel dat op grond viel niet op te eten. De honden kunnen de subtiele gezichtsuitdrukkingen dus wel begrijpen en het houdt hen niet tegen om een mens te benaderen. Tot slot geven de Weense onderzoekers aan dat de sociale vaardigheden in het begrijpen van subtiele menselijke communicatie wel een belangrijk voordeel is voor zwerfhonden om te kunnen overleven in een door de mens gedomineerde omgeving. De zwerfhonden hebben meer aandacht voor de gemoedstoestand van mensen en passen hun gedrag aan.